Dagvers - Dé dagelijkse Bijbelpodcast

🐫Ik wil gaan - Genesis 24:15-28, 50-61

Season 2025 Episode 189

Wanneer een vreemde je een avontuur aanbiedt dat je toekomst kan veranderen, hoe reageer je dan? Duik met ons in Genesis 24:15-28, 50-61, waar Rebekka besluit te gaan, zonder te weten wat haar te wachten staat. Hoe kies jij of je wel of niet 'gaat' wanneer iemand iets aan je vraagt wat buiten je comfortzone ligt?

💬 Laat een reactie achter via WhatApp
📲Heb jij de MijnBijbel app al gedownload?
🌟 Laat een review achter in jouw podcastapp!
📖Lees de tekst mee op debijbel.nl
📱 Abonneer op ons WhatsApp kanaal
📷Volg ons op Instagram
💡Schrijf je in voor tweewekelijkse Bijbelse inspiratie
❤️Lees meer over het Bijbelgenootschap

Leuk dat je luistert naar dagvers, de dagelijkse podcast van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap. Ik ben Daniël. 

Vandaag lezen we uit Genesis 24:15-28, 50-61

Meteen nadat de knecht dat gezegd had, kwam Rebekka eraan. Ze had een waterkruik op haar schouder. Rebekka was een dochter van Betuel. En Betuel was een zoon van Milka, die getrouwd was met Abrahams broer Nachor. Rebekka was jong en heel mooi. Ze had nog nooit met een man geslapen.
Rebekka liep naar de waterput. Ze vulde haar kruik met water. De knecht liep vlug naar haar toe en vroeg: ‘Mag ik alsjeblieft wat water uit je kruik?’ ‘Natuurlijk,’ zei Rebekka. Meteen haalde ze de kruik van haar schouder en gaf de knecht te drinken.
Toen hij genoeg gedronken had, zei ze: ‘Ik zal ook water halen voor uw kamelen. Ik zal zorgen dat ze genoeg te drinken hebben.’ Meteen goot ze het water uit haar kruik in de drinkbak voor de dieren. En vlug liep ze naar de put om water te halen voor alle kamelen.
Al die tijd stond de knecht naar haar te kijken. Hij zei niets. Hij vroeg zich af of zijn plan gelukt was en of de Heer dit meisje uitgekozen had.
De kamelen hadden genoeg gedronken. De knecht haalde een prachtige gouden ring uit zijn bagage. Hij pakte ook twee zware gouden armbanden. ‘Vertel me eens,’ zei hij tegen Rebekka. ‘Wie is je vader? En zouden mijn mannen en ik vannacht bij jullie thuis kunnen slapen?’
‘Mijn vader is Betuel,’ zei Rebekka. ‘Dat is de zoon van Milka en Nachor. U kunt wel bij ons slapen. We hebben genoeg ruimte. En voor de dieren is er genoeg te eten, en stro om op te liggen.’
Toen knielde de knecht voor de Heer. Hij zei: ‘Ik dank u, Heer, God van mijn meester Abraham. U hebt aan Abraham gedacht en u bent goed voor hem geweest. Want u hebt mij naar de familie van Abraham gebracht.’
Rebekka rende naar huis en vertelde aan haar moeder wat er gebeurd was.

--------------------

Rebekka’s broer Laban en haar vader Betuel zeiden: ‘De Heer heeft het zo beslist. Wat moeten wij er nog van zeggen? Hier is Rebekka. Neem haar maar mee. Dan kan ze de vrouw worden van de zoon van uw meester. Dat is wat de Heer wil.’
Toen de knecht van Abraham dat hoorde, knielde hij en dankte hij de Heer. Daarna pakte hij mooie kleren, en gouden en zilveren sieraden. Die gaf hij aan Rebekka. Ook aan haar moeder en haar broer gaf hij mooie cadeaus.
De knecht en zijn mannen gingen eten en drinken. Daarna gingen ze slapen. De volgende ochtend zei de knecht: ‘Nu wil ik graag teruggaan naar mijn meester.’ Maar Laban en zijn moeder zeiden: ‘Laat Rebekka nog een dag of tien bij ons blijven. Daarna mag ze met u meegaan.’
Maar de knecht zei: ‘Nee, houd me niet langer hier. De Heer heeft ervoor gezorgd dat mijn reis geslaagd is. Daarom wil ik nu terug naar mijn meester.’ Toen zeiden ze: ‘Laten we Rebekka roepen en aan haar vragen wat ze wil.’ Ze riepen Rebekka. ‘Wil je nu al met deze man meegaan?’ vroegen ze. ‘Ja,’ zei Rebekka.
Toen nam de familie afscheid van Rebekka en van Abrahams knecht en zijn mannen. De vrouw die vroeger voor Rebekka gezorgd had, ging ook mee. De familie wenste Rebekka geluk. Ze zeiden: ‘Zusje, we hopen dat je kinderen krijgt en ontelbaar veel nakomelingen. En dat je nakomelingen sterker zullen zijn dan hun vijanden.’
Rebekka en haar slavinnen gingen op hun kamelen zitten. Ze reden achter de knecht van Abraham aan. Zo ging de knecht op weg naar huis, met Rebekka.


Op het moment waarop Rebekka naar huis rent, naar haar moeder, weet ze nog niet dat er een huwelijk in het verschiet ligt. Ze weet alleen dat ze een man heeft ontmoet die door een duidelijk rijke meester gezonden is. Dat vertellen haar de tien kamelen en de dure sieraden die ze heeft gekregen. Haar broer Laban heeft het ook gauw in de gaten! Hij verwacht duidelijk dat er méér in zit, wie weet ook voor hemzelf … 
 
Laban gaat ervan uit dat iemand die zo rijk is, gezegend is door God, ook al kent hij Abraham niet, laat staan dat hij weet van Gods belofte om hem te zegenen.
 
Uitvoerig vertelt Eliëzer het verhaal dat de lezer inmiddels al kent. Het gaat tenslotte om de toekomst van Abrahams geslacht en de vervulling van Gods beloften! Deze toekomst hangt aan een zijden draadje doordat Isaak nog ongetrouwd is en geen kinderen heeft. 
 
De volgende morgen wil de knecht vertrekken; zijn missie is geslaagd. Aan Rebekka wordt gevraagd: ‘Wil je met deze man meegaan?’ Haar antwoord is, letterlijk vertaald: ‘Ik wil gaan.’ In het Hebreeuws keert het woord ‘gaan’ telkens terug in dit hoofdstuk. Dit ‘gaan’ is belangrijk: als de knecht niet was gegaan in opdracht van Abraham, was er geen vrouw uit diens familie gekomen. Als Rebekka had geweigerd om te gaan, was de missie alsnog mislukt. Maar net als Abraham in Genesis 12 gáát zij op weg, een onbekende toekomst tegemoet. En dat blijkt – net als in Abrahams leven – Gods weg te zijn.

Hoe kies jij of je wel of niet ‘gaat’ wanneer iemand iets aan je vraagt wat buiten je comfortzone ligt?

Podcasts we love

Check out these other fine podcasts recommended by us, not an algorithm.

Bijbel in een jaar Artwork

Bijbel in een jaar

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Zij Lacht - Elke Dag Artwork

Zij Lacht - Elke Dag

Nederlands - Vlaams Bijbelgenootschap
Kind & Bijbel Artwork

Kind & Bijbel

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Lezen met je hart Artwork

Lezen met je hart

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Bijbelbekentenissen Artwork

Bijbelbekentenissen

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap