the polygon seahorse podcast, dé podcast over duiken

Episode 55: Fauna en flora van de Oosterschelde met Bas en Mirjam van der Sanden

Glenn De Wilde Season 4 Episode 55

Onlangs waren we te gast aan de Bergse Diepsluis in Nederland, in het busje van Bas en Mirjam van der Sanden. Bas en Mirjam zijn biologen en fervente duikers in Zeeland. Via hun website "Onderwaterbiologie, verrijk je duikbeleving" delen ze hun kennis om de duikbeleving te verrijken.

In deze aflevering nemen ze ons mee naar de fascinerende fauna en flora van de Oosterschelde, een bijzondere duiklocatie. We ontdekten samen met Bas en Mirjam niet alleen de schoonheid van deze onderwaterwereld, maar ook de uitdagingen die deze omgeving ondervindt door menselijke activiteiten.

Bas en Mirjam deelden in deze aflevering enkele intrigerende soorten die je in de Oosterschelde kunt tegenkomen, samen met handige tips om ze te vinden en herkennen. Zo ontdekten we het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke zeepaardjes!

Of je nu een ervaren duiker bent of gewoon geïnteresseerd in de onderwaterwereld, deze aflevering geeft je waardevolle inzichten om je duikervaring te verbeteren en je volgende onderwateravontuur in de Oosterschelde nog boeiender te maken. Dus, laten we samen met Bas en Mirjam dieper duiken in de Oosterschelde!

Volg Bas en Mirjam op Instagram en Facebook.

Support the show

Volg ons op Facebook, Instagram, TikTok en YouTube.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Welkom luisteraars op deze vijfenvijftigste aflevering van onze podcast over duiken. We dachten We gaan nog eens een opname doen aan de Bergse Diepsluis zoals vorig jaar. Dan hadden we prachtig weer. Vandaag is het iets minder weer. We zijn terug aan de Bergse Diepsluis, maar de hemel ziet er grijs uit. Het is momenteel droog. We hebben de zon al een paar keer gezien, maar we hebben ook al heel veel regen gezien. Gelukkig hebben we de camper van Bas en Mirjam van der Zanden, waar we lekker droog zitten nu vandaag en waar we het gaan hebben over jullie als duiker, maar ook als onderwater of bioloog zijnde en fanatiek bezig zijn met wat er allemaal onder water leeft hier in de Oosterschelde. Welkom Bas en welkom Mirjam in onze podcast. Leuk dat je ons hebt uitgenodigd. Heel graag gedaan. Ik zie op de sociale media heel veel dingen van jullie vaak passeren. Jullie zijn ook fanatiek bezig met onderwaterfotografie. Het lijkt erop dat jullie dagelijks hier zijn, maar Miriam zei al in het voorgesprek dat dat zo lijkt. Maar We duiken heel veel, wel fotograferen heel veel, maar we posten ook vaak in, waardoor je het idee krijgt dat we alle dagen hier in het water liggen. Maar als jullie gaan duiken, is het toch altijd met een bepaald doel, Bas? Ja en nee. Vandaag hebben we gedoken zonder doel. En dat is heerlijk. Heel vaak hebben we inderdaad dat we mensen begeleiden. Dan is het zeker met een doel. Als we een cursus geven, is het zeker met een doel. En omdat je als bioloog de zaken volgt, de getijden, de nieuws volgt, maar ook de seizoenen volgt, is er elk seizoen wel weer iets wat je aan het zoeken bent. Waarvan je denkt van, hé, daar let ik wel extra op. Dus zo heb ik vandaag vooral gekeken of ik misschien ook een jonge peilingvisje zou kunnen vinden. Want die zouden nu hun opwachting moeten gaan doen. Oké, dat maakt mij al heel benieuwd om na de opnames te gaan duiken hier aan de Bergse Diepsluis. Ik ben benieuwd ook, ga ik ook naar opzoek dan. En Miriam, wat was voor jou hetgeen dat zo triggerde om onderwaterbiologie te gaan bezig zijn? Ja, we zijn allebei bioloog van opleiding en oorsprong. En toen we onder water gingen, werden we ineens verrast door het vele leven dat je daar ziet. En ja, dan is het natuurlijk superleuk om dat te delen met andere geïnteresseerde duikers. Dus dat was echt wel de trigger. En gaandeweg is er dan iets meer bijgekomen om daar eigenlijk ook wel een soort van missie van te maken? Of benoem ik dat faultief op die manier? Nee, nee. Het is echt wel een missie geworden in de zin van we hebben heel veel zelf ontdekt en we zijn allebei leerkracht, dus je deelt graag bepaalde dingen En kennis delen is leuk, maar niet heel effectief. Je kunt mensen veel beter in een soort bewustewordingsproces begeleiden, waardoor ze zelf ook die kennis willen gaan onderzoeken en gaan bekijken. En wij hadden al heel snel door van oké, Zeenaktslakken vinden wij prachtig. We hebben een vriend die heel erg betrokken is met de Zeenaktslakken, Peter van Bracht. En Mirjam was helemaal de weg geweest. Maar dan moet Mirjam eigenlijk vertellen hoe de slakkenkaart eigenlijk... En het is eigenlijk de aanzet geweest om steeds meer te gaan delen. Ja, we gingen in het zeenaaktslakken. Dat was inderdaad super interessant onder water. Mooi kleurrijk, steeds weer een nieuwe ontdekken. Op een gegeven moment kwamen we ergens boven bij een duikstek, Burgsluis, en daar stonden verschillende duikers op de duikstek boven en de een had die slak gezien en de ander die en de ander die En we hadden echt zoiets van hoe kan het nou? Zoveel slakken. We hebben er maar twee of drie gezien. En we dachten echt van wat is dat dan voor slak? Die ken ik helemaal nog niet. Ze hadden het over een frambozenslak en de andere had het weer over een luciferslak. En wij dachten van... Zo'n gekke namen ook allemaal. Ja, ja, ja. En wat bleek nu, heel veel slakken hebben verschillende namen. De een noemt het de frambozenslak, terwijl het eigenlijk de gorgelpijpknotslak is. Dat is de officiële naam. Dan is het natuurlijk ook nog een Latijnse naam. En dan hadden we weer iemand uit een ander land. Die noemde hem weer anders. Op een gegeven moment was het zo verwarrend dat we niet meer wisten hoe het zat. En ik dacht, weet je wat? Ik ga even alles op een rijtje zetten. Ik neem de slak, het eitje en wat hij eet en dat zet ik dan bij elkaar. En dan kan ik makkelijk onthouden welke slak het is en hoe ik die kan vinden. En ik had dat allemaal redelijk op de computer voor mezelf in elkaar gezet. En toen crashte onze computer en toen waren we alles kwijt. Ai, ja, geen backup natuurlijk. Nee, dat is typisch dan ook. Uiteindelijk kwamen we inderdaad in gesprek met Peter van Bracht en die had ook al jaren zoiets van ja, ik wil het eigenlijk ook wel eens allemaal op een rijtje zitten. Die heeft heel veel kennis van die slakken. En dan zijn we samen tot dit product gekomen. Misschien ken je hem wel. Ja, absoluut. Ja, de zoekkaart. De Nederlandse zeenaaktslakken. Nou ja, je ziet het. De slak, het eitje, zijn voedsel. En dan... Ja, op die manier makkelijk ook om op zoektocht te gaan eigenlijk. Precies, precies. Ja, want zo kun je ze natuurlijk makkelijk vinden. Dus eigenlijk ook weer zo'n voorbeeld. Een hulpmiddel om zelf aan de slag te kunnen gaan met Het leven onder water. Niet dat je ons mee moet nemen aan een handje, maar hiermee kan je zelf ook aan de slag. En dat doen we graag, inderdaad. Ja, tof! Ik had ze inderdaad al gezien in de verschillende duikwinkels hier in Zeeland. Zijn ze verkrijgbaar. Een heel handig middeltje als je je doel gericht op zoek wil gaan naar de zeenaaktslakken. Maar dat niet alleen. Jullie doen ook geregeld weekendjes, heb ik begrepen, dat jullie organiseren. Ja, dit is eigenlijk echt wel een van de aanzetten geweest waarop wij dachten, we gaven ook al weekenden voor onze eigen duikvereniging. We maakten weekenden, programma's en een thema en bouwden dat helemaal uit. En gaandeweg kwamen we steeds meer mensen tegen op de bouwstek. En toen zijn we op een gegeven moment toch eens gaan nadenken... Hoe we dit kunnen doen. We gaan gewoon onderwaterbiologie beginnen. En als mensen een lezing willen, dan heb ik mijn foto's. Mirjam deed in die tijd vooral ook de video's. En dat is uitgegroeid en is eigenlijk gewoon uit de hand gelopen. En zeker toen we in corona ook op zoek waren naar alternatieven, hebben we inderdaad dit busje gebruikt als mobiel lokaal, twee mensen uitgenodigd, konden we keurig netjes volgens de regeltjes nog net alles doen zoals het moest. En dat was zo ontzettend leuk en daar hebben we zoveel enthousiaste reacties op gehad. En je neemt mensen echt mee. Je doet eerst een stukje theorie in de bus met een onderwerp, wat de persoon zelf graag wil. En vervolgens ga je het water in op de geschikte plek om dat onderwerp optimaal te laten zien. En die begeleide duiken zijn gewoon fantastisch. Het is gewoon echt genieten om zo'n iemand boven water te komen. En dan kom je iemand een half jaar of een jaar later tegen... En die zegt dan doodleuk van... Sinds die dag zie ik zoveel meer. En dat is wel wat ons doel is. Ik heb echt zoiets van, we moeten dat onderwaterleven zoveel mogelijk naar boven brengen. En wij doen dat voor vooral ook duikers, maar we doen het ook daarnaast gewoon voor lezingen aan iedereen die daar behoefte aan heeft. Het is vooral voor jullie heel leuk om die mensen zo enthousiast te zien bovenkomen, terug na de dag. Dingen gezien die ze misschien daarvoor nog nooit gezien hadden. En de vragen die we dan naden krijgen. Want wij zitten natuurlijk vrij fanatiek op Facebook en dergelijke, wat je net al zei. En mensen weten ons te vinden, dus je krijgt allemaal vragen van hé, wat denk je? En dan is het de verleiding groot om meteen je kennis te dumpen. Maar veel leuker is het om dan iemand te vragen om zelf in een bepaalde hoek verder te zoeken. Want zo gauw iemand zelf dan die kennis bij elkaar zoekt, dan kom je weer een stapje verder. Dus het is vaak niet het antwoord wat mensen enthousiast maakt, maar de manier waarop wij ermee omgaan en waarbij we dus het leerproces gewoon blijven stimuleren. Ja, inderdaad. Wel heel leuk om te zien dat jullie uiteindelijk van jullie studie, slash het duiken, de hobby, uiteindelijk ook wel daar echt dat mooie kunnen gaan combineren hebben. Het opleiding geven als leerkracht komt dan dat toch terug een stukje kijken. Dus eigenlijk jullie leven draait volledig rond hetgeen wat jullie dagelijks doen. Of in hoeverre moeten we dat dagelijk inschatten dat jullie ermee bezig zijn? We gaan eerst even de schuifdeur een beetje dichtdoen. Het begint inderdaad te regenen. Het wordt tevreden. Het begint nat te worden. Het wordt hier nat. Ja, even. En voilà. En dan zitten we in ons kokonnetje helemaal. Helemaal in de kokonnetje. Helemaal lekker binnen. Zelfs met geblindeerde raten, dus vramen. Nou, alleen voor ik had niet. Nee, oké, maar goed. Gelukkig maar. Nee, nee. Voilà. Nee, tuurlijk, kijk. We hebben alle twee ons werk gewoon en we hebben een mooi gezin en we hebben ook naast duiken en onderwaterbiologie nog een hobby, gewoon algemene natuur. Dus we willen ook, als er een hop gesignaleerd is, de vogels achterna en een boomkikkertje zoeken, vinden we ook hartstikke leuk. Dus het beperkt zich niet tot het duiken. Maar het is wel een grote broek in de vrijheid die we hebben. Ja, ja. En we hebben daar ook wel echt volgens zelf regels een stukje beperking in gezet. De biologische duikdagen die we organiseren hebben we echt gezegd van nou eens in de twee weken willen we het doen. Maar we gaan het niet ieder weekend doen. Simpelweg omdat we onze eigen duikjes ook willen. We willen ook de passie en de hobby houden zelf. Ja, ja, absoluut. Dat snap ik. En als er dan ergens weer iets bijzonders gezien is, dan is het leuk om daar weer even achteraan te gaan. Ja, inderdaad. De Bergsche Diepsluis, hier zitten we. Een duikplaats die heel populair is. We zien het hier, zoals vandaag. Maar met wat slecht weer staat de parking aardig vol uiteindelijk. Waarom denk je dat deze plaats zo populair is, buiten het feit dat je hier eigenlijk altijd kan duiken? Dat is wel dé belangrijkste reden. Dat is wel dé reden. Het is én Oosterschelde én je kunt er volcontinu duiken. Zoetersbout is er ook nog een plek voor. Maar ja, vanuit België wordt er behoorlijk wat richting Zeeland gedoken, simpelweg omdat in België zelf de kust nauwelijks te beduiken valt. Dus dit is wel dé stek om binnen te komen. En dat geldt eigenlijk voor heel Brabant, dat geldt eigenlijk voor heel Nederland. Dus een groot deel van Nederland is dit de eerste stek waar je gewoon dag en nacht in zout water kunt duiken wat Oosterschelde is. Grevelingen is ook erg populair, kun je ook dag en nacht duiken, maar de diversiteit in de Grevelingen is weer iets minder als in de Oosterschelde. Dus dat maakt de Oosterschelde gewoon een hele toegankelijke en veilige stack om toch verrassende dingen te kunnen zien. Ja inderdaad. Als we kijken naar zeepaardjes, zeepjas, waar worden ze gezien? Kijk maar in alle logs. Ja omdat hier heel veel gedoken wordt, wordt hier eigenlijk ook bijna alles gezien wat er ook is. Tuurlijk zitten die dieren ook overal elders. Wordt er minder gedoken, worden ze minder gezien. Maar alles bij elkaar heeft deze stek en de voorzieningen, een aantal toiletjes, toegankelijkheid en ook de trap, de ingang is goed te doen. Je kunt op verschillende plekken te water. Je kunt van het strand afgaan, je kunt bij de hangkultuur duiken, je kunt zelfs aan de overkant te water via een trap. Kortom, er zijn heel veel mogelijkheden om te variëren bij de Bergse diepsluis. En niemand weet wat je er ooit gaat zien. Happie de zeehond heeft hier een jaar rondgezwommen. Er is zelfs hier een keer een walvis eventjes gespot en weer teruggedraaid. Ja, echt? Ja. Er worden hier haaien waangenomen. Aan de andere kant van de sluis zitten de weervissers, die echt van alles en nog wat vangen. We zijn een keer meegeweest en dan komen er gewoon de roggen naar boven. Ze zitten hier gewoon. En de kans is er dat je ze tegenkomt. Dus het maakt gewoon elke keer weer spannend om te duiken. Ja, inderdaad. Je hebt het daarnet inderdaad al benoemd door het