Vrijmetselaars Podcast - podcast over de vrijmetselarij

33 - René & Meindert over de Schotse Ritus

Broeder Sander Season 4 Episode 33

In deze 33e aflevering praat ik met René en Meindert van de Aloude Aangenomen Schotse Ritus. René is de Souverein Grootcommandeur en Meindert de Grootredenaar van de Schotse Ritus . Bij René thuis aan de keukentafel bespreken wat de Schotse Ritus zo bijzonder maakt, waarom er 33 graden zijn en waarom alle 33 graden hun eigen ritueel hebben, maar deze niet allemaal opgevoerd worden. En hoe Schots is de Schotse Ritus nou eigenlijk?

Website AASR - https://www.aasr.nl/

Vervolgpaden - https://www.hogegraden.nl/vervolgpaden/

Consistories - https://www.encyclo.nl/begrip/consistorie

Egyptische en Griekse filosofie - https://filosofie-blog.nl/antieke-filosofie-lessen-uit-de-oude-wereld/

Gnostiek - https://nl.wikipedia.org/wiki/Gnostiek

Support the show

🙋‍♂️ Ik vind het leuk als je contact met me opneemt. Dat kan via:
📧 E-mail - vrijmetselaarspodcast@gmail.com
📸 Instagram - VrijmetselaarsPodcast
👍 Facebook - Vrijmetselaars Podcast
🧑‍💻 Website - https://vrijmetselaarspodcast.buzzsprout.com/

🫙Luister je graag naar de Vrijmetselaars Podcast en wil je een fooi geven? Dat kan! Ga naar Fooienpod en doneer vrijblijvend éénmalig of maandelijks een zelf te bepalen bedrag.
Alvast bedankt!

