Vakkundig begeleiden bij verlies podcast

#23 Hoe begeleiden we kinderen bij verlies

leoniek

Kinderen ‘horen’ vrolijk te zijn. Als ze worden geconfronteerd met verlies willen we ze ook zo snel mogelijk weer blij maken. Maar helpt dit?


In deze aflevering neem ik je mee in een klein voorval dat me diep raakte: twee meisjes die loten verkochten voor hun voetbalclub. Hun stralende gezichtjes na iets heel kleins, brachten me terug bij een belangrijk thema: hoe we omgaan met kinderen die rouwen.

We willen zo graag dat kinderen die verlies meemaken weer lachen en blij zijn. Maar voordat dat kan, is er eerst iets anders nodig: ruimte voor hun pijn, verdriet, boosheid en verwarring.

🌱 Wat je hoort in deze aflevering:

  • Het verhaal van de meisjes aan de deur.
  • De vergelijking met kinderen in rouw: het verlangen naar een lach versus de noodzaak van erkenning.
  • Waarom onze goedbedoelde troost soms averechts werkt.
  • De machteloosheid van volwassenen en de reflex om snel te repareren.
  • Een uitnodiging om stil te staan bij je eigen reactie: wat gebeurt er in jou als een kind huilt?
  • Hoe je er écht kunt zijn voor een kind in rouw: luisteren, aanwezig blijven, emoties ruimte geven.

🙏 Belangrijk inzicht:

Soms is het grootste geschenk dat we kinderen kunnen geven niet de snelle troost, maar simpelweg ons aanwezig-zijn.

📌 Wil je meer leren?

Ik nodig je van harte uit voor mijn gratis webinar over het begeleiden van kinderen in rouw. Hierin deel ik praktische handvatten en manieren om kinderen écht te ondersteunen.

 


Heb jij onderwerpen die je graag behandeld wil zien? Laat het me weten!

Wil jij meer weten over hoe je kunt begeleiden bij verlies? Schrijf je in voor mijn gratis webinar. Je kunt kiezen uit volwassenen begeleiden bij verlies, of kinderen en jongeren begeleiden bij verlies.

Kijk ook op de website van de Academie voor Verlies voor blogs over begeleiden bij verlies.

Wil jij de gratis minitraining “Verlies verzekerd” ontvangen? Je kunt hem hier aanvragen.

23 hoe begeleiden we kinderen bij verlies


Welkom bij deze podcast.

Fijn dat je luistert.

 

Vandaag wil ik je meenemen in een verhaal dat begon met iets heel gewoons.

Iets kleins, iets simpels.

Maar dat mij diep raakte, en me liet nadenken over een belangrijk thema: hoe we omgaan met kinderen die rouwen.


Vorige week ging de bel.

Ik liep naar de deur… en ik wist eigenlijk al: ik ga voor gaas.

 

Er stonden twee meisjes voor de deur.

Beiden een badge om, een kaart in hun handen.

Ze verkochten loten voor een voetbalclub.

 

En laat ik eerlijk zijn: ik heb niks met die club.

Mijn dochter speelde bij een hele andere vereniging.

Maar meisjes die voetballen… daar heb ik een zwak voor.

 

Dus ja. Daar ging ik al.

 

Ik keek naar hun gezichten.

Verwachting.

En grote onzekerheid.

Gaat deze grote, lange mevrouw iets kopen?

 

Ik zakte wat door mijn knieën, daalde af naar hun niveau.

En ik stelde vragen.

“Welk team zit je?”

“Hoe komt het dat je hier loopt? Want jullie club zit toch vijf kilometer verderop?”

 

En toen vertelden ze.

“Oma en opa wonen hier. Mama heeft ons op de fiets gebracht.”

 

En toen kwam er nog iets achteraan, bijna fluisterend:

“U bent de eerste die open doet. Overal hangt een sticker: niet aanbellen.”

 

Tja. Dan hebben ze me.

 

Ik luisterde naar hun verhaal.

En natuurlijk kocht ik die loten. Ja, ik ben een softie.

 

Ze hadden allebei een QR-code.

En het ene meisje fluisterde tegen de ander:

“Zullen we de mijne nemen?”