feit dat hier heel veel duiken gelocht worden, worden hier heel veel waarnemingen gedaan. Waarnemingen die in verhouding waarschijnlijk dan ook op andere duikplaatsen zouden kunnen, moesten daar meer waarnemingen gedaan worden. Dat is iets waar heel veel mensen bij stilstaan, denk ik. Dat het onderwater leven in de Oosterschilden zo gevarieerd is. Ja, dat is zelfs voor ons is het nog iedere keer een verrassing. Als je kijkt Wat je iedere keer tegenkomt, de hoeveelheid soorten, is bizar. Ga je in het bos wandelen, ben je blij met een konijntje. Maar onder water, alles wat je ziet onder de 10 meter, zijn dieren. En het is een enorme variëteit aan dieren. En ook die variëteit, die varieert ieder jaar weer. Een ruwe vratslak die twee jaar geleden voor het eerst in het Berchtse Diepsluis wordt gezien, zit nu door de hele Oosterschelde en de hele Grevelingen heen. Dieren die we nooit hebben gezien komen in één keer tevoorschijn. Afgelopen weekend weer een nieuwe zeenaakslak voor Nederland. Naast de ruwe fratslak hebben we nu ook de gladde. De ruwe en de gladde. Zoals de dikke en de dunne dan eigenlijk. Ja, de ene is ook wat groter en heeft gladdere vatjes, de naam zegt het al. Dus ja, de dikke en de dunne inderdaad. En hoe komt dat er plotsling toch zo van die nieuwe soorten worden ontdekt? Nou, er zijn natuurlijk allerlei dingen die we denken en niet zeker weten. Dit is ook zoiets. Zo'n ruwe vratslak is een nieuwe soort die in een keer verschijnt helemaal aan het einde van de Oosterschelde. Wordt die voor het eerst waangenomen. En we zien hem ook hier eieren afzetten, we zien hem ook hier voortplanten en we zien dus ook vanaf hier dat andere duikstekken in de Oosterschelde eigenlijk steeds verder bevolkt raken. Ja, en dat gaat snel, want in de NRC vorig jaar was er een slagge eigenlijk nog niet te vinden, maar nu uiteindelijk al zelfs tot in de Grevelingen. Ja, en dat is omdat de larven een fase hebben dat ze in het water drijven. Dus al die jonge larven die hier uit zijn gekomen zijn met de stroming mee de Oosterschelde ingedreven. Maar doordat we zien dat die van uit het Berchtse Diepsluis geleidelijk aan de hele Oosterschelde heeft overgenomen, in die zin bevolkt heeft, net niet overgenomen, bevolkt heeft, kun je stellen dat die hier als eerst is aangekomen. En hoe kan dat dan? Nou, en dan kijk je al heel snel naar de handel in mosselen. Waarbij ze Dus aan de andere kant van de Bergse Diefsluis, waar die weervissers ook zitten, daar zijn ook een aantal percelen waar de mosselvissers hun mosselen tijdelijk te rusten leggen voordat ze de handel ingaan. Ze worden verzameld, ze worden daar neergelegd en zodra de handel erom vraagt, worden ze daar opgepakt en naar de veiling gebracht. Ja, die mosselen komen soms ook van andere plekken. Dus op die manier breng je wel eens per ongeluk, zonder dat je weet, dingen mee. Daarnaast is het bekende verhaal van het ballastwater, maar dat hebben we hier niet. Dus voor dezelfde geld heeft iemand met een duik in Frankrijk zijn pak en alle spullen niet gespoeld, zijn spullen niet gespoeld, het eierkapseltje Toevallig. Ja, je weet het niet. Een boot waar het aan hangt. Kan ook, hè? Er zijn echt heel veel mogelijkheden. Maar dat wij mensen daar een rol in spelen, de kans dat dat zo is, is vrij groot. En is dat alarmerend? Of is dat iets dat je zegt van dat is nu eenmaal de gang van zaken zo is eigenlijk heel de wereld al geëvolueerd doorheen al die miljoenen jaren? Niet die miljoenen jaren. Die miljoenen jaren zijn er geen vliegtuigen, geen boten, geen menselijke activiteit die die interactie zo enorm hoog heeft gemaakt. De interactie over de hele wereld, die globalisering maakt dat er heel snel heel veel dieren van de ene kant van de planeet naar de andere kant kunnen gaan. En dan krijg je echt wel van die explosies van dieren. Ik kijk naar de buikstreepneemertijn, een lange mooie worm die we... Nooit van gehoord. Ja, als je een soort wormen hoort opkomen. Maar de buikstreepneemertijn heeft vijf jaar geleden, misschien al wat langer, in één keer kwam hij aan, voor het eerst in Nederland, en in één keer waren alle pauwkokenwormen opgegeten door die wormen. Toen is die worm weer ingestort, want er was geen eten meer, en kwamen de pauwkokenwormen terug. Dit jaar zien we in één keer weer het opbloeien van die buikstreepnemertuin, want die heeft weer veel eten dus die plant zich ervoor. En dat is een golfbeweging die je ziet ontstaan. Is dat erg? Ja, eigenlijk hoort dat dier hier niet thuis. Maar in de biologie is het zo dat het dier een plaats gaat vinden