
Doing Good Works Podcast
For this third season, the Unbossers Podcast takes on a new chapter: it becomes the Doing Good Works Podcast. The previous seasons remain available, but from now on we switch to Dutch. On our Unbossers YouTube Channel, you can still follow every episode with subtitles.
I, Nick Van Langendonck, will take you further along the journey from my book Doing Good Works. What does it mean to do good in the workplace? And how can we show that it truly works?
Guided by faith, hope, love, wisdom, justice, courage, and temperance, I sit down with ordinary people building extraordinary companies — honest, sharp, and inspiring.
Doing Good Works Podcast
Effeta - ga open! Nick geeft lezing over een bekende bijbelse passage.
Marcus 7, 31-37 beschrijft een bekende passage waarin Jezus een man geneest die doof en sprakeloos is. Hij raakt diens oren en tong aan en zegt: “Effeta – Ga open!” Dat gaat over meer dan een genezing. Het is een oproep tot innerlijke ontwaking. Nick linkt het met belangrijke momenten in zijn persoonlijk leven en legt uit waarom het relevant is voor de bedrijfswereld.
Hoi hoi, dit is Nick. U staat hier op het punt om te luisteren naar een lezing die ik gaf in de Abdij van Zevenkerken voor een grote groep wijze mensen die daar twee dagen op bezinning waren en twee dagen lang werkte rond de bekende zinta open. Die zin verwijst natuurlijk naar een bekende passage waarin Jezus, een doofstomme man, geneest. En die passage gaat niet alleen over gewone genezing, maar die gaat ook over spirituele ontwakening. In de lezing leg ik uit hoe die passage eigenlijk aan toepassing is geweest en actuel is geweest in mijn eigen leven en mijn eigen persoonlijke groei. En waarom die nog steeds actueel en relevant en brood nodig is in het bedrijfsleden. Door de context van de bezinning en de abdij gebruik ik in deze lezing zeer veel Bijbelse terminologie en een Bijbelse insteek om uit te leggen wat het goede doen voor mij betekent. Als dat niet voor jou is, geen enkel probleem. Skip gewoon op de vorige aflevering of de volgende aflevering van deze podcast. Want meestal benader ik het goede doen werkt vanuit het bedrijfsaspect. Maar dus voor deze context heb ik me lichtjes aangepast. Voilà. Het is de eerste 20, 25 minuten van de lezing. Als u graag de volledige lezing zou willen beluisteren, die staat niet online, maar u kan mij altijd uitnodigen. Ik kom met veel plezier uitleggen wat het goede doen werkt voor mij betekent, en daarover met jullie in dialoog gaan over wat het voor jullie kan betekenen op jullie dagdadelijkse werkplek. Bij deze het boek Het Goede Doen Werkt is nog steeds beschikbaar en te koop op onze website en in alle online boekenhandels. En tenslotte wens ik jullie gewoon heel veel luisterplezier. Hier is mijn lezing in de Abdij van zeven Kerken. Ik feta ga open.
SPEAKER_00:Doee.
SPEAKER_01:Goedemiddag, iedereen. Jullie hebben al een heel deugdoende ochtend gehad, heb ik gehoord. Toen Tereze mij contacteerde om over mijn boek te komen vertellen. En zei dat de rode draad van jullie tweedaagse de mooie waardevolle passage in Marcus is feta ga open, was ik onmiddellijk enthousiast. Omdat die passage heel relevant en toepasselijk is in mijn persoonlijk leven. En dat is het eerste punt, of vanuit het eerste perspectief, wat ik vandaag met jullie naar die passage zou willen kijken. Hoe dat tot leven is gekomen in mijn eigen leven. Daarnaast is die passage ook heel erg relevant voor het huidige bedrijfsleven. En dat is het tweede deel waarin ik daar jullie inzicht in willen geven. In hoe die twee misschien voor veel mensen zaken die niets met elkaar te maken hebben, de teksten van het evangelie en het bedrijfsleven, hoe die eigenlijk toch heel erg met elkaar verbonden kunnen zijn. De derde is ook een beetje over het geestelijke, de geestelijke kracht die nodig is om in het leven, maar zeker in het bedrijfsleven, naar die woorden te luisteren en ze te belichamen. En dan wil ik nog eindigen met een collectieve oproep. Ook voor degenen die niet meer werken, ook jullie kunnen bijdragen aan een betere bedrijfswereld. Ik hoop jullie daartoe te inspireren. Oké. Dus dat zijn eigenlijk de vier stukken of de vier thema's van waaruit ik jullie rode draad Effeta zou willen belichten. Wat ik wel heel belangrijk vind om te benoemen, is dat ik het eigenlijk ook allemaal niet weet. Ik deel hier ervaringen en inzichten die me hebben geraakt, die me rijker hebben gemaakt als mens. Maar hoe meer ik me vooral in de woorden van het evangelie verdiept heb, hoe meer ik tot besef ben gekomen over hoe weinig ik eigenlijk weet en begrijp van het leren. Dus ik deed hier dingen, maar dat is zeker niet de heilige graal. Dat is op dit moment mijn waarheid met al zijn gebregen. Oké. Misschien ook leuk om te vermelden. Ik heb hier een aantal notities bij, die heb ik niet alleen gemaakt. Zijn jullie bekend met de technologie artificiële intelligentie, zegt jullie wat dienst? Wat ik dus heb gedaan, ik heb mijn boek gelinkt aan de kraft niet. Artificiële intelligentie, hoe zou ik dat moeten uitleggen. Eigenlijk hebben ze ons brein, letterlijk, de manier waarop ons brein werkt, gedupliceerd in een technologie, zodat je die vragen kan stellen, die technologie. En die geeft antwoorden zoals ons brein ook werkt, op een logische geredeneerde manier, maar ook vaak met antwoorden die de volledig naast lagen. En dat is bij de mens niet anders natuurlijk. En ik heb mijn boek gevoerd aan dat brein. Ik heb een breintje gemaakt, heb mijn boek eraan gevoed. En op mijn website, hetgoededoenwerk.pg is Red Link. Daar kan je naartoe klikken. En kan je eigenlijk vragen stellen aan artificiële intelligentie, aan die robot. En die gaat je antwoorden vanuit de teksten en de filosofie van mijn boek. En de notities die ik hierbij heb, die zijn deels hebben we die samen gemaakt. Dat vind ik een bijzonder cool experiment. Ga open. Jezus, geneestaart, de man die doof en sprakeloos is. Je neemt hem trouwens apart. Ik denk dat daar ook nog een belangrijke betekenis in zit, waar ik later op ga terugkomen. Voor mij gaat gaat dat over veel meer dan alleen genezing. Het gaat over een soort innerlijke ontwaking, die ik in mijn eigen verhaal al verschillende keren heb mogen ervaren. Dat is dan meteen de interessante observatie als ik daarop terugkijk. Het is ongelooflijk mooi om door de geest geopend te worden, de ogen openen, de tong begin te spreken met waarheid. Maar ik heb ook gemerkt dat dat een tijdelijk fenomeen is. Dat ik nadien terug afglijd en terug een beetje blinder en een beetje sprakelozer word. Totdat er een nieuw moment is waarin de geest mij oproept om open te gaan. En dan zie ik weer ietsje breder en ik weer ietsje beter de woorden vinden, en dan glijd ik terug af. In mijn ervaring heb ik telkens opnieuw moeten leren luisteren. Niet naar de cijfers, niet naar de verwachtingen die anderen hebben, maar naar dat stille, innerlijke kompas, dat stemmetje dat in ons allemaal zit en dat ons influistert, wat goed en waarachtig is. Ik ga jullie deelgenoot maken van een aantal van die momenten. Ik ben economie gaan studeren. Eigenlijk omdat ik blind en stom was. Ik wist niet wat ik wilde studeren. Dus ik heb gedaan wat er van mij verwacht werd. Na vier jaar. Verder? Zo, Peter, dank u voor de feedback. Als u trouwens vragen hebt, u mag altijd uw hand opstellen, onderbreek mij maar. Ik wist niet wat ik studeerde. Na vier jaar wist ik het eigenlijk nog altijd niet wat ik als werk wilde gaan doen, dus ik ben dan op grote technologieprojecten gaan werken. Omdat dat van mij verwacht werd. Dat was een beetje in de lijn met de voorbeelden in mijn omgeving. Op de universiteit had ik wel geleerd dat ik heel goed ben in lesgeven. Ik heb een talent ontdekt. En in die eerste vijf jaar dat ik werkte, heb ik ontdekt. In technologieprojecten heb je veel verschillende mensen die allemaal een verschillende taal spreken. Ik merkte dat ik ook goed was in het samenbrengen van verschillende mensen en die tot een gemeenschappelijk doel te brengen en die een beetje een gemeenschappelijke taal te leren spreken, zodat je met elkaar verbindt. Maar eerlijk gezegd, die eerste vijf jaar in het bedrijfsleven waren toch vooral een teleurstelling. Ik heb in grote en kleine bedrijven gewerkt en overal zag ik hetzelfde. Ik kon moeilijk vat hoe wij met elkaar en met ons werk omgaan. Ik zal er een aantal voorbeelden van geven. Ik had een collega die eigenlijk de hele dag een romans aan het schrijven was. Die zat wel op het werk. Maar terwijl die daar zat, was die eigenlijk iets anders aan toen. Waarom kies je dat niet resoluut voor je passie? Ik heb andere collega's in andere bedrijven. Een specifiek voorbeeld van iemand die elke dag anderhalf uur pendelde naar het werk, om eigenlijk het grootste deel van de dag al slapend achter zijn computer te zitten. Ik zag mensen ruzie maken met elkaar over budgetten, over cijfertjes in Excel-sheets. Ik zag teams met elkaar in competitie gaan harder dan met de andere concurrenten op de markt. Er was meer concurrentie intern dan dat wij concurreerden met bedrijven die hetzelfde deden als wij. Mensen die in een vergadering A zeggen en dan vijf minuten later aan het koffiemachine B. Ik had er echt naar uitgekeken. Ik ging eigenlijk niet graag naar school. Ik had echt uitgekeken om te gaan werken, om iets te kunnen bijdragen, om ergens deel van uit te maken. Ik vond dat zo'n verspilling van tijd en van talent. Dan komt er een periode waarin ik de eerste keer Jezus ontmoet. Toen wist ik dat nog niet voor de duidelijkheid, waarin ik de eerste keer ontwaak. In mijn persoonlijk leven. Op dat moment heb ik een vriendinetje. Een jaar lang heb ik gezien wat aan mijn gezin doet. De machteloosheid van waarom overkomt ons dit? De emotionele roller coaster, de hoop als er nieuwe behandelingen zijn, de vanhoop als die behandelingen dat niet aanslagen. En eigenlijk zag ik een half jaar lang een gevecht en verkramping. Tot op het moment dat die man beslist van ik aanvaard mijn lot. Op die dag zal ik gaan. En hoe zwak hij ook was door de ziekte en de medicatie, zag ik een innerlijke transformatie in hem. Hij ging van techten en verkrampen en kwaadheid naar vrede. En hoe zwak hij ook was, naar mijn beleving, begon die man