Wat ik ook wel heel mooi vind, is dat, ondanks dat het eeuwenoude ritualen zijn, dat er toch nog steeds boodschappen inzitten die je elke dag nog kan gebruiken in je dagelijks leven. Je ziet er toch heel veel elementen terugkomen in onze graden. Niet alleen vanuit het Christelijk of het Joodse, maar ook Plato, hermetiek, genostisch, alchemistisch. En dat is wat het heel entrekkelijk maakt in de verschillende graden. Welkom bij de 33e aflevering van de Vrijmetselers Podcast. In deze podcast interview ik elke aflevering een vreemetselaar of een persoon gelinkt aan de vreemetselarij om samen met jou de luisteraar antwoorden te vinden op vragen over de vreemetselarij. Op deze manier hoop ik een helder beeld te scheppen wat de vreemetselarij nu werkelijk is en wat het niet is. En dan nu de ingekomen stukken. Deze aflevering is het eerste deel van een vierluik over de vervolgpaden. Ik heb vier vervolgpaden benaderd. Dat zijn de Schotse Rites, Heilig Koninklijk Gewelf, Hoge Grade en de Merkmeesters. En de komende vier afleveringen wil ik in elke aflevering dus een van deze vervolgpaden behandelen. Als je nou zit te luisteren en je denkt, hey, ik zit bij een vervolgpad wat niet in dit rijtje voorkomt, laat het er vooral even weten. Dan kunnen we daar misschien alsnog een aflevering over maken. Een nieuwtje, ik zeg aan het eind van de aflevering altijd, dat een transcriptie te vinden is op de website van de Vrijmeetslaars podcast. Maar wat best wel leuk is, is dat in de Apple Podcast app is nu voortaan ook een transcriptie te vinden. Die wordt door Apple zelf gemaakt. Wat je dan moet doen, is eigenlijk op je aflevering klikken en dan in de speler zie je links onderin twee accolades staan eigenlijk. En als je daarop klikt, is dat de transcriptie. Dus die is door Apple zelf gemaakt, dus hij kan zijn dat hij wat anders is dan degene die je vindt op de website van de Vrijmeetslaars podcast. Het kan zelfs wel zijn dat hij stiekem iets beter is, maar daar gaan we het niet over hebben. En dan is het altijd leuk om nog even te noemen wat voor nieuwe locaties er zijn. Op de achtergrond van de website van de Vrijmeetslaars podcast kan ik zien wat nieuwe locaties zijn waar mensen luisteren. Vind ik altijd wel leuk om even door te kijken. Het kan natuurlijk zijn dat mensen gewoon toevallig voorbij rijden of op vakantie zijn of wat dan ook. Maar de nieuwe locaties van deze maand zijn Willemstad. En er staat er niet bij of dat nou Willemstad Nederland is of Willemstad Curaçao. Maar ik ga er maar even gemakselijk van uit dat het Willemstad Curaçao is, want in Nederland staan de provincies er altijd achter. Dus Willemstad Curaçao, Geldermalse, Spijkenisse en Bovenkarrespol. Altijd leuk om te weten. Dan gaan we nu door met het eerste deel van Ik hoop een vierluik van de vervolgpalen. In deze aflevering heb ik René N. Meindert te gast. René is de souverijn grootcommandeur en Meindert de grote redenaar van de en dan doe ik het even helemaal officieel, orde van vrijmetselaren, werkend onder de opparaat van de 33ste en laatste graad van de aloude en aangenomen Schotse rites voor het koninkrijk der Nederlanden. Iets korter kunnen we dit ook wel de aloude en aangenomen Schotse rites noemen. En als we het nog korter doen, dan kunnen we het ook gewoon de Schotse rites noemen. Maar ik heb begrepen dat dat niet helemaal juist is om het alleen maar de Schotse rites noemen. Maar daar gaan we het zo nog wel even over hebben. Het is vandaag, op de dag van deze opname, is het 11 november in het zuiden des lands, beter bekend als de 11e van de 11e. Dat betekent dat er 80.000 carnavalsvirus in het centrum van Den Bosch rondstampen. En de podcaststudio zit ook in het centrum van Den Bosch. Dus vandaar dat we zijn uitgeweken naar het huis van René. René, nogmaals, ontzettend bedankt voor je gastvrijheid dat we hier mogen zijn. Nou, René en Meinert, welkom in de 33e aflevering van de Vrij Metselijst Podcast. Dank je wel. Mooi getal, denk ik al. Heel mooi dat we de 33e mogen zijn. Dat is voor ons natuurlijk heel bijzonder. Ja, precies. Want zoals ik al voorlas in de officiële naam, de 33e en laatste graad van de al oude Schotse litus. Maar daar gaan we het nog wel later over hebben. René, ik begin bij jou. Hoe ben jij ooit terechtgekomen bij de vrijmizelarij? Zo heel lang geleden is het ook nog niet. Ik denk een jaar of 17. Ja, ik denk zo als Veilbroeders, op zoek naar wat levensvragen en wel katholiek opgevoed, maar daar toch wat minder mee hebben. Toch verder gaan kijken en uiteindelijk via internet bij de vrijmizelerij tegenkomen. Tenminste dat gezien. En uiteindelijk wilde ik wel graag iemand spreken die vrijmizeler was, want je ziet zoveel op de internet wat niet helemaal klopt. En dat heb ik gedaan. En dat was de toenmalige grootmeester die ik toevallig kende, omdat onze beide zonen bij elkaar in de klas zaten. En ja, toen was hij natuurlijk verkocht. Dus hij had een goed verhaal. En zo ben ik lid geworden. Maar je bent dus katholiek opgevoed. Wat ik vaak wel hoor van mensen die uit een soort katholiek nest komen, is dat die binnen het katholieke kerk, dat die ritualistiek en zo, die ook specifiek de katholieke kerk in zich heeft, dat dat wel iets is wat hun trekt. En wat ze dan weer terugvinden in de vrijmizelerij, goalt het voor jou ook, of juist helemaal niet? Dat je dacht, nou, daar had ik eigenlijk nergens. Nou, ik denk onbewust, dat dat wel iets was wat ik miste, zeg maar. Dat ik wel heb meegekregen in mijn opvoeding en in de kerk. Ik ben ook misdienaar geweest. Dus daar zat toch wel een zekere link. En daar was ik niet bewust naar op zoek, maar ik denk dat het uiteindelijk wel, dat het onbewust al een reden geweest is. Ja, dat dat toch ergens in de basis in je zet. Ja, dus na mijn inwijding kwam ik dat heel duidelijk tegen, eigenlijk, en dat gaf me nu nog een extra argument om erbij te willen horen. Ja, en dan maken we even een klein sprongetje naar voren. Nu ben je souverijn grootmeester van, ik zeg het toch maar weer kort, de Schotse Rieters. Kan je aan de luisteraars uitleggen? Souverijn grootcommandeur is het. Geen grootmeester. Ja, ik verklaap het misschien al een beetje. De vraag inderdaad, souverijn grootcommandeur, de vraag is inderdaad van wat is dat, wat houdt dat in? Ja, feitelijk is het heel simpel de voorzitter van de vereniging. En de vereniging zoals we die hier hebben van het Koninkrijk de Nederlanden, die is uiteraard, betreft dat Nederland, maar ook vanuit de historie valt daar ook Aruba en Curaçao en Simbappen onder. Dus dat is een vereniging met leden en die hebben een voorzitter. En daar ben ik voor gekozen, anderhalf jaar geleden. En ja, we hebben daar iets mooier namen voor binnen onze orde. Dus dat klopt eigenlijk. En dat betekent, ja, we hebben natuurlijk een bestuurlijke indeling. Net