in dat ecosysteem. En de Japanse oesters horen hier niet thuis. Maar Waarom is het zo mooi duiken in Nederland? Door die oesters. Want daar zit alles op. Is het erg? Ja, je vraagt het mij, is het erg? Ja, voor een aantal soorten is het erg. Voor andere soorten is het weer gunstig. In zijn totaliteit is het wel zo dat als de biodiversiteit afneemt, de weerstand ook afneemt. Dus monoculturen zijn heel kwetsbaar. En als er bepaalde soorten enorm gaan domineren, is er vroeg of laat... Het gaat puur over de balans houden in dat hele ecosysteem dat daar belangrijk is. Daar komt een stukje op neer dan. Ja. En hoe kunnen wij bepalen of iets erg is dan? Ja. Ja, dat is best een ingewikkelde vraag. Ja, tuurlijk. Het is eigenlijk een beetje de natuur zelf die het op een gegeven moment zal aangeven. Op een of andere manier dat het... Corona? Bijvoorbeeld. Ja, met corona. Het is wel een constatering. Waarom kan zo'n ziekte zo enorm toeslaan? Omdat we gewoon met heel veel mensen zijn. Daarom kan zo'n virus in één keer zo opspelen. Ja, inderdaad. Want ook hier aan de Bergse Diepsluis blijven we wel een mooie variatie van fauna en flora hebben, maar ook hier hebben we tot de laatste jaren wel wat verandering zien gebeuren. De hangcultuur, de mosselhangcultuur is enorm uitgebreid. Dat maakt dat je enorme hoeveelheid voedsel ingevangen wordt, maar die dieren die poepen ook allemaal. Ja, en ik weet niet of je wel eens een keer echt recht onder de hangcultuur bent gaan kijken. Nou, dan is dat zeker een keer een aanrader om te doen. En dan is het vooral zaak dat je niks laat loslaten, want als je daar een lamp of zo zou laten vallen, die verdwijnt in een laag blubber, maar dat is allemaal de uitwerpselen, en die stromen ook mee links en rechts en dat vormt enorme schimmelmatten, want in die uitwerpselen zit natuurlijk van allerlei eiwitten die weer voor die bacteriën interessant zijn en voor die schimmels. En dat is hetgeen dat we ook inderdaad zien hier vooraan aan de Bergse Diepsluis. Die schimmelvorming, dat ook daar de bodem heel los en heel... Het minste dat je daar beweegt, dat je daar toch wel ophoeling krijgt. En dat is dat eigenlijk allemaal. Weinig stroming. Weinig stroming. Ja, het is het uiteinde van de Oosterschelde natuurlijk hier. Ja, ja. Het stopt hier. Het is het einde en daar verzamelt eigenlijk alles van, een soort van afval. Nee, het is niet eens verzamelen, het is de tijd die het nodig heeft om te bezinken. Ah ja, oké, op die manier. En als er veel stroming is, dan stromt het weg en dan wordt het ook meegenomen van de bodem. Maar hier heeft het tijd om te bezinken en vervolgens is er geen stroming om het mee te nemen. Zo gauw als het een beetje waait, net als vandaag, dan zie je dat het ook los komt. En dan zie je ook dat het zicht in zo'n Berse diepsluis heel snel heel slecht kan worden. Vandaag hadden we ook wel wat stroming. Ja, ja, toch ja? En dat komt dan door de wind die dan eigenlijk... Onder andere ook, hoor, denk ik. Het getij speelt ook wel mee natuurlijk. Dus het is een combinatie van dingen. Meestal stroomt het genief, maar vandaag was er toch wel wat stroming. Ja, inderdaad. Want mensen denken inderdaad, er is geen stroming, het is hier makkelijk duiken, het is hier ook makkelijk duiken, maar zo zie je ook maar weer dat het duiken in Nederland, Zeeland, de Oosterschilden, toch ook wel wat opleiding vraagt. De kwestie van het weten, getijden, stroming, hoe zit dat eigenlijk allemaal in elkaar? We zitten hier inderdaad onder de Bergse Diepsluis. Ik heb het al een paar keer gezegd. Het wordt weer terug warmer. Het is echt van dat weer dat we... Het is weer droog. Het is weer even droog. We doen weer terug de... Voilà, kijk, de zuurstof komt zo direct terug binnen. Dus terug ademen. Nee, de Bergse Diepsluis hier waar we nu samen zijn, de zeepaardjes zijn hier natuurlijk het gespreksonderwerp, vaak op de parking. Plotseling waren ze er daar. Een aantal jaar geleden hoorde je dat minder over vertellen. Dan was het al een unicum dat je een zeepaardje tegenkwam. Nu begint het eigenlijk bijna, ik zal niet zeggen een vast stand feit zijn, maar de kans dat je een zeepaartje tegenkomt is best wel groot als je goed zoekt en je weet waar je moet zoeken. Hoe komt dat plotsling, denk je? Hoe komt dat? Wat we weten is dat er al jaren zeepaardjes zijn. En ook in de Oosterschelde zijn er zeepaardjes. De aantallen variëren nogal. Ik vind het een mooi verhaal. Er is een Belgische kotter geweest die een keer met een sleep om vis te vangen... Ruim 200 zeepaartjes in zijn net had. Zo, 200 