licht te geven. En zijn in die laatste weken een aantal gesprekken die je kan samenvatten met de woorden ga open. G open. Want hij zat zo in een leren stoel met uitzicht over een prachtige tuin. Het was lente, het was een prachtige lente. En hij zei mij: kijk, niet zien de vijver naar de Kikfors. Ze hebben de bloemen al gezien die aan het uitkomen zijn. En ik weet toen ik toen dacht, ik was 25, 26, je hebt nog een week te leven. En dat is wat je mee bezig bent. En in hindsight, in de weken daarna ben ik gaan beseffen. Maar wat hij mee bezig was, waren de dingen die er op dat moment voor hem echt toe deden. En dat is wat hij mij wilde naar wijzen. En ik begon mijn frustratie op de werkplek te begrijpen. Want ik stelde vast dat ik eigenlijk heel veel dingen aan het doen was die er niet echt toe deden. En ik heb toen beslist, ik wil zeggen, het word ook altijd een beetje. Die man heeft heel veel voor mij betekend, maar een kleinaarlijk kind. Het boek is ook voor een stukje een aer betoon eigenlijk, want hij heeft mij in een bepaalde richting gestuurd. Ik wil vandaag leven met het besef dat als ik nog een week te leven heb, dat het de kiekforjes zijn die er te doen en de bloemen in de tuin en de mensen rond mij die mij graag zien, en niet de Excel-files met de cijfertjes, en niet de teams die ons tegenwerken, en niet de vergaderingen. En dus die eerste ontwaking heeft mij ertoe aangezet om een bedrijf te gaan oprichten dat het anders deed. Ik wilde laten zien dat je ook in het bedrijfsleven een context kan creëren waar mensen eerlijk zijn, waar er openheid is, waar er gelijkwaardigheid is. En door zo te zijn je ook financieel succesvol kan zijn. Dat was de eerste periode. De eerste keer ga open. Dan begin ik een bedrijf met de hulp van velen. In de eerste jaren was dat zeer succesvol. Dus wij als een raket schiet dat weg. Ik word op heel veel evenementen uitgenodigd om te gaan praten over hoe wij dat dan precies doen. Wij hadden volledige transparantie van veroning bijvoorbeeld. Iedereen wist van elkaar wat er verdiend werd, wie dat verdiende, volledige transparantie over alles, en dus ook over de lonen. Wij organiseerden groepsessies waarin mensen, onze collega's, leefden om over hun emoties met elkaar te praten. Dat was in een periode, ik spreek nu 2013, 2014, 2015, dat eigenlijk burnouts, welbeing, welzijn op het werk, dat was eigenlijk nog geen thema. Mensen verklaarden mij gek. Mensen die geïnvesteerd hebben in mijn bedrijf, die begrepen niet wat wij daar aan het doen waren, werden weggezet als een soort hypichisch. Maar eigenlijk naarmate dat ik de Bijbel ben beginnen studeren en de rituelen ben beginnen begrijpen, deden wij daar een ritueel dat zo oud is als de straat. Mensen rond een vuur zetten en laten delen waar ze afwijken van het rechte pad, is enerzijds ongelooflijk helend en niet zo oud als de mens zelf. Ik kort uitgenodigd, ik begin erover te vertellen. Bedrijven over heel de wereld nodigen mij uit om op de koffie te komen om ervaringen te delen. Wij beginnen projecten te doen voor bedrijven als Mile, Jagger Lantro over heel Europa. The sky was the limit. En dan kom ik op het punt dat ik zeg open. Ja, even stijl gaat open, maar ik ben terugblind en sprakeloos geworden. Wikim in een periode dat ik dacht, ik ben de man, ik ben het gewoon. Ik kan laten zien aan heel de bedrijfswereld dat het anders ken en ik ga eigenhandig de bedrijfswereld veranderen. Wat natuurlijk een ongelooflijk arrogante, narcissische houding is. En ondanks het feit dat ik van Antwerpen kom en dat dat dus ook deels in onze natuur ligt, ging dat er toch een beetje over. Maar ik besef achteraf dat ik toen eigenlijk helemaal nog niet klaar was om een bedrijf