zoals de loges, de vrijmisselerijen hebben we ook consthistorisch, zoals wij dat noemen in het land. Die hebben allemaal vertegenwoordigers die dan in een operaat zitten, zoals wij dat noemen. En uiteindelijk hebben we ook daarboven nog een dagelijks bestuur, waar ik dan leiding aan geef. En aan de andere kant hebben we natuurlijk het, ja, de rituele kant, waarin je natuurlijk ook als voorzitter eigenlijk, net zoals dat je in de loge hebt, ook moet voorgegaan in een aantal rituelen, zeg maar, of rituelen. En dat hoort ook bij mijn functie. Dus dat is altijd het dubbele aan de functie, laat maar zeggen, het verenigingsgedeelte en het massonieke gedeelte, waar je al bij voorzit, denk ik. Leuk, dankjewel. Mijn, dat is voor jou dezelfde vraag. Hoe ben jij ooit bij de vrijmetselderij terechtgekomen? Er zou een logisch pad zijn geweest, want mijn vader was ook vrijmetselaar, dus van thuis uit in Vlissingen zagen wij mijn vader op een pad dag in de week in zijn rokkelstuum naar de loge in Vlissingen gaan. Maar dat was niet de aanstootgevende factor om dat te doen. Ik heb, ja, ik was tegen de veertig en een collega van mijn vrouw, waar ik ook mee bevriend raakte, was een contrabassist uit het Nederlands Philharmonisch Orkest. En die, daar ging ik nog weleens mee naar voetbal of naar een fietskoers. En dan zei die, die zei op een gegeven moment, dat zou wel eens wat voor jou wezen, want die was al vrijmetselaar. Dus die heeft me eigenlijk de zet gegeven. En toen ben ik me in het Arnhemse gaan oriënteren. Voorlichtingsavond en nog eens praten. Nou, dat werd ik wel geraakt door datgene wat mijn vader een beetje had meegegeven, maar niet zoveel over verteld. En vanuit mijn toch wel hang naar filosofische zaken, hoewel ik in de techniek zat, heb ik me aangemeld bij een loge in Wageningen. En zo ben ik eigenlijk via een omweg, heb ik het de stap genomen om het te laten inwijden. Bij die inwijding waren mijn vader en die goede vriend van mij wel aanwezig, die me thuis bij mij natuurlijk heel zenuwachtig maakt over wat er ging gebeuren. Maar dat vonden ze gewoon leuk. En zo ben ik in 1994 ingewijd in Wageningen. En wat zei je vader toen je aangaf van oh, pap, ik denk dat ik ook... Ja, ik vond het wel erg, erg fijn. En daardoor hebben wij ook wel weer wat meer gesprek met elkaar gekregen over hele andere dingen van het leven. Ja, zeker. Ja, kan ik me voorstellen dat je elkaar dan weer op een andere niveau ontmoet. Precies, ja. Mooi. Het is meer van... Omdat ik me uiteindelijk ook aangemeld heb bij de Schotse Rieters, waar hij op dat moment commandeur van was in Bergen-Om-Zoom, dat we weer over andere zaken... Toen was er weer een echt wat meer link. Ja. En zo is dat een beetje gekomen. Prachtig. Ja, je had wel over de Schotse Rieters dat je daar... Jij bent groot redenaar. Ja. Nou, ik ben altijd heel graag redenaar geweest in de loge. Dat ligt me goed en dat vind ik ook heerlijk. En toen werd ik ook gevraagd om in het bestuur van de orde, ja, lid te worden als groot redenaar. Deels omdat ik me in die tijd al heel erg verdiepte in de ritualistiek. Dat vind ik heel interessant. En ook deels omdat er bestuurlijk tegenhanden te doen is. Grote redenaar is een functie binnen bestuur. Ingeschrevene kamer van koophandel. Maar de grote redenaar voert ook een commissie aan de commissie vormen, gebruiken en rites die zich bezighoudt met hoe zit ons rituaal in elkaar? Moeten we daar wat aan veranderen? Bij regieaanwezingen zijn er zo een aantal interessante zaken door het jaar. En kwaliteiten qua is de grote redenaar de voorzitter van die commissie. Ja, leuk. Dus dat is een hele interessante functie. Ja, dat snap ik. Dat jou dan wel past, gezien je interesse is. Ja, zeker. Dat is goed. En we moeten eigenlijk nog even weer een stapje terug, want we hadden het net al over de schotse rites, vervolgpaden. Maar voor de luisteraar die misschien nog geen vreemetselaar is, of die al wel vreemetselaar is, maar niet precies weet wat een vervolgpad inhoudt. René, is dat een vraag die jij kan beantwoorden? Wat zijn vervolgpaden? Ja, ik denk wel. Binnen de vrijmisselaar word je natuurlijk leerling, gezellig en uiteindelijk meester. Dat is voor de meeste vrijmisselaar ook gewoon echt een afgerond stuk. Dat is gewoon voor hun klaar. En daar zit alles in. Echter, je merkt dat er toch wel, zeker met name in de meeste graad, toch wel wat vragen kunnen opborrelen waarin je denkt van goh, hoe zou dat daar, hoe zou dat verder gaan of hoe zit dat eigenlijk? En daar zijn eigenlijk een aantal andere orders op ingespromen in de zin van nou, daar kan je eigenlijk met een heel andere gradenstelsel weer eigenlijk op voortbeduren. Ja, wat ik al zei, het is niet elke vrijmisselaar die dat wilt. Ongeveer 20 procent heb ik eens een keer gezien van alle broeders in Nederland in ieder geval die die stap maken. En het geldt natuurlijk met name voor de broeders die heel erg geïnteresseerd zijn in die rituelen. Want uiteindelijk bestaat natuurlijk de vrijmisselaar uit heel oude rituelen. En daar waren er natuurlijk nog veel meer van vroeger. En ja, die zijn op andere orders eigenlijk opgepakt. En geven bijvoorbeeld ook dus antwoorden op een aantal vragen. Zo is het in ieder geval interessant voor een hoop vrijmisselaar om dat te gaan doen. Ik zeg altijd zo, de vrijmisselaar bestaat eigenlijk uit twee delen. Of twee zaken die we doen. Aan de ene kant is dat de bouwstukken. Daar heb ik ook al een jaar een podcast over gehad, waarin we wekelijks bijeen komen. En je moet een verhaal vertellen waarover gesproken wordt. En aan de andere kant hebben we de rituelen. En eigenlijk zie je dat, met name de broeders die daar veel mee hebben, dat die dat interessant vinden om daarmee door te gaan. En op die manier ook lid worden van een vervolgpad of een verdiepingspad. En voor de duidelijkheid, de Schotse Rites is één van de vervolgpaden. Er zijn er meerdere en die gaan we hopelijk de komende afleveringen allemaal te spreken krijgen, of een groot gedeelte ervan. Maar ja, superfijn dat jullie namens de Schotse Rites willen zitten. Maar ik zei het in de intro al, Meindert. Misschien is dit wat voor jou. Als ik alleen Schotse Rites zeg, zeg ik het misschien niet helemaal goed, maar het is meer uit gemak. De Schotse Rites, als je dat zo zegt, dan lijkt het alsof het uit Schotland komt. Maar de oorsprong van ritualistiek van de Schotse Rites ligt met name in Frankrijk. Dus als je dan al oude en aangenomen Schotse Rites, dan wordt het wel duidelijk dat we vanuit een lange historie van filosofische overwegingen en allerlei rituelen en ritualen die al ontstonden in de eeuw van verlichting, uiteindelijk die samenballing van onze 33 graden hebben gekregen. Maar de Schotse Rites is wel de naam die je overal hoort. Dus dat is prima. Ja precies, want jullie website