zeepaartjes! Het zijn dieren die zich natuurlijk redelijk snel kunnen voortplanten. Als de omstandigheden goed zijn, krijg je redelijk snel behoorlijk wat zeepaardjes. En blijkbaar zijn de omstandigheden in de Oosterschelde de afgelopen jaren... Gunstig geweest voor de dieren en hebben we dus veel zeepaardjes. Welke omstandigheden dat zijn geweest, dat is altijd een beetje de vraag natuurlijk. Is het dat Oosterschelde niet de hoogste dip of stijging heeft gehad van temperatuur. De temperatuur is de laatste jaren redelijk stabiel geweest, geen hele strenge winters. En we weten wel van zeepaarden dat ze in de winter het zwaar hebben. En ja, als jij geen strenge winters hebt, dan kan zo'n populatie overleven. En dan groeit zo'n populatie. Ja, het is wel opvallend. En waarom hebben we ze nu in één keer weer een mindere aantal als vorig jaar? Terwijl het ook weer een hele zachte winter is geweest, ja, daar kun je jezelf ook weer allerlei vragen bij stellen. Van wat de reden is dat. Maar ik durf daar nooit 1, 2, 3 een antwoord op te geven, omdat ik weet uit het ecologische verhaal, is altijd complexer dan wat wij mensen denken. Wij mensen denken heel erg lijnig. Wij denken heel erg van het een heeft met het ander te maken. Maar in de ecologie, als je een beetje ecologisch onderweg bent, dan zie je al heel snel dat er duizenden factoren in spelen op het hele geheel wat zich daar voortbeweegt aan alle kanten. Dus ja, ik kan suggesties doen, ik kan heel veel ideeën hebben. Aannames eigenlijk. Aannames doen. Maar probeer het maar eens te bewijzen, zeg ik dan altijd. Nee, nee, nee, absoluut. Maar het is wel leuk. Ja, absoluut. Het blijft toch een van de belangrijkste trofees als duiker om het zeepaardje te zien en als fotograaf het dan ook eens te kunnen fotograferen. Het is een aantrekkelijk diertje om te zien natuurlijk. Ja, Heel sierlijk. En hoe hij aan het jagen is en kleine prootjes opeet. Ja, klopt inderdaad. En de wonderlijke voortplanting natuurlijk van het zeepaardje. Hebben jullie het al kunnen gadeslaan? Nou Wel de volle buidel. Bas heeft een keer een soort paringsdans gezien tussen twee zeepaardjes. Maar dat is het toch wel. Niet echt de daadwerkelijke paring van een zeepaardje. En wel mannetjes met een volle buidel. Maar ja, dat zou wel heel mooi zijn natuurlijk. En is het effectief zo dat als je er eentje ziet, dat er altijd een tweede is? Dat zeggen ze toch ook? Niet altijd, maar vaak. Als je een vrouwtje vindt, dan is de kans heel groot dat er in de buurt een mannetje is. Maar niet andersom? Andersom is een mannetje wacht vaak op een bepaalde plek en probeert vrouwtjes te trekken. Je ziet het eigenlijk al heel vaak aan het gedrag. Als ze redelijk vast op één plek blijven zitten, dan weet je van... ...Oh, dit is interessant. Nu moet je echt vijf meter in de omstrek alles eens goed afzoeken. Want dan hebben ze waarschijnlijk een koppel gevormd. Het is ook heel prachtig om, Als je dan wat verder gaat lezen, ik heb het boekje nu bij me, maar er zijn heel veel boeken over zeepaardjes, ze begroeten zich elke dag, dus ze zwemmen even naar elkaar toe, en dan gaan ze uit elkaar een soort bevestiging van wij zijn nog samen. En als één mannetje zijn buiten vol heeft, dan is het ook zo dat de eiproductie bij de dame synchroon loopt met de broedperiode van het mannetje. Dus ze kunnen zo 3-4 keer de buidel volmaken in een jaar tijd en drie vier keer kunnen er dus honderden jonge zeepaardjes geboren worden en dat zei ik net al ze kunnen dus heel snel heel veel jongen krijgen op die manier ja helaas worden er ook weer veel op gegeten ja dat zal wel. Ze zijn heel klein, hè. Ja, natuurlijk. Twee paardjes is al klein, dus de jonkies willen nog kleiner in het huid. Die hebben we ooit wel gezien. Nou, ik heb hem ooit gezien. Ah, dat is wel leuk om te zien dat er ook tussen jullie een beetje een strijd is van ik heb die al gezien. Check. Ja, nog niet. Ja, dat is wel leuk. Ja, het liefst zien we ze samen natuurlijk. Maar ja, dit was met een biologische duikdag en Bas was met de ene cursus en ik was met de andere weg. Ik had ooit gelezen dat kleine jonge zeepaardjes zich in de waterkolom bevinden en zich vastgrijpen aan kleine objecten. Toevallig was net het gras gemaakt hier. Er lag veel gras in de Bergse Diepsluis, dus onder water. En ik zat toch steeds, terwijl ik met de cursist was, in de waterkolom te speuren naar de grasbrietjes. Van, hangt er iets aan? En waar rempel aan een grasbrietje hing een heel klein zeepaartje. En over hoe groot spreken we dan? Een paar millimeter? Ja, een paar millimeter. Ja, dat