te leiden dat het goede doet in de praktijk, dat die boodschap in de bedrijfswereld verspreid, omdat het eigenlijk allemaal nog veel te veel over mezelf moest gaan. Als ik een vergadering binnenkwam, ik zei wel aan, maar mijn acties vertelden soms B. Ik zei, we moeten ten dienste staan van. In de vergadering gedraagde ik mij alsof ik de belangrijkste persoon in de ruimte was. En dan komen er twee crisissen op mijn pad die mij van mijn pedestal halen. De eerste is een persoonlijke, en dat is een interessante vraag, waar we misschien moeten over nadenken, is een crisis en pijn is in mijn beleving vaak gelinkt aan momenten van opengaan. Zit daar altijd een correlatie of niet even aan de sideline? De eerste crisis is een persoonlijke. Mijn vrouw en ik hebben lang kinderen proberen te maken en dat is niet gelukt. En ik weet nog dat ik toen dacht, ik kan nooit papa zijn, ik kan nooit mijn kindje voor de eerste dag naar een kleuterschool doen. Ik had nooit met mijn kindje kunnen gaan skiën. Maar dacht ik, ik heb nog mijn bedrijven. Ik zat ondertussen in verschillende bedrijven. Ik heb nog mijn bedrijven waar ik me kan laten zien dat ik iets waard ben, dat ik hier mag zijn. 2019 en in 2020. En 2019 en 2020, de coronapandemie. En doordat ik in de één à twee jaren daarvoor vanuit mijn hoogmoed een aantal beslissingen heb genomen. Terugbetalen tijdens de corona. Dus eigenlijk op slak door de coronapandemie, was ik ook mijn bedrijven kwet. En daar stond ik dan. Op twee, drie jaar tijd geëvolueerd van kijk eens hoe succesvol ik ben als bedrijfsleider door het anders te doen. Ik ga hier de bedrijfswereld veranderen naar kinderloos en bedrijvenloos. In hindsight ook het beste wat mij kon overkomen, want het was de aanleiding voor een nieuw moment waarin dat geest in mij opstaat en zegt even open. Mijn vrouw en ik beslissen om naar Italië te gaan. Om te gaan wandelen en om dat te verwerken en om na te denken van oké, we gaan dan nooit kinderen hebben. Het mooie daaraan is dat er eigenlijk een heel leven voor ons open ligt, waarin wij onze liefde met andere mensen kunnen delen. We gaan wandelen in Italië en we gaan nadenken wat gaan wij eigenlijk samen met ons leven doen. Dat is een van de mooie dingen aan die ervaring, dat heeft mijn vrouw en ik. Ik ben opgevoed met heel veel antireligieuze gevoels. Ik kom uit een socialistische nest. Mijn grootvader was een van de voortrekkers van de militanten in de jaren 50, 60 van de socialistische beweging en die was toen zeer antikerkelijk. Mijn vrouw daarentegen is altijd naar een katholieke school geweest. In Italië komen wij in Arezzo, het plekje waar onze favoriete film is opgenomen: La Vita et Bella, de mensen die die film nog niet gezien hebben, een absolute aanrader. Dat was dan ook het grabije. Altijd vanuit pure onwetend tijd heel veel weerstand tegen alles wat met religie te maken had, maar tegelijkertijd ging ik toch al wel heel mijn leven graag in een kerk binnen. Zeker op moeilijke momenten om daar te zitten, omdat die plekken toch iets gaven. Dus zoveel gezegd, zo gedaan, mijn vrouw we niet van hier eerlijk binnen, we gaan daar zitten. En ik weet echt niet van waar dat de vraag kwam, als ik er nu aan terugdenk, maar ik stel haar de vraag: zeg het onze vader, hoe gaat dat eigenlijk? Dat geven jullie dan meteen mee wat mijn onwerptijd was. Ik wist zelfs niet hoe het onze vader ging. En mijn vrouw, die dat achttien jaar lang heeft afgeradeld, die naar het katholieke onderwijs, zeg dat op. Onze vader die naam en die woorden raken mij. Ik begin daarover na te denken. Het gaat over denkbaarheid voor wat we hebben, dat gaat over vergeving, dat gaat over de kwaad demonen die dat allemaal in ons