is heel duidelijk de AASR. En ik had ook begrepen dat er wel meer een soort Schotse Rites zijn, maar ik weet niet of die in Nederland gepraktiseerd worden. Niet in Nederland, je hebt wel de gerectificeerde Schotse Rites, die is van actief in België en een aantal andere landen. Maar het is wel een ander systeem, andere graven. Ja, precies. Oké, dus als we het in Nederland hebben over het Schotse Rites, dan hebben we het alleen maar over deze, want die andere komen eigenlijk niet echt voor bij ons. En als ik dan, we hadden het al over jullie site, als ik op jullie site kijk, dan zie ik, ik weet niet of het jullie slogan is, maar zie ik Lux Inens Nos Agit. Zeg ik dat goed? Vast niet. Kan iemand het beter zeggen? Help me hiermee alsjeblieft. Ik had ook maar een zes voor Latijn in mijn examen, maar je zegt eigenlijk Lux Inens Nos Agit. Oké, vertaald naar het Nederlands. Het licht dat in ons is, drijft ons voort. Ja, en dat is, vertel, wat is dat? Er zit ook een anders setje kreten in ons devies, zoals vooruitgang. En daarmee kun je uitdrukken, het licht dat in ons is, kan een gnostische verwijzing zijn naar dat we toch in onszelf een godelijk licht zouden kunnen hebben. Dat is een kwestie van interpretatie. Dat drijft ons voort, waarbij je toch ook uitdrukt dat door onze ritualen en rituelen en de mooie zaken die je daarop doet, dat je weer een vooruitgang in je leven kunt krijgen. Zo interpreteer ik dat. Mooi. Ja. Kan je zeggen dat, want de schotse rites van alle vervolgpaden is degene die, denk ik, het meest qua naam en misschien ook wel dankzij de 33 graden, misschien het meest tot de verbeelding spreekt. Dat weet ik niet, want in ieder geval in Nederland zijn we niet de grootste, zeg ik maar, vervolgpad. Dus in die zin, als je naar grote kijkt en bekendheid, dan is het in Nederland, of zijn het eigenlijk de hoge graden, die de grootste aantal leden hebben. Maar dat is ook weer typisch een Nederlandse orde, die weer in het buitenland niet voorkomt. Dat is dan weer tegenstelling tot schotse rites. Die is internationaal heel bekend. En daar kennen dan vaak de mensen ook wel de namen van, want dat is gewoon het wijs verspreid. Schotse Rites is een wereldbrede organisatie. Ja, het is een naaie wereldbrede. Het is internationaal. Ik geloof dat er iets van 150 landen of zo zijn waar het wordt gebesigd. Dus ja, dat is al behoorlijk verspreid. En we hadden net al even over die 33 graden. Kan je iets vertellen over hoe dat in mekaar zit? Hoe dat systeem werkt? Want in de normale vreemenslerij ken je natuurlijk leerlingengezellig meester. Maar daarna, alleen als je meest bent, mag je dit worden van een vervolgpad. Ja, dus dat geldt bij ons ook. Nou, we hebben dus inderdaad een gradenstelsel van 33 graden. Dat betekent dus dat we ook de eerste drie graden hebben. Alleen, we hebben hier in Nederland en het Gelderland in de meeste landen zo afgesproken dat dat door, in ons geval het Gelderland in de Nederlander, worden de eerste drie graden gedaan. Daar werken wij niet in. Dat geeft wel eens demonstraties, want dat is toch anders. Maar dat betekent inderdaad dat je meester vrij misselaar moet zijn om begromstandig lid te worden en dan word je lid in de vierde graad. Dus in die zin sluit het er wel op aan. Dan hebben wij inderdaad stelseltels van 33 graden, die voor een deel er zitten wat delen in, die wel een zekere volgorde hebben. Maar aan de andere kant zijn er ook ritualen die een heel andere invalshoek hebben. Ja, dat alles bij elkaar, dat zijn in totaliteit 33 graden geworden. Mijn het gaf te laan. De oorsprong ligt natuurlijk heel erg duidelijk in Frankrijk. En daar was in eerste instantie 25 talen graden die daar zeg maar verzameld zijn. Die hebben uiteindelijk een, we gaan hier niet helemaal de geschiedenis in dikken, maar in ieder geval uiteindelijk de overstapgebaarheid naar Amerika. Daar hebben ze de graden geadopteerd. Notenbenen door een Nederlander de Franken vertaald. En die vertaling hebben we ook nog steeds. En daar heeft men die 25 graden uitgebreid tot een 33. Dus daar is eigenlijk in Amerika een gradenstel van 33 graden gemaakt. En dat is wel iets wat voor sommigen tot een verbelding spreekt. Dat komt ook wel voor in een aantal publicaties. Ook Dan Brown heeft daarover geschreven. Dus dat is wel iets waar denk je wat internationaal meer leeft en meer bekendheid heeft. Dan bijvoorbeeld in Nederland hoge graden, want het is alleen in Nederland. Ja, precies. Dat is wel interessant om te weten. Want inderdaad door die internationale bekendheid ging ik er eigenlijk een soort van automatisch vanuit dat ook hier of dat de Schotse Rites de, nou ja, misschien de meest populaire vervolgpad is. Nou, de week hebben we al hard aan. Ja, nou, kijk even naar deze podcast natuurlijk. Laten we eerlijk zijn. We gaan met z'n allen aan. Het is net al even aangestipt, maar stel je bij meester Freymetselijk, waarom zou ik dan specifiek voor die Schotse Rites kiezen? Als ik verder wil. Je kan ook zeggen, ik ben meester Freymetselijk. Ja, ik denk dat er twee redenen zou kunnen zijn. Allereerst dat je, zoals René net al aangaf, geïnteresseerd blijft in nog meer ritualistiek, in de blauwe graden. In je eigen loge heb je natuurlijk je inwijdingsgraden en af en toe nog eens een jubileumrituaal. En dat is al heel vol, zijn nog steeds prachtige rituaal. We doen het niet beter daarna. Maar als je daarin geïnteresseerd bent, rijken, vervolgpaden en zeker de Schotse ritus met zijn mogelijkheid van al die vele graden, met al die kleuren en invalshoeven, veel meer op dat gebied aan. En zeker in het begin van de graden van de Schotse ritus, dat wordt ook aangegeven in voorlichtingen, wordt ingegaan op een aantal vragen die in de meeste graad gevoelsmatig of filosofisch zouden kunnen overblijven en niet beantwoord zijn. En daar gaan we in het eerste deel van de graden in de Schotse ritus op door. Dat zouden twee overwegingen kunnen zijn om je aan te sluiten. Met als bijvangst, maar dat is, ik zet hem maar even tussen aan hangst teken, wat je ook met andere vervolgpalen natuurlijk treft, dat je in een andere sfeer van vreemetslare terecht komt. Behalve in je eigen logie. Je geeft al aan, er is een veelal grotere vorm aan kleuren en invalshoeken. Ja. Kan je daar iets meer over vertellen? Ja, als je de klassen, zoals we dat noemen, verdeelt, van de 33 graden die we hebben, dan heb je natuurlijk de symbolische graden die wij niet uitvoeren. Dan is er een aantal graden tot en met de 14e graad, waarvan we er maar een paar als inwijdingsgraad in Nederland, van al die 33, doen we maar een paar als inwijdingsgraad, waar tot en met de 14e graad ingegaan wordt op de vervolgvragen van de meeste graden. Nou, daar zou ik nou niet op ingaan. Nee, maar... Maar dat zijn toch veelal wel vragen die voortkomen uit die