is echt geluk hebben dat je daar echt toevallig op kijkt, want dat is anders... En ik probeerde dat duidelijk te maken aan de cursist die ik mee had, de buddy. Ik zei van, kijk in de waterkolom. En die had zoiets van ja, waar wees je nou naar? En die zat naar grote dingen te zoeken, kwallen, andere zaken. Uiteindelijk dacht ik ja, ze gaat het niet zien. Dus ik heb het grasblitje toch even vastgepakt, voor de neus gehouden. En toen was er een moment van euforie. Hij ging helemaal uit ons dak onder water. Ja, dat was een bijzonder moment. Op sommige momenten zou je willen kunnen echt praten onder water. Ja, nou dat kan ook wel. Wij kunnen dat. Ik snap dat, ik snap dat. Ik heb dat met mijn vrouw ook. Niet altijd even succesvol, maar op sommige momenten lukt dat inderdaad. Dat je elkaar toch iets duidelijker kunt maken op die manier. We hadden het terug nog eens over die zeepaardjes. Mannetjes, vrouwtjes. Hoe herken je een mannetje? Hoe herken je een vrouwtje? Het is het buikje. De vrouwtjes die hebben een buikje dat abrupt aan de staart eindigt. Dus daar zie je echt de buik en dan een kromming en dan begint de staart. Dat is eigenlijk een deukje bijna en dan zie je ook de anaalvin zitten als je heel goed kijkt. Een heel klein vinnetje. De mannetjes die hebben daar de broedbuikel onder zitten. Dus daaronder start de broedbuikel en die loopt geleidelijk over in de staart. Dus die heeft een veel geleidelijker overgang tussen de buik en de staart. En ja, als je het eenmaal gezien hebt, is het echt heel simpel om te zien, Maar je moet het wel een keer heel bewust gezien hebben. Dat kan ik me bij voorstellen, want die broedbuidel is er niet altijd, denk ik dan. Of toch niet zo expliciet zienbaar. Dat is het punt. Hij is niet altijd vol. Ja, exact. Dan moet je inderdaad soms even goed kijken van, hé, hoe zit dat? Maar goed, meestal als ik een foto krijg van de zijkant van het paardje, want dat is ook zo'n gezicht zoiets, als je van de voorkant van het paardje de foto maakt, is het veel moeilijker om het te zien als van de zijkant. Dan is het wel vaak uit te maken of het een man of een vrouw is. We gaan dat test eens doen. Ik heb toevallig vorige week... Ah, ah. Ik ga hem even opzoeken. Ik heb vorige week aan de Stavnitz Slipway gedoken en daar een zeepaardje per toeval ook tegenkwam. Het zwom vrij. Oh, dat zijn de mooiste. Ja, het zwom vrij. De toevallige. En daar vlakbij nog een kleine sepia erbij. Dus het was eigenlijk best wel een succesvolle duik inderdaad. Dat is vaak, dan komt alles tegelijk. Maar ik denk niet dat het zienbaar genoeg gaat zijn. Wat denk je zelf? Moeilijk denk ik zienbaar. Nee hoor. Ik denk dat ik het ook wel weet. Wat denk jij? Ik zou echt niet... Ik heb totaal geen idee. Heb jij hier nog een plaatje van hem? Ik denk... Ik weet niet welke hierop staat. Ja, Een mannetje. Een mannetje. En hier zie je ook deze buik eens een beetje open. En als je goed kijkt, zie je hier ook een beetje een blubbertje zitten. Een blubbertje? Ja, hij zit niet vol. Bedoel dit hier? Ja, dat is hem. Dat is de broerbuigel. Hij heeft ook een iets ander kleurtje. Ja, en een andere textuur ook. Ja, heel dood. Want die wordt opgerekt en weer... Ja. Oké, dus had ik verder gezocht? Ja. Had er nog wel iets over? Nee. Nee? Hij is een zwomrond. En als dieren zeepaardjes rondzwemmen, dan is de kans groot dat ze nog op zoek zijn naar een plek. Hij kan verstoord zijn door een andere duiker. Het is echt een bekende duikstek, veel duikers. Dus dan gaan ze wel eens rondzwemmen. Zie ik hier ook bij de zeepaarden. Sommigen die zo gauw als je aan de buurt komt, dan gaan ze al draaien. Dan denk je van, oh die heeft al wat veel bezoek gehad. Ja. Maar als die... Eigenlijk zou je er dan een tijdje bij moeten blijven op afstand. Kijken of die naar een plekje zwemt waarvan je denkt van hey dit is echt zo'n vast plekje. Je ziet het ook echt, ze zwijmen vrij direct naar het plekje waar ze het liefst zitten. De zeepaardjes die ik vanochtend heb bezocht op de Berger diepsluis zaten exact op de plekken waar ik ze verwachtte. Maar ook werkelijk op de millimeter nauwkeurig weet ik op het stokje waar die het liefste zit. En ze zaten er. Ze zaten er dus met twee? Ja, ik heb er vanochtend helaas maar drie gevonden. Die eerste was een koppeltje. Ja, en dat koppeltje zit er al langer. En dat is gewoon ontzettend leuk om te zien. We hebben dat ook onze collega's naartoe gebracht, want die hadden ze nog niet gezien, ze hadden al zelf een keer gezocht. Ik zei dan zwem even met me mee, dan wijs ik hem aan. Dus ik had eerst aan hun