voelen, overstijden. Ik begin daarover na te denken, en ik zei alleen, maar dat komt eigenlijk wel heel erg overheen met de dingen die ik predikte in het bedrijfsleven. Ik was weleens waar nog niet klaar om die boodschap te leiden in het bedrijfsleven, maar inhoudelijk zag ik heel veel overeenkomsten met mijn filosofie in het bedrijf. Na een paar dagen vertel ik dat tegen mijn vrouw. Ik vertel eigenlijk mijn interpretatie van onze vader. En dat moment is de tweede keer dat de Heilige Geest zegt open. Ik vertel dat tegen haar en haar ogen gaan open, haar gezicht klaart op en zegt, je hebt dat nu achttien jaar drie keer per dag teruggeradeld. En dat jij dan van Not aan beneden alle mensen op de wezen de eerste moet zijn die mij eens doen nadenken over wat die woorden zouden kunnen betekenen. En het is die sprankel op haar gezicht en mij hebben aangezet om de Bijbel te beginnen lezen. En ik dacht van misschien staan daar nog wel interessante dingen in. En ik ben daardoor gegrepen en ik ben als een gek, ik had ook niet veel meer te doen, veel van mijn bedrijfsactiviteiten lagen plat, ik ben als een gek beginnen studeren. A die teksten, analyses over die teksten. En dat was eigenlijk heel confronterend. We meer ik dat begon te begrijpen, wat die teksten ons wilden vertellen, hoe meer ik inzichten tegenkwam, waarvan ik dacht één die ik probeerde te implementeren in het bedrijfsleven, maar onder de noemer, dit is innovatie. Wat wij hier in het bedrijfsleven proberen te doen, is vernieuwend. Zo wordt het ook benoemd. Wij zijn progressieve organisaties. De meeste weerstand uit het bedrijfsleven tegen onze aanpak, of de aanpak waar ik voor sta, is van ja, maar dat is veel te nieuw. Hoe meer ik die teksten van de Bijbel bestudeer, en hoe meer ik tot inzicht kom: dat is helemaal niet. Dat is al twee, drieduizend jaar oud. Dat zijn drie voorbeelden. Drie voorbeelden waarin ik, dankzij een aanraking met iemand, een pijnlijke situatie worden opgeroepen door de geest om open te gaan, en te kijken naar datgene wat er echt toe doet. In mijn boek schrijf ik wie echt trouw probeert te zijn aan zichzelf, krijgt niet altijd wat hij wenst, maar wat hij nodig heeft om te groeien. Die woorden vatten voor mij het moment van Effet samen, open gaan voor de lessen van het leven. Zeker als ze pijn doen. En zoals de dove man opnieuw heeft horen. Z moest ik ook mijn oren open voor de fluistering van betekenis en mijn stem terugvinden om erover te spreken. En die drie voorbeelden die ik geef: stel ik ontwaken, teruggaat blind worden. Ontwaken, teruggaat blind worden, ontwaken en teruggaat blind worden. En vermoedelijk zal ik nog wel een aantal terugblind worden en hopelijk terug ontwakt worden. Dat is een beetje de toepassing van die passage in Marcus op mijn eigen leven. Ik hoop dat dat onderstreept waarom ik zo enthousiast was toen There is mij vroeg om daarover te komen vertellen? Waarom is die passage zo relevant voor het bedrijfsleven? Als ik aan iemand hier in de zaal zou vragen, wat zijn de eigenschappen van een goede baas? Wie kan mij daar een antwoord op geven? Wat zijn de eigenschappen van een goede baas? Wat komt er dan spontaan in jullie naar boven? Luisteren. Rechtvaardigheid. Een visie hebben, inderdaad. Graag zien, dicht bij de mensen staan. Nog? Ja, er moet financiële gezondheid zijn. Ik denk dat de baas dat niet alleen doet. Ik denk dat hij dat samen met alle mensen die taart samenbakt met iedereen. Zeker. Open ze alles willen laten vallen om te luisteren naar het probleem van uw medewerker. Aanspreekbaar zijn. Hoeveel bazen kennen jullie die aan die eigenschappen voldoen? Ik denk de enkeling die je tegenkomt in je carrière, dat zijn mensen die de basis