bouwsymboliek die in de in de vreemdselerij zelf zit. Dan is er een set kapitelgraden die toch meer het riddelijke gaan aanstippen. En daarna komt er een hele set, wat we noemen filosofische graden, of heel ziek gezegd, ariopagus, tot en met de dertigste graad. En daar zie je met name invalshoeken, waarbij vanuit onze bron die uit, wij zeggen wel eens vanuit Egypte en Kleinazië, via het Grieks-Romeinse en het Joodsch-Kristelijke, in de inner-innestans een beetje vermengd is geworden. Dat is onze voedingsbodem geweest. Zo zeggen we dat ook netjes. Maar dat is ook de bron geweest waar de ritualschrijvers zijn begonnen. Dus hier toch heel veel elementen terugkomen in onze graden, niet alleen vanuit het Christelijk of het Joodse, maar ook plato, hermetiek, genostisch, alchemistisch. En dat is wat het heel entrekkelijk maakt in de verschillende graden. Die overigens wel een volgorde in de nummering hebben. En wij geven ze ook wel de eerste vierde, en dan de veertiende, en dan de achttiende enzovoort. Maar het is niet zo dat ze altijd sterk op elkaar aansluiten. Ze zitten wel in dezelfde sfeer. Dus elke graad is wel weer een wereld op zichzelf. Ja, dus misschien alles bij elkaar, is het wel een verhaal? Of zeg ik, ik zie je bedenkelijk kijken. Het is het verhaal van jezelf. We rijken er ook weer nieuwe dingen aan, waar je weer met jezelf bezig kunt gaan. Maar het zijn misschien ook wel andere invalshoeken. Dus vanuit allerlei filosofische stroming, om het zo maar even te zeggen, wordt je aangereikt om op een andere manier naar bepaalde zaken te kijken. Dat maakt het een heel breed pallet van een invalshoek. Ja, het klinkt inderdaad heel erg als een soort 360 graden benadering, moet ik aan denken, als je alle facetten... En als het gaat om... Dat gaf net al aan, sommige graden worden wel opgevoerd, moet ik het zo zeggen. En sommige niet. Er staat nog een... Nou, we hebben 33 graden, dat is een beetje veel om dat allemaal te doen. En zeker als je de ritme aanhoudt van de loges waarin je elk jaar een graad krijgt, dan ben je natuurlijk nog even bezig. Dus uit praktische overweging doen we dat niet. Wat ik net al zei, je wordt wel ingewijd in de vierde graad, dat is toen de eerste dan van de recs. En daarna hebben we dus een aantal graden uitgekozen die je belangrijk genoeg vindt om toch in ingewijd te worden. En dat is de 14e, de 18e, de 22e, 28e, 30e, 31e, 32e en 33e. Dus dat zijn er allemaal nog heel veel. Ja. Er zijn ook andere landen waar het ook veel minder wordt gedaan. Dus wat dat betreft doen wij er best wel veel. En dat betekent, als je bijvoorbeeld de 14e graad krijgt, die dus volgt op de vierde, dan krijg je ook de graden daar tussen, zeg maar, gecommuniceerd. Dus dat je wel, zeg maar, in ieder geval de inhoud daarvan meekrijgt. Maar ja, we kunnen ze niet allemaal uitvoeren. Er is wel een uitzondering op. Dat is eigenlijk de Dag van de Horde, zoals wij dat noemen. Dat is altijd in februari, waar we een jaarlijkse bijeenkomst hebben van alle leden. En er wordt altijd één graad als demonstratie opgevoerd, waar we niet in werken. Dus elk jaar een andere graad. En dat is ook eigenlijk in aanvulling wat mij dat zegt. Er zit niet altijd een logische volgorde in. Dus we doen bijvoorbeeld het komend jaar de 23e graad. Stel dat je bent net ingewijd, je hebt de vierde graad, dan mag je dus ook gewoon die 23e graad zien. Er is geen inwijning, het is een demonstratie. Maar dat kan gewoon, want dat geeft je toch ook weer die andere invoerzoeker. En dat maakt het leuk om eigenlijk, ja, dus elk jaar doen we er eentje waar we normaal niet in werken. Dus ja, in de loop der jaren krijg je toch best wel veel daarvan mee. En zo'n demonstratiegraad is dat alleen voor mensen die al lid zijn van de Schotse Lieters, of is het ook voor andere meesters? Het is onze jaardag van onze leden. Dus we komen echt allemaal bijeen. En dat is een extra, nou ja, zo'n incentief om daarbij te zijn om mee te maken. Dat is vaak hard oefenen, want dat is een graad die je niet zomaar in de vingers hebt, denk ik. Nee, dat is ook wel veel werk. En ook mijn het is inderdaad voorzitter van de VGR. Die graden waar we niet in werken, moeten natuurlijk toch wel even goed bekeken worden. En vooral ook met de attributen en regalia. Dat is dan toch altijd weer een aardige klus. Want dat is er natuurlijk niet of weinig. Maar goed, we bestaan al een tijdje. Dus we kunnen ook inmiddels ook wel weer terug grijpen op vorige demonstraties, die we van diezelfde gaan. Ja, dus als ik het goed, want dat heb ik nooit helder gehad, maar dat hoor ik dan nu. Dus eigenlijk van al die graden, elke graad heeft eigenlijk een bestaand ritueel. Ja, dat klopt. En het is echt de keuze door bestuur of door de orde, dat zal in het volledig gemaakt zijn van welke zijn echt super relevant en welke... Laten we... want ik snap wat je bedoelt als je er, weet ik, vooral leden hebt, die gaan zo hebben. En je moet steeds... die 33, dan blijf je wel even bezig, maar ze bestaan dus wel. Ja, zeker. En sommige die zijn... en dat is een van de leuke dingen uit mijn werk in de VGR, de Commissie vormen, gebruiken en rites, om de oude geschriften van zo'n graad op te halen uit de Frans en Engelse literatuur, en dan daar een graad van te maken of een ritueel van te maken, waar je best ook een beetje naast de lijntjes kunt kleuren om nog eens wat andere zaken op te halen. En daar zijn we dan een half jaar mee bezig met een club van vijf tot zeven kerels. En dan mag ik daar even uitleggen hoe dat dan gaat. Dan wordt er een team uit Nederland verzameld van broeders overal vanuit Nederland. En die worden ook gecast op hun stem en dan krijgen ze oefeningen. En op die demonstratie, op dat demonstratiemoment binnen die dag van de orde, wordt het dan helemaal, zoals het moet, uitgevoerd met een groot hoeveelheid, honderden toeschouwers daaromheen. En dat is altijd wel een hoogtepunt. En dat is voor een heelboel broeders ook, die misschien net nieuw zijn, vierde of veertiende graad, een aanzet om je meer te verdiepen en ook in het uitvoeren van de... Dat is één van onze dingen, het uitvoeren van de... Ja, precies. Omdat wij zo heel erg gefocust of gespeciseerd zijn, zou je haast kunnen zeggen op die rituelen, willen wij, streven wij in de aan om die ook zo goed mogelijk uit te voeren. En dat betekent dat we daar extra aandacht aan geven, extra oefenen, echt het meerdere keren oefenen. En zeker voor zo'n landelijke opvoering, daar wordt heel veel tijd in de voorbereiding gestopt, omdat ze goed mogen doen. Maar je moet jou voorstellen, zo'n dag van de orde, er zitten toch tussen 250 en 300 man die komen kijken. Dus dat is echt een volle wak, ja, precies. En natuurlijk ook leuk om dat goed te doen. En we hebben licht en geluid, het is echt wel, er wordt behoorlijk uitgepakt. Nou, cool. En