Vakkundig begeleiden bij verlies podcast
In de podcast Vakkundig begeleiden bij verlies, verkennen wij samen de complexiteit van verliesbegeleiding en krijg je praktische tips, inspirerende verhalen en deskundig advies hoe je anderen kunt helpen om te gaan met verlies.
Vakkundig begeleiden bij verlies podcast
#22 Als de tranen komen
Of je nu coach, therapeut, maatschappelijk werker of rouwbegeleider bent: vroeg of laat zit je tegenover een cliënt die huilt. En niet een beetje, maar echt huilt. Tranen die niet meer te stoppen zijn. Misschien herken je het wel: je zit daar, je voelt van alles, en je vraagt je af – wat moet ik nu doen? Wat is helpend? En misschien nog wel eerlijker: wat doe ik met mijn eigen ongemak?
In deze aflevering duikt Leoniek in een thema dat voor veel professionals spannend blijft: tranen. Wat doe je als je cliënt huilt? Wat gebeurt er in jou? En hoe blijf je aanwezig zonder meteen iets te willen fixen? Een open en eerlijke aflevering vol herkenning, praktijkvoorbeelden en concrete tips voor als de emoties hoog oplopen in een gesprek.
💭 Herkenbare vragen die langskomen:
- Wat doe je als je cliënt in tranen uitbarst?
- Hoe ga je om met je eigen ongemak?
- Hoe blijf je nabij zonder te gaan redden of oplossen?
🧠 Belangrijke inzichten:
- Verdriet confronteert, ook bij jou als hulpverlener.
- De neiging om te sussen, te praten of te analyseren is menselijk – en vaak een signaal van jouw eigen ongemak.
- Cliënten hebben geen oplossing nodig, maar aanwezigheid en erkenning.
- Je hoeft niet ‘goed’ te reageren. Je hoeft alleen maar te blijven.
💡 Mini-stappenplan:
- Erken dat het lastig is – verdriet raakt ook iets in jou.
- Vertraag – laat stiltes toe, wees aanwezig.
- Wees eenvoudig – een zin als “Ik zie dat dit je raakt” is vaak genoeg.
- Reflecteer achteraf – wat gebeurde er met jou? En met de ander?
📚 Voorbeeld uit de praktijk:
Een vader vertelt over het verlies van zijn kind. Hij huilt. De hulpverlener stelt snel een praktische vraag. Achteraf zegt de vader: “Ik voelde me in de steek gelaten.” – een pijnlijk maar leerzaam moment.
🛠️ Praktische oefening:
Denk aan een cliënt waarbij je de neiging hebt om verdriet te verzachten of weg te praten. Noteer wat je normaal zou doen. En oefen de volgende keer met blijven. Gewoon zijn. Reflecteer daarna.
❤️ Mooie quote uit de aflevering:
“Jij bleef. En daardoor kon ik blijven huilen.”
🔗 Meer leren?
Wil je oefenen met deze vaardigheden, je eigen reacties onderzoeken en steviger worden in je aanwezigheid bij rouw?
👉 Kijk dan op www.academievoorverlies.nl voor trainingen, video’s en een warme community van collega’s.
🙏 Dank voor het luisteren
En onthoud:
Je hoeft het niet op te lossen. Je mag er gewoon zijn.
Tot de volgende aflevering!
Heb jij onderwerpen die je graag behandeld wil zien? Laat het me weten!
Wil jij meer weten over hoe je kunt begeleiden bij verlies? Schrijf je in voor mijn gratis webinar. Je kunt kiezen uit volwassenen begeleiden bij verlies, of kinderen en jongeren begeleiden bij verlies.
Kijk ook op de website van de Academie voor Verlies voor blogs over begeleiden bij verlies.
Wil jij de gratis minitraining “Verlies verzekerd” ontvangen? Je kunt hem hier aanvragen.
Als de tranen komen – omgaan met huilende clienten in verliesgesprekken
vandaag neem ik je mee in een onderwerp dat, eerlijk gezegd, voor bijna iedere hulpverlener spannend blijft. Of je nu coach, therapeut, maatschappelijk werker of rouwbegeleider bent: vroeg of laat zit je tegenover een cliënt die huilt. En niet een beetje, maar echt huilt. Tranen die niet meer te stoppen zijn. Misschien herken je het wel: je zit daar, je voelt van alles, en je vraagt je af – wat moet ik nu doen? Wat is helpend? En misschien nog wel eerlijker: wat doe ik met mijn eigen ongemak?