die je nooit vergeet. Het spijtige is dat we in onze scholen en in onze managementscholen eigenlijk het tegenovergestelde leren. Dus recent kwam er iemand naar mij met een online cursus van een Stanford professor, professor Stanford University. En ik verzien dit niet. Zijn cursus was doorspekt van je mag niet lief zijn. Als je je baas ziet en hij heeft iets en je vindt dat hij iets fout hebt gedaan, dan mag je nooit zeggen. Je moet altijd zeggen, toen was het een super idee. Maar nu, in dit licht, is het misschien een minder goed idee. Je moet altijd zorgen dat je dicht in het zicht ziet van de baas. Je mag niet lief zijn tegen de andere collega's, want uiteindelijk zitten jullie allemaal in dezelfde competitie. En ik ga een uur aan een stuk wat wij leren. Stanford University is een gerenmeerde universiteit op slags van business en management. Dat is wat wij leren aan onze jongeren. En dat is destructief destructief en daarom dat we niet alleen de boodschap van voor mij zowel de teksten in het Oude Testament als in het evangelie zo belangrijk is, maar ook dat het belangrijk is dat we voorbeelden laten zien dat het anders kan. Dus in de periode die ik net helemaal heb verteld, heb ik jullie ook gezegd dat ik vaak werd uitgenodigd in bedrijven. En ik ga jullie twee voorbeelden geven. Ik ben in India geweest. Ik heb daar een paar weken mogen logeren bij de oprichter en CEO van een bedrijf met 30.000 medewerkers. 30.000 medewerkers. Een man in India heb je kasten, je hebt de hoogte. En je hebt de onderste kast. Als je in de hoogste kasten en de oprichter was van de hoogste kasten ziet, dan is het eigenlijk verboden om met de laagste kasten nog maar om te gaan. Maar het zijn wel vaak de mensen in de laagste kasten die nog de klassieke vaardigheden hebben, van bijvoorbeeld het weven van tapijten. En de man die ontmoet had 30 jaar geleden een passie voor tapijten. Dus hij legt eigenlijk alle sociale normen naast zich neer. En gaat met tapijtenwevers uit de onderste kast. Dat zijn mensen die niet kunnen lezen, niet kunnen schrijven, maar wel ongelooflijk mooie tapijten kunnen maken in gesprek. En hij zegt: ik ga geld verzamelen, we gaan hier een weeftouw zetten en we gaan samen tapijten wegen. Dat is 1978. En die markt was toen gekend dat de onderste in de kasten eigenlijk uitgeperst werden als een citroen. Dus die maakten tapijten. Die werden dan verkocht aan iemand. Die verkocht die door dan nog iemand, die verkocht die door nog. En iedereen verdiende er geld op, behalve de mensen die de tapijten maakten. Hij heeft gezegd dat gaan we niet doen. Hier is een weefgetouw. Jullie gaan de tapijten weven. Ik ga die rechtstreeks aan de klant verkopen en het geld verdelen we. We gebruiken het enerzijds voor jullie gemeenschap uit te bouwen, scholen, ziekenhuizen, en anderzijds voor het bedrijf te laten groeien. Met één weefgetouw gestart in 1978, vandaag 30.000 mensen. Ik ben daar geweest. Dat is een fenomenale, ontroerende ervaring. Om ik daar onder andere me een dame heb kennis gemaakt die niet kan lezen, niet kan schrijven, nooit naar een managementschool is geweest, maar in haar regio de productie van 100 weefgetuwen opvolgen. Zij had ongeveer in drie, vier wevers per weefgetouuwen. Zij had onder zich, zo zeggen wij dat in onze cultuur hebben, onder zich had zij 500 mensen. Ik organiseer heel veel events voor mensen in het bedrijfsleven. En wat ik vaak vaststel, is dat mensen die een bedrijf van 500 man hebben, niet willen samenzetten met iemand met een bedrijf van vijf man. Nee, ik wil samenzitten met iemand met een bedrijf van duizend man, daar hangt zo een beetje een lading rond. Ik stuur tien mensen aan, ik stuur 50 mensen aan. Ik stuur er 250 