want je zegt 250 mensen ongeveer die dan in de zaal zitten. Kan je zeggen hoe groot jullie orde is? Hoeveel mensen, hoeveel vrij mensen? Ik denk dat we hebben ruim 900 leden. Oh, dat is best wel. En ik moet zeggen, het is misschien net nog niet duidelijk geweest. We weten weliswaar de sotschiet van Koningrijk de Nederlander. Maar vanuit de historie hoort daar ook Suriname nog bij. Aruba en Curaçao en Zimbabwe. Allemaal historische goede redenen of er zijn waarom het zo gelopen is. Maar daar gaan we nu maar even niet op in. En dat alles bij elkaar, dat zijn 14 consastories, wat we de loges zouden noemen. En die zijn al verspreid over die locaties. Ja, want dat zat net in mijn achterhoofd. Daar moeten we het inderdaad ook nog even over hebben. Want binnen de reguliere vleinmetselerij heb je gewoon je loge, in je woonplaats vaak of in een naburen gewoonplaats. Daar ga je oriënteren. Als er een match is ga je daar naartoe. Hoe werkt het bij jullie? Want je zegt ook consistorisch. Ja, zo noemen wij de loge eigenlijk. Dat heet ook bij ons consistorie. Dat is dan, omdat we wat minder hebben aan loges, is het wat meer in de regio. Dus we kijken in principe waar de broeder woont in kwestie. En wordt hij lid bij dat consistorie, tenminste van zijn regio. Maar dat is geen harde regel, maar dat is het streven. En verder hebben wij ook nog in Rotterdam nog een consistorie wat in de Engelse taal werkt. Dus dat is ook nog voor broeders die internationaal zijn ook een reden om daar lid te worden. Dus je zou kunnen zeggen die heeft een wat landelijker dekking. En uiteraard in de Suriname Arboepa Curacao is de papa ook een regio. Dat voor de vrije mensen rijden, zit je echt met mensen van je eigen loge. En in zo'n consistorie zijn er dus, neem ik aan, broeders uit loges om je heen, die je misschien vaak wel kent, wordt visiteerd. Dat is ook een groot voordeel, vind ik, van vervolgpaden. Wat mij net ook al aangaf, dat je natuurlijk andere broeders tegenkomt. Andere sfeer in je loge zit is natuurlijk prima. Maar die broeders ken je natuurlijk op een gegeven moment. Er zit een bepaalde omgang, een bepaalde sfeer in. Maar het is juist heel leuk om andere broeders te leren kennen, vanuit het land of waar je ook vandaan. En op die manier dan met hun samen te werken in die ritueel. Ja, snap. En mijnt het, hoe vaak komen jullie dan bij elkaar? Is dat één keer per maand of één keer per half jaar? We hebben een vast schema per jaar en dat heeft altijd wel een beetje hetzelfde ritme van de inwijdingsgraden. Vier, veertien en achttiende graad worden regionaal. Dus elk consistorie geeft op een bepaald moment bijvoorbeeld oktober. Begin oktober is de vierde graad, maar die kan dezelfde dag zijn in Groningen, als in Bergen-op-Zoom, als in Eindhoven, als in Alkmaar. En dan vanaf de 22e graad doen we dat dan verzameld. Dat noemen we landelijke graden en dan zitten we in twee à drie grote gebouwen in Nederland. Dus om nou te zeggen, elke maand. Wel houdt elk consistorie naast de inwijdingsgraden die zij zelf doen, die eerste drie, de vierde, de veertiende en de achttiende, houden zij ook nog bijeenkomsten waarbij toch ook wel eens een bouwstuk wordt gehouden. Of een vergadering van, hoe gaat het? Maar dat is veel minder groot dan, dus ja, hoe vaak ben je daarmee bezig? Hoe meer graden je hebt, hoe vaker je naar een bijeenkomst kunt gaan. Stel, ik word ingewijd, ben vierde graad. Hoe krijg je tijdens een ritueel dan een soort van handvatten om verder te komen? Of worden de boekjes jouw kant op geschoofd? Of verdiep je hier, of moet ik dit aardig even vragen? We kunnen alle twee het antwoord geven. Hoe ontwikkel je jezelf naar een volgende graad? Het is na dat je een graad hebt gehad, zeg maar, dan krijg je uiteraard het rituele boekje, zeg maar. En we sturen ook altijd informatie daarna, zeg maar, instructiebladen noemen we dat, zodat iedereen daar zichzelf in kan verdiepen. Daarnaast, en dat is een beetje mijn speerpunt eigenlijk, wil ik daar veel meer aandacht aan aanschenken. En hebben we in ieder geval ook in het bestuur besloten om de echte instructieboeken te gaan maken. Er is heel veel materiaal, maar we willen dat eigenlijk verzamelen per graad. En in februari zal op onze jaardag het eerste boek, de doopwoorde gehouden van de vierde graad, waarin het allemaal verzameld is. Ja, een mooie aanweziging denk ik om als instructie te kunnen gebruiken. Ja, en dan is het echt aan jezelf om die ontwikkeling door te maken, zoals binnen de vreemdstrijdelijden bedankelijk is? Binnen de Kunsthistorisch ook avonden worden georganiseerd, zeker met de nieuwe leden of de productie die net die gaat hebben gehad, om daar een instructie aan te hebben en over te praten. En daarbij biedt dit boek dan ook extra ondersteuning. Dus het is een en-en. Het is uiteraard zeer belangrijk om zelf daar wat mee te doen, maar het wordt ook ondersteund door de Kunsthistorisch. Ja, en qua functies, want ik zit nu te denken, als je wordt ingewijd in de normale vrijmetselaarsloge, dan is de tweede optie, daar is een beetje de coach van de leerling. Hebben jullie ook dat soort dingen? Zijn de functies hetzelfde als bij een vrijmetselaarsloge? Nou, dat niet helemaal. En dat wisselt natuurlijk ook, vanwege dat uitvoerige gradenstilsel, dat het dan ook andere rollen zijn. Maar als je puur naar het bestuur kijkt, dan is het gewoon, het bestuur is daarvoor verantwoordelijk en die zorgen ervoor dat die bijeenkomstig zijn. Dat is niet zo, dat het een bepaalde functie is. Er zijn wel constanturisten die wel het principe van de buddies hanteren. En iemand eigenlijk naar voren schuiven die zeker de nieuwe leden op slepte aannemen. Maar dat is niet zo strak geregeld aan functionairs. Nee. En de indeling van de ruimte, als je dan de functies bekijkt, heb je ook de eerste opzine, de tweede opzine effect. Dat wisselt, dat wisselt. Dat is echt van de graad. Omdat wij natuurlijk een gradenstilsel hebben vanuit, wat ik al zei, diverse invalzoeken, is er ook een hele andere setting af en toe. Die dus niet te vergelijken is direct met een lodge. Het speelt zich ergens af en daar heb je een bepaalde indeling voor. Het is een rituaal wat in een bepaalde setting plaatsvindt. En daar heb je natuurlijk een indeling van functies, die dan niet noodzakelijke wijze hetzelfde is als een lodge. Oh leuk, want bij een vrouw Metzelaars lodge en bij die rituelen heb je toch... De setting is in principe hetzelfde. Wat er gebeurt is heel anders, maar de setting staat vast. Je ziet wel een rode draad, maar toch zitten er wel wat verrassingen in. Leuk. Er is in ieder geval altijd een voorzitter en die heet per consistorie commandeur. En die heeft dan in zo'n rituaal een hele verhevenaar misschien, maar dat is dan de commandeur. En je ziet ook altijd een redenaar. Ja, kijk. Ik