Het thema van vandaag: “Als de tranen komen” – omgaan met huilende cliënten in verliesgesprekken.
Ik neem je graag mee, niet alleen in de theorie, maar vooral in de praktijk. Met voorbeelden, met reflecties, en – zoals je van mij gewend bent – met een flinke dosis eerlijkheid over mijn eigen worstelingen. Want geloof me, ook na jaren ervaring zijn dit de momenten waarop ik mezelf soms even moet toespreken.
Laten we beginnen bij het begin.
Stel je voor: je zit tegenover een cliënt. Hij vertelt over het verlies van zijn kind. De woorden blijven haperen. Je ziet het gebeuren – zijn gezicht vertrekt, zijn adem stokt, en dan komt het moment waarop de emoties te groot worden om nog tegen te houden. Hij barst in tranen uit. En jij? Jij voelt van alles. Misschien wil je iets zeggen. Of juist helemaal niets. Misschien wil je hem een praktische vraag stellen, om het even wat lichter te maken. Of misschien schiet je in je hoofd en ga je analyseren wat er nu gebeurt.
Herkenbaar? Je bent niet de enige.
Wat er vaak onder de oppervlakte speelt
Wat ik vaak hoor van hulpverleners – en ik hoor het echt heel vaak – zijn uitspraken als:
“Ik voel me machteloos als iemand huilt.”
“Ik weet niet wat ik moet zeggen of doen.”
“Ik ben bang dat ik het erger maak of te dichtbij kom.”
En weet je, dat zijn hele menselijke reacties. We zijn allemaal mensen die geraakt worden door verdriet. En als we dat niet geleerd hebben – om bij dat verdriet te blijven – dan willen we het graag sturen. Of stoppen. Of oplossen. En dat is precies waar het vaak misgaat.
Want wat gebeurt er dan? Je schiet in je hoofd. Je gaat analyseren. Je stelt snel een andere vraag, misschien iets praktisch. Je probeert te troosten of te ‘fixen’. Of je gaat het verdriet uit de weg. En het gevolg? De cliënt voelt zich niet volledig gezien. Het gesprek wordt oppervlakkiger. Of afgeremd. En de kern van de pijn – en dus ook de kans op heling – blijft onaangeraakt.
Een voorbeeld uit de praktijk
Laat ik je meenemen naar een voorbeeld dat me altijd is bijgebleven. Een vader vertelt over het verlies van zijn kind. Terwijl hij spreekt, breekt zijn stem en komen de tranen. De hulpverlener – geraakt door het moment, misschien ook een beetje overrompeld – stelt snel een praktische vraag. Achteraf zegt de vader: “Ik voelde me een beetje in de steek gelaten.”
Auw. Dat komt binnen. En het is precies die angst die veel professionals kennen: “Wat als ik het niet goed aanpak en de cliënt zich nog ellendiger voelt?”
Wat we eigenlijk willen
Als ik kijk naar wat we eigenlijk willen als hulpverlener, dan is dat aanwezig kunnen zijn. Stevig én warm. Er kunnen zijn bij emoties, zonder meteen iets te hoeven oplossen. Zonder dat we wegrennen of overcompenseren. Maar hoe dan?
Misschien herken je het bij jezelf: je voelt de diepe pijn van het verlies en je wilt meteen met een oplossing komen. Of je bent bang dat je hertraumatiseert als je de diepte opzoekt over het verlies. Of je vraagt je af: hoe kan ik zorgen dat ik zelf niet geraakt word door het verdriet van mijn cliënt?
Het zijn allemaal vragen die ik zelf ook heb gehad. En soms nog steeds heb. Want laten we eerlijk zijn: verdriet is rauw. Het raakt iets in ons. En dat maakt het spannend.
Een kort stappenplan
Ik wil je graag een kort stappenplan meegeven. Niet omdat er een quick fix is – want die is er niet – maar omdat het soms helpt om even terug te grijpen op een paar basisprincipes.
1. Waarom is dit zo lastig?
Omdat verdriet confronterend is. Het raakt iets in onszelf. Misschien herinnert het je aan je eigen verliezen, of aan je eigen onmacht. En als we niet geleerd hebben om daarmee te zijn, dan willen we het graag sturen. Of stoppen. Of oplossen.