aan. Hoe meer mensen onder u, hoe hoger het aanzien. Het zou andersom moeten zijn. Hoe meer mensen boven u dat je dient, hoe hoger het aanzien. Maar goed. Die dame kon niet schrijven, kon niet lezen, maar zorgde er wel voor dat een vier, vijfhonderd tal bevers met elkaar samenwerken en dat die tapijten op tijd werden geweven en afgeleverd. In remote zeer ver afgelegen delen van India op het platteland, waar er niet is. Het grootste deel van het geld gaat terug naar de gemeenschappen, bouwen scholen, bouwen ziekenhuizen. En online is dat bedrijf, in 2015 is dat bedrijf gerenomeerd geweest, tot een voorbeeld het succesverhaal van hoe je het anders kan aanpakken. En één quote in de vele gesprekken die ik met een man heb gehad, die helemaal terug gaat naar Effeta gaat open, is de volgende. Hij zei tegen mij ambition kills vision. Ambitie doodt de visie. En wat wil dat daarmee zeggen? De Heilige Geest roept in ons visies op. Die roept ons op en die geeft ons beelden van wat zou kunnen zijn. Dat is iets dat bovenatuurlijk is. Dat gebeurt buiten en dat komt in ons op. Bij mij krijgt heel veel beelden over het bedrijfsleven. Bij jullie kan dat zijn beelden over jullie kinderen, hoe jullie kinderen zouden kunnen zijn, of hoe je lokale kerk zou kunnen zijn. Visie. Da komt in u op, daar heb je geen controle over. En dan zegt hij, de mens heeft de neiging om dat dan proberen vast te pakken en te zeggen dat moet het zijn. En mijn definitie is: ik zal niet succesvol zijn als ik dat niet gerealiseerd heb. Een soort verkramping, een soort ambitie. En hij zegt: hoe meer die ambitie een grip kreeg over die visie, hoe kleiner de kans dat de visie zichzelf zal realiseren. En wat hij elke dag deed, was in essentie luisteren naar de woorden effeta open. Wat hij elke dag deed, hij had een dagboek en hij schreef de gedachten neer die hij had en hij maakte een splitsing tussen. Dit zijn ideeën die in mij opkomen die vanuit de geest komen. En dit zijn al mijn gedachten die ambitie zijn, die dat proberen vast te klampen. En daar moet ik van los komen, want dan kan ik dicht. Ik moet open blijven staan voor datgene dat mij inspireert en mij daaraan overgeven. Man is 72 jaar, elke dag leidt een bedrijf van 30.000 man. Niet zomaar 30.000 man, mensen die niet kunnen lezen en schrijven, en helpt hen communities te bouwen. Fenomenaal. Tweede voorbeeld, dichter in België. Daddykade. Een drukrij. Voilà. Hier ga ik de lezing over open onderbreken. Ik hoop echt dat u ervan genoten heeft, dat het u geïnspireerd heeft, dat u doet stilstaan bij wat het goede doen werkt, voor jou kan betekenen in jouw leven en in jouw werk. En dat het u ook heeft nadenken over het belang van spirituele groei om dat in de praktijk te kunnen brengen. En misschien heeft het wel een bepaalde interesse gewerkt voor dat hele vreemde en bizarre boek, dat wij de Bijbel noemen. Ik kan nog altijd niet begrijpen dat ik hier zo geïnteresseerd in ben geraakt en zo gepassioneerd over wil vertellen. Dus voilà, ik hoop dat het interessant was. Blijf deze podcast zeker volgen, want er komen nog heel veel boeiende afleveringen, zoals ik volgende maand in de Universiteit van Maastricht, waar ik het zal hebben over lerende organisaties. Hoe bouw je binnen een organisatie gemeenschappen van collega's die elkaar helpen groeien en ontwikkelen. Nieuwe lezing: veel meer vanuit de bedrijfsinsteek. Ik zal het daar amper of zelfs helemaal niet hebben over de Bijbel. En tenslotte blijf mij ook volgen op LinkedIn, op Instagram. Help mij mee de beweging van het goede doen werk in het bedrijfsleven te verspreiden. Want u weet even goed als ik dat het brood brood nodig is. Nog een hele fijne dag gewenst, en tot binnenkort.