zit hier twee vaste kernen aan tafel. Dat is wel goed te weten. Ja, vanwege het gewicht van de rol, denk ik. Maar ook de uitleg. Een rituaal is natuurlijk een gebeurtenis die je meemaakt als je wordt ingewijd. Maar daarna is het ook goed om daar duiding aan te geven, om er een toelichting op te geven. En dat doet de redenaar. En als we dan ook hebben over praktische zaken, hebben jullie andere regalia? Dus voor de niet-frameidsluiders, andere schotsvellen, handschoenen. Is er iets van de schotselite, ziet er zo uit? Of qua kleur? Als je heel sec kijkt, dan hebben we dat eigenlijk maar heel beperkt of bijna niet. Dat wil zeggen, natuurlijk werken we in al die graden en daar hoort natuurlijk specifieke regalia bij. Alleen dat stellen wij ter beschikking. Dus aan de constatoer is het niet om daarmee te werken. Verder is het niet zo dat wij allerlei uiterlijke verschijnselen hebben. Behalve, dat heb je natuurlijk altijd vanaf de 32e graad, is het eigenlijk zo dat men een cordon mag dragen. En bij de 33e graad heb je dan nog iets meer als een cap. Maar komt men daar in zijn... Nee. Nee. Je weet toch wat ik wil vragen? Ja, precies. Dus bijeenkomsten, zeker inwijs bijeenkomsten, word je geacht in een donker of zwart park. Zwarte is weer de gelijkvormigheid, zoals je dat ook in loges hebt. En als je bijwoont, dan zit je daar net in het zwart en we hebben een mooie oorderdas. Als je deel bent van het opvoeringsteam, kleed je zoals in die graad een cordon, of er is een bepaalde iets wat je in je handen houdt. Dat zijn alleen de opvoerders. En de kandidaten die ingewijd worden, die krijgen dan als ze bevestigd worden in die graad, krijgen we dan ook dat cordon van die graad even omgehangen. Moeten ze daarna weer inleven. Dus we doen wel veel met regalia, maar je hebt niet je eigen set regalia in je. Nee, ik snap het niet. Behalve in de 32 en 33 graad heb je een paar dingen die van jou zijn. Het is vooral om tijdens het ritueel iets te duiden, laat ik maar zeggen. Ja, en dat contrast is dan groot omdat de rest inderdaad anders standaard. Dan zijn we gewoon in het donkerpak. Geen schootvelden of wat nou. Ja, nee, daarom. Ik was even benieuwd of iedereen dan in zijn eigen schootveld kwam of niet. Dus duidelijk niet het geval. En ik zag op jullie site, misschien kan jij mij wel helpen, meint het, ordo ab gao. Ordo ab gao, ja, dat vind ik zelf wel een heel mooi principe. Dat is dus je zoekt naar orde die in de chaos om je heen of in jezelf sticht. Maar het is meer een, ik interpreteer dat zelf als een, ja, dat heet heel chic, een lemniskaat. Maar dat is een acht die je gekanteld hebt of het oneenigheidsteken, oneenig teken. In die lemniskaat kan je in verschillende, daar kan je overal voor gebruiken, maar ook voor jezelf zit je soms aan de goede kant. En dan glij je daar weer af en dan kom je in de slechte kant. En dan kun je, je kan van rijk naar arm en je kan van van open naar gesloten. En soms zeg ik dan zelf, moet je wel eens in een soort chaos zitten om weer opnieuw de orde te vinden. En dat is ook wat in onze ritualistiek verstopt zit. Het is niet zo vaak zo'n riet de passage die je in de blauwe grade hebt. Je moet eerst afstand doen van van alles. Dan kom je in een liminale fase en dan even niet weet waar je bent. En dan word je in die laatste fase opgenomen in een nieuwe groep, wat jouw ambitie was. Maar in veel van onze graden zit ook iets dat je toch even de kans krijgt om naar het uiteindelijke doel je waarheid of het geheim of het licht te zien. En dat wordt dan in vaker rituel, op een gegeven moment houdt dat dan weer op. Dan gaat het kaasje uit of de ballon wordt doorgeprikt. Maar dat is ook wel een beetje de aard van even aan het goddelijke of even aan je onderbewustzijn komen of even aan datgene wat je zocht. En waarbij je dan hopelijk, en dat noem ik dan allusiviteit, het is niet alleen een inwijdingsgraad waarbij je heel veel hoort, een heel veel leergesprekken en vragen en antwoorden, wat in die oude rituelen wel zo is. Wij proberen altijd een soort allusiviteit erin te brengen, waarbij de kandidaat dan op iets wordt gewezen, of iets doet, of iets ziet, of iets meemaakt, waarvan hij zegt, wat gebeurt er nu? En dat wordt dan niet geduid. Dat is dan aan jou om met dat speciale moment dat te onthouden. Ja, want als je het duidt, dan kan je het invullen en dat is niet... Nou ja, er is ook het verschil tussen symbool en tekenen. Een symbool is iets wat je symbolisch ziet, maar je zegt dit betekent, dat is fout. Een symbool kan je niet zeggen, dit betekent namelijk zo. Dat is voor iedereen individueel de keuze. Maar er is een hele mooie filosofische invulling van dat begrip. Er zit ook een hele praktische kant aan, vind ik zelf, dat onze orde ook heel erg gestructureerd is. En dat zit in de bestuurlijke structure. We zijn, ondanks dat we uit 14 consultories bestaan, is er toch één vereniging. Dus er zijn geen, zoals bij de loges, dat zijn aparte verenigingen. Maar dat zijn wij dus niet. Het is een duidelijke structuur zit erin. En aan de andere kant, de rituelen waarin we werken, die zijn ook allemaal uitgeschreven. Van het begin tot het eind tot het laatste punt. En we worden ook geacht op die manier hem uit te voeren. En dat vind ik dus zelf ook een hele mooie structuur. Want het is eigenlijk altijd hetzelfde. Natuurlijk, elke opvoering is anders. Omdat de personen anders zijn en wat details anders gaan. Maar dat vind ik ook een hele mooie structuur, die in de chaos die we allemaal buiten hebben, zeg maar, dan elke keer weer een stuk rustpunt geeft, eigenlijk. Wat ik voor mezelf in ieder geval heel fijn vind. Dat missen we eigenlijk. Alles verandert om ons heen. Steeds meer. En dan hebben we daar nog ons eigen structuur aan vaststaan. En dat is heel typerend, ook voor de schoolschrijf, dat we daar heel strak in zijn. Dat mag niet zomaar veranderd worden, de ritualen. Dat is in de logische zie je dat we die wel kunnen, een eigen invulling geven op wat delen na die het hoofdstuur volk schrijven, maar de rest mogen we zelf aanpassen. Dat is bij ons niet zo. Van kast tot kast. Maar ja, je mag het ook zien als een partituur van een muziekstuk, van een concert. Het staat precies in hoe de noten en hoe hoog en wie samenspelt en de timing en de ritmes. Maar je mag als opvoeringsgroep en als individuele speler mag je wel je eigen accenten geven of je dynamiek. Maar je gaat niet andere zinnen en andere loopjes... Je gaat niet de tekst zelf bijverzinnen. En ook niet als consistorie. Je houdt je kaft tot kaft. Maar het is een partituur die je daarna gaat spelen. Ja, ik denk dat dat best wel een goede duiding is, want ook binnen dat regime bijna, binnen dat van kaft tot kaft dit is het, als je dan denkt aan een partituur en aan een muzikant, als die een partituur voor zich heeft, kan je