Iemand

#10. Stuur maar op

November 10, 2021 Hylke van der Wal Episode 10
#10. Stuur maar op
Iemand
More Info
Iemand
#10. Stuur maar op
Nov 10, 2021 Episode 10
Hylke van der Wal

‘Helemaal vooraan? Klopt dat wel, meneer?’ Ja hoor, knikte ik, het klopte. Ze hadden het verdiend, want vandaag kregen ze hun diploma. Vandaag konden ze zeggen dat ze Arbeidsmarkt gekwalificeerd Assistent waren, en dat ze een concreet vak hadden geleerd: postbezorging. Het was bijna tijd om te beginnen. Ik telde de koppies op de voorste rij. Iedereen was er... behalve één.

'Iemand' is een luisterboek met 17 korte verhalen over de kleine en grote triomfen die in onze  sociale werkbedrijven worden behaald. Over struikelblokken en oplossingen, weerstanden en strategieën - maar vooral over de mensen om wie het uiteindelijk allemaal draait. Mensen die een extra zetje nodig hebben, een steun in de rug.

De korte verhalen zijn geschreven door Afke van der Toolen en ingesproken door Job Cohen, voormalig voorzitter van Cedris, de landelijke vereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt.

Show Notes Transcript

‘Helemaal vooraan? Klopt dat wel, meneer?’ Ja hoor, knikte ik, het klopte. Ze hadden het verdiend, want vandaag kregen ze hun diploma. Vandaag konden ze zeggen dat ze Arbeidsmarkt gekwalificeerd Assistent waren, en dat ze een concreet vak hadden geleerd: postbezorging. Het was bijna tijd om te beginnen. Ik telde de koppies op de voorste rij. Iedereen was er... behalve één.

'Iemand' is een luisterboek met 17 korte verhalen over de kleine en grote triomfen die in onze  sociale werkbedrijven worden behaald. Over struikelblokken en oplossingen, weerstanden en strategieën - maar vooral over de mensen om wie het uiteindelijk allemaal draait. Mensen die een extra zetje nodig hebben, een steun in de rug.

De korte verhalen zijn geschreven door Afke van der Toolen en ingesproken door Job Cohen, voormalig voorzitter van Cedris, de landelijke vereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt.

Stuur maar op

Allemaal zagen ze er extra netjes uit. Haren mooi in gelmodel,

nieuwe bloesjes die nog moesten wennen aan

het echte leven. Ik glimlachte bij mezelf en wees ze hun

plek op de voorste rij.

Zelfs de grootste lefgozertjes waren onder de indruk.

‘Helemaal vooraan? Klopt dat wel, meneer?’

Ja hoor, knikte ik, het klopte. Ze hadden het verdiend, want

vandaag kregen ze hun diploma. Vandaag konden ze zeggen dat

ze Arbeidsmarkt gekwalificeerd Assistent waren, en dat ze een

concreet vak hadden geleerd: postbezorging.

Het was bijna tijd om te beginnen. Ik telde de koppies op de

voorste rij. Iedereen was er... behalve één.

Abdel. Degene op wie ik misschien wel het allertrotst was.

Een heel stille jongen, die maar het liefst onopgemerkt bleef.

Als het niet hoefde, zei hij niets - en van hemzelf hoefde het nooit.

Toch was er één ding waarin hij zich onderscheidde: zijn liefde

voor cijfers en getallen. Mensen, daar kon hij niets mee, maar

postcodes en huisnummers waren vanaf dag één zijn grootste

vrienden. Groot was dan ook zijn schrik toen bleek dat hij zich

voor de module ‘Goed werknemerschap’ moest oefenen in

sociale vaardigheden.

‘Stel nou dat je bij iemand moet aanbellen, Abdel...’

Het was duidelijk dat hij nooit verder had gedacht dan zo’n fijne

brievenbus met huisnummer, die nergens anders om vroeg dan

een poststuk met precies datzelfde nummer.

‘Maar stel dat je per ongeluk een brief verkeerd hebt bezorgd, dan

moet je die toch terugvragen...’

Abdels gezicht sprak boekdelen. Een brief verkeerd bezorgen?

Dat zou hém nooit overkomen!

‘Goed, maar wat als de brievenbus te klein is voor het poststuk?’

Abdel zei een tijdlang niets. Maar uiteindelijk kwam het, heel

zacht: ‘Dan bel ik aan.’

Een groot spreker zou Abdel wel nooit worden. Maar hij leerde de

basics. En de praktijkopleiding rondde hij met gemak af; hij was

klaar om de wereld in te gaan.

Tot hij hoorde van de diploma-uitreiking. En begreep dat hij naar

voren geroepen zou worden, terwijl tientallen ogen toekeken.

Zijn gezicht betrok. Hij schudde zijn hoofd.

‘Maar je wilt toch je diploma, Abdel?’

Hij dacht even na. En klaarde ineens op: ‘Stuur maar op, meneer!’

Het werd tijd om te beginnen, maar Abdel was er nog steeds

niet. Verdikkeme, zou hij het dan toch laten afweten? Toen

klonk naast mij zijn stem, zacht en onzeker. ‘Helemaal vooraan,

meneer?’ Opgelucht draaide ik me om. ‘Ja, Abdel. Dat heb je

verdiend!’.