 

Oeps. Concurrentie.

Want ze konden zelf ook iets winnen.

Een Nintendo.

Veertig loten verkopen, en je maakt kans.

 

Ik kon er niet omheen.

Ik kocht bij allebei een lot.

 

En toen wisten ze eigenlijk niet zo goed wat ze daarna moesten doen.

“Hoe kan je nu aankruisen dat je een lot hebt verkocht?”

Ze keken me vragend aan.

Misschien bij mama een pen halen?

 

Nou, die had ik wel.

En het mooiste was: ze mochten de pen houden.

 

En je had die gezichtjes moeten zien.

Stralend.

Zó blij met iets kleins.

 

En dat raakte me.


Het raakte me omdat het me deed denken aan kinderen die rouwen.

 

Kinderen die een ouder verliezen.

Of kinderen van wie de ouders gaan scheiden.

Of kinderen die zelf ziek zijn, of een broertje of zusje verliezen.

 

Wij, als volwassenen, als ouders, als hulpverleners…

Wij willen zó graag dat zij ook weer dat stralende gezicht laten zien.

Dat ze weer lachen.

Dat ze weer blij zijn.

 

En precies daar zit een valkuil.

 

Want voordat een kind weer blij kan zijn, moet er iets anders gebeuren.

Eerst moet er ruimte zijn voor de pijn.

Voor het verdriet.

Voor de boosheid, de verwarring, de angst.

 

En dat… dat willen we vaak vermijden.

We willen kinderen niet nog meer pijn laten voelen.

We willen hen beschermen.

 

Dus wat doen we?

We proberen te troosten, we bieden oplossingen, we zoeken naar lichtpuntjes.

En dat is zo begrijpelijk.

 

Maar soms doen we het te snel.


Een kind zegt: “Ik mis papa.”

En wij antwoorden: “Gelukkig is er nu geen ruzie meer in huis.”

 

Of een kind huilt omdat opa is overleden.

En wij zeggen: “Maar opa was wel heel ziek hè? Nu heeft hij geen pijn meer.”

 

Misschien herken je dit.

Het zijn goedbedoelde reacties.

Maar het effect kan zijn… dat we voorbijgaan aan wat het kind écht voelt.

 

En wat kinderen dan missen, is erkenning.

Gezien worden in hun pijn.

In hun verwarring.

In hun boosheid.


In mijn werk zie ik dit heel vaak.

De machteloosheid van volwassenen.

Ouders, leerkrachten, hulpverleners.

 

Ze zien een kind dat huilt.

Een kind dat boos is.

En meteen komt de reflex: troosten, oplossen, blij maken.

 

Maar rouw vraagt iets anders.

Rouw vraagt om aandacht.

Om ruimte.

Om er gewoon bij te mogen zijn.


Misschien herken je dit ook bij jezelf.

Denk eens terug: wat doe jij als een kind huilt?

Wat gebeurt er in jou, vanbinnen, op het moment dat je tranen ziet?

 

Voel je onrust?

Wil je dat het stopt?

Komt er een reflex: “Kom maar, niet huilen, het komt wel goed”?

 

Dat is menselijk.

Maar misschien helpt het om die reflex even op pauze te zetten.

 

Niet meteen troosten.

Niet meteen oplossen.

Maar gewoon blijven.

Luisteren.

Een hand geven.

Zwijgen.


Wil je leren hoe je dat kunt doen?

Hoe je een kind dat rouwt kunt begeleiden zonder meteen te willen repareren?

Hoe je écht ruimte kunt maken voor verdriet, boosheid en verwarring?

 

Dan nodig ik je van harte uit voor mijn gratis webinar.

In dat webinar deel ik praktische handvatten.

Concrete manieren waarop jij kinderen kunt helpen, juist door er simpelweg te zijn.

Door hun emoties niet kleiner te maken, maar de ruimte te geven die ze verdienen.


Want soms… soms is het grootste geschenk dat we kinderen kunnen geven niet de lach.

Niet de snelle troost.

Maar gewoon dit:

erbij zijn.

Echt luisteren.

De tranen laten stromen, zonder ze meteen te drogen.

 

Dank je wel dat je luisterde.

En misschien zie ik je in het webinar.