het nog steeds op... Nou ja, weet ik voor hoeveel manieren spelen. Je kan klemtonen, nadrukken, wat dan ook. Maar hij speelt nog steeds wel hetgeen wat er staat. En in de dans die dat speelt zal dat ook spelen, maar geeft daar weer zijn eigen kwinkslag aan. Dus ik denk dat dat wel een mooie metafoor is. Is er iets waarvan je zegt, als ik aan de schotse litus denk, nee, dit is voor mij echt het summum of het hoogtepunt, of dit is wat mij blij maakt als ik aan de schotse litus denk? Nou, daar heb je het al een beetje over gehad. Dat is eigenlijk het feit dat het uit meerdere invalshoeken je inzichten geeft. Het is een palet van allerlei soorten rituelen die bij elkaar gebracht zijn. Bijvoorbeeld in tegenstelling tot andere vervolgpaten die vaak maar één rituel hebben. Daar moet je natuurlijk heel mooi in doorgaan en dat prima neerzetten. Maar dat is toch, vind ik, een beperking. En het mooie van de schotse rituel is juist die veelheid aan ritualen waar je natuurlijk nooit uitgestudeerd raakt. Want er is zoveel. Dat vind ik het ook de punt of het belangrijkste kan de schotse rituel zijn. Ja, dus zelfs bij de 33 graden ben je dan nog niet klaar. Want dat is natuurlijk een beetje met de blauwe graden. Dan kan je zeggen van nou, dan kunnen we daarna nog door die vervolgpaten op. Ik denk niet dat het moet voelen als nou nu zit ik hier, nu heb ik niks meer. Het is volbracht. Nee, zeker niet. Het is volbracht. Kijk, in principe is de structuur ook zo dat iedereen met z'n normaal bij de bijeenkomsten komt en een serieus lid is, dat hij uiteindelijk de 30e graden krijgt. En daar stopt het eigenlijk. Dat zeggen wij ook van dit is eigenlijk wat we te bieden hebben. En natuurlijk hebben we nog wel een paar vervolggraden, maar dat is meer vanuit administratieve redenen dat we besturen moeten 32e graden. Natuurlijk zijn we een hele belangrijke ritualen. Ik wil ze zeker niet onder de tapijt vegen, maar met de 30e heb je eigenlijk alles al gehad wat we te bieden hebben. Ja, en mijne het ook die vraag aan jou, wat vind jij zo mooi aan de Schotse lied is? Nou, wat ik persoonlijk heel mooi aan vind, is dat ik daardoor weer ben gaan verdiepen in allerlei filosofie en die daar omheen hingen. Dat was altijd al een wens, omdat ik in de techniek heb gezeten, maar eigenlijk filosofie veel leuker vind, en muziek trouwens, maar dat is wat anders, maar daardoor ben ik tegen een heelboel onderliggende gedachten aangelopen, vanuit met name de Egyptische, maar zeker de Griekse filosofie. En heb ik me ook weer een, waar ik hervormd van huis uit ben, ben ik ook, ja, was ik niet meer zoveel met religiositeit bezig, maar ik kom in mezelf weer de hang naar religiositeit erg tegen, en heb me met name verdiept in een van de aspecten, die je tegenkomt in de ritualistiek, de gnostiek tussen de, we zeggen wel eens de derde Westerse wereldgodsdienst, die bij de Qatar een beetje is opgehouden, maar al die ideeën daarvan heb ik mezelf wel eigen gemaakt. Niet alleen cerebraal, want ik ben natuurlijk heel erg met de ritualen bezig, want dat is mijn vak binnen de schoen, maar dat heeft mij ook weer een verdieping tot religiositeit teruggegeven. En daar ben ik heel dankbaar voor. En die vind ik daar nog steeds. Zonder dat ik het gevoel heb dat ik naar een kerk ga, want dat is natuurlijk niet zo, maar dat voelt mijn gedachten daarover. Ja, mooi. We gaan een beetje afronden. René, is er nog iets wat ik gemist heb, of waarvan je zegt, nou, dit wil ik echt nog wel even kwijt? Nou, ongetwijfeld. Nou ja, ik zit nog even na te denken over wat Mijnit zegt over zijn, zeg maar, wat hij het mooiste vindt van Schotsen. Ik denk, wat ik ook wel heel mooi vind, is dat, ondanks dat het eeuwenoude ritualen zijn, dat er toch nog steeds boodschappen in zitten die je elke dag nog kan gebruiken in je dagelijks leven. En dat vind ik heel knap. Dat betekent ook wel hoe mooi dat in elkaar zit, dat het nog zo lang, zo oude is en nog steeds zo actueel. Dat vind ik echt heel mooi. En die tijd proberen wij ook altijd wel aan te geven. Dat heb ik opgevoed. Ja, er is natuurlijk heel veel te vertellen over de schotserries, maar dat gaan we niet in één podcast beginnen. Nee. Ik denk dat de belangrijkste dingen wel aan de orde zijn geweest. Ja, volgens mij. Ja, het is ook een soort spoedcursus. We hebben ongeveer drie kwartieren en dan moet je een compleet vervolgpad uitleggen. Dat is ook eigenlijk niet te doen, maar het is meer een tipje van de sluier. Meindert, hebben we nog iets gemist wat jou betreft? Nee, ik sluit aan op René, maar dan ga ik hetzelfde zeggen. Maar ondanks het feit dat wij, en een goed feit dat vreemetslerij en ook de schotse riet is redelijk doorspectisch van een soort moralistische spiegel die ervoor wordt gehouden, en dat zit ook bij ons. We hebben het over de cardinalen deugde en de theologale deugde en allemaal nette zaken. Zeker in Nederland zijn we toch al heel lang bezig, en daar ben ik nu ook mee bezig, daar ben ik heel trots op, om die ritualen niet actueel te houden. We zijn niet revolutionair, maar dat er toch wel tintjes in terugkomen die met ons huidig wereldbeeld te maken hebben. En zodat dat ook voor, wat dat betreft, voor gezonde mannen in dit geval, bij zijn aansticht dat ze daarover nadenken, en denken nou, op die manier bekeken is het ook interessant. We zijn niet belerend, dat zijn we natuurlijk nooit. Maar ja, er zit een vooruitgang in de ritualistiek die we kunnen aanbieden. Dat vind ik geweldig. Mooi. Dan wil ik je allebei ontzettend bedanken voor het medewerken. Alleen nogmaals bedankt dat we hier mochten zijn. Graag gedaan. En bedankt voor jullie komst. Graag gedaan. Dank je wel. Bedankt voor het luisteren naar deze aflevering van de Vrij Metslaars Podcast. Ik vind het leuk als je contact met me opneemt. Dit kan via Instagram of Facebook. Zoek in beide gevallen op Vrij Metslaars Podcast. En je kan me ook een mailtje sturen op vrijmetslaarspodcast.gmail.com. Vanaf aflevering 30 is er van elke aflevering een transcriptie beschikbaar. Deze transcriptie is te vinden op de website van de podcast. Luister je graag naar de Vrij Metslaars Podcast en waardeer je de afleveringen, dan kan je nu ook een fooi geven. Dit kan via fooipod.com. En fooipod is met de D van podcast. Of klik op de Support the Show link onderaan de show notes. Tot de volgende aflevering.

People on this episode

Podcasts we love

Check out these other fine podcasts recommended by us, not an algorithm.

Astonishing Legends Artwork

Astonishing Legends

Astonishing Legends Productions
Richard Hatem's Paranormal Bookshelf Artwork

Richard Hatem's Paranormal Bookshelf

Astonishing Legends Productions
Craftcast: The Freemasons Podcast Artwork

Craftcast: The Freemasons Podcast

United Grand Lodge of England
Know Thyself Artwork

Know Thyself

Know Thyself