2. Wat helpt dan wel?
Aanwezig zijn bij verdriet zonder het te willen fixen. Simpelweg ruimte geven aan wat er is. Dat is vaak al genoeg. En het is precies wat cliënten nodig hebben: erkenning. Niet meer, niet minder.
3. Hoe doe je dat?
Vertraag. Laat stiltes toe. Zeg iets eenvoudigs, zoals: “Ik zie dat dit je raakt.” Of: “Neem je tijd, ik ben hier.” En onderzoek jouw eigen ongemak. Dat mag in intervisie of supervisie. Je hoeft het niet alleen te doen.
4. Wat kun je concreet doen?
Denk eens aan een cliënt waarbij je merkt dat je het verdriet snel wil sussen. Noteer van tevoren jouw neiging. En oefen met blijven. Niet invullen. Niet oplossen. Alleen maar zijn. Evalueer daarna: wat gebeurde er met jou? En met de ander?
Reflectie uit de praktijk
Ik wil je uitnodigen om even stil te staan bij een moment waarop jij tegenover een huilende cliënt zat. Wat gebeurde er met jou? Wat voelde je? Wat deed je? En – misschien nog belangrijker – wat gebeurde er met de cliënt? Voelde hij of zij zich gezien? Of juist niet?
Ik weet nog goed dat ik in mijn beginjaren als therapeut het liefst meteen iets wilde zeggen als iemand huilde. Een tissue aanbieden, een arm om iemand heen, een praktische vraag stellen. Alles om het verdriet een beetje te verzachten. Maar wat ik leerde – soms op de harde manier – is dat mijn aanwezigheid, mijn stilte, vaak veel meer betekent dan welke woorden dan ook.
Een cliënt zei ooit tegen mij: “Jij bleef. En daardoor kon ik blijven huilen.” En dat is helend.
De kracht van vertragen
Wat ik je vandaag vooral wil meegeven, is de kracht van vertragen. Het klinkt zo simpel, maar het is misschien wel het moeilijkste wat er is. Vertragen betekent dat je niet meteen reageert. Dat je de stilte laat bestaan. Dat je niet invult, niet oplost, niet wegloopt. Maar gewoon blijft.
En ja, dat kan ongemakkelijk zijn. Je voelt misschien de neiging om iets te zeggen, om het lichter te maken, om de pijn te verzachten. Maar juist door te blijven, geef je de ander de ruimte om te voelen wat er gevoeld moet worden.
Een mini-oefening om direct mee te beginnen
Misschien helpt het om een kleine oefening te doen. Denk aan één cliënt waarbij jij de neiging hebt om verdriet snel te sussen of weg te praten. Noteer die neiging voor jezelf. En oefen, de volgende keer dat je in zo’n situatie zit, met blijven. Niet invullen. Niet oplossen. Alleen maar zijn. En reflecteer daarna: wat deed dat met jou? En wat zag je bij de ander?
Dit is geen tekortschieten. Dit ís professioneel aanwezig zijn. Menselijk. Stil. Stevig. Warm.
Tot slot
Verdriet is rauw. En het verdient ruimte. Als hulpverlener hoef je geen oplossing te bieden. Je aanwezigheid, jouw stille erkenning, is vaak het grootste geschenk. En weet dat je niet alleen bent in je onzekerheid of je ongemak. We worstelen allemaal met deze momenten. Maar juist door te blijven, door te vertragen, door niet meteen te willen fixen, geef je je cliënt de ruimte om te zijn met wat er is. En dat is misschien wel het mooiste wat je kunt geven.
Ik hoop dat deze aflevering je heeft geholpen om met iets meer vertrouwen en zachtheid naar jezelf te kijken als de tranen komen. En dat je voelt: ik hoef het niet op te lossen. Ik mag er gewoon zijn.
Wil je meer weten over hoe je mensen bij verlies en rouw kunt begeleiden? Of wil je oefenen met deze vaardigheden in een veilige setting? Kijk dan eens op de website van de Academie voor Verlies. Daar vind je trainingen, video’s en een community van collega’s die net als jij willen leren, delen en groeien.
Dankjewel voor het luisteren. En onthoud: jouw aanwezigheid is genoeg.
Tot de volgende keer.