het mannetje aangewezen. Vervolgens ben ik even teruggegaan en heb Mirjam opgepikt. Onder water, allemaal afspraken. Als je hier veel tijd kan! Weet je waar iedereen is onder water ook! Toen wist ik dat zij achter op het rek zat en daar het mannetje zat. Ik weet dat hier vooraan het vrouwtje zit. En inderdaad, we vonden het meteen het vrouwtje. Dat is gewoon zend leuk en vervolgens komen die twee van ja we hebben nog een zee naald. En dan zij zat de foto Mirjam zat te fotograferen bij het tweede paardje en zij hadden niet door, ondanks dat ik het al een paar keer had gezegd, er zitten twee paardjes op dat rek. Zo gefocust bezig. Zo gefocust bezig, zo blij met één paard, dat ze gewoon vergeten welke info. Maar dat vind ik wel mooi, want Dat is het enthousiasme en dat is ook hoe blij je mensen kunt maken dat ze eindelijk een keer op hun gemak een dier rustig hebben kunnen fotograferen. Het mannetje is daar ook gewoon veel fijner om te fotograferen. Die is daar veel rustiger onder. Dat is het mannetje ook wat ik toevallig laatst poste dat aan het eten was. Ja, heb ik gezien. Dat dier was gewoon zo op zijn gemak en dat was zo rustig aan het eten en het foerigeren dat ik er rustig bij heb gehangen. Tuurlijk met een pilotlamp aan de kant, geen pilotlamp erop. Dat zijn natuurlijk wel een hoop regeltjes waar ik mezelf aan hou om het dier toch proberen zoveel mogelijk gedrag te laten vertonen. En weten dat ik altijd een verstorende factor ben. Natuurlijk. Maar Ik heb vandaag gezien dat er nog meer verstorende factoren zijn. Oei, zoals? Ze werden flink lastig gevallen door krabben. Ah ja? Ja, ja. Ik viel me op. Zowel de hooiwagenkrabben als de strandkrabben. De hooiwagenkrabben heb ik ook al eens gezien. Daar heb ik ondertussen, drie jaar geleden denk ik, ook inderdaad een filmpje van gemaakt van een zeepaartje die best wel last had van een hooiwagenkrab. Ja, dat was... En op een gegeven moment ging die ook echt zwemmen. Zo van, die krab die kneep hem echt in zijn staart. Maar... Ja. Ik dacht, wat gebeurt hier? Ik heb het even gefilmd ook. En uiteindelijk toen hij ging zwemmen had ik mijn film al uitgezet. Maar hij is daar zoiets van, nou ben ik er klaar mee, ik zwem naar een ander stokje. Dus ook krabben kunnen vervelend zijn. Bizar toch, dat die dieren zich gedragen tegenover elkaar. Het stelt inderdaad aan de vraag bij waarom ze dat doen. Welke aanleiding zal dat zijn? Territorium? Ik weet het niet. Heeft een krab uiteraard überhaupt een territorium waar hij zich aan houdt? De mannelijke krabben hebben vaak een dominant plek. Misschien is dat een aanleiding dan? Kan hoor. Of gewoon, het is ook gewoon een vis, misschien wil hij hem al opeten. Kan ook nog. Misschien ziet hij alleen het staartje. Dan denkt hij, een worm. Die wil alleen maar eten de hele dag. Ja, dat is ook waar. Kan ook. En we het nu toch over krabben hebben. Ook dat is, denk ik, hebben we toch al links en rechts een keer moeten opvangen. Dat er ook een soort van vreemde soorten beginnen op te steken hier in de Oosterschelden, of valt dat best wel mee? Het is innovatief. Het is echt, Als je de eerste meter kijkt in de Oosterschelde, maar ook in de Grevelingen, ook in het Veerse Meer, je komt allemaal exotisch tegen. De penseelkrabben, die gelukkig nu weer een beetje belaagd worden door de blaasjeskrabben. Maar het zijn twee soorten die je helemaal niet thuis hoor. De strandkrab maakt het moeilijk. En voor die tijd hebben we altijd natuurlijk de fluwelen zwemkrabben gehad, die nu nog steeds opspelen. Zolang er geen strenger winter is, Zullen die dieren een behoorlijke impact hebben op de... Aluchtonen? GELACH. De strandkrab en de Noordzeekrabben hebben eigenlijk nergens last van, heb ik soms het idee. Die trampen overal wel doorheen. Maar natuurlijk, net als bij verschillende soorten slakken en wormen. Alles krijgen we vreemd binnen. En ja, 80-90 procent van wat jij ziet onder water hoort hier helemaal niet thuis. Kijk maar naar de namen. Japans, Bessewier. Ja, alles komt uit het buitenland zo ongeveer. Dus zelfs het muiltje, wat een hele Nederlandse soort lijkt, blijkt een Amerikaanse exote te zijn. Het muiltje? Het muiltje, ja. Vertel. Het muiltje is een schelp diertje. Ik weet niet of ik hem in mijn doosje heb zitten. Ik denk, oh wel, zit hier een muiltje in? Nee, er zit geen muiltje in. Dat is nou jammer. Dat zijn allemaal schelpjes die dat effecteert. Dit zijn allemaal Oosterschelde en Nederland. Dit is allemaal de Nederlandse kust. Op het strand veel gevonden. En dat maken wij dan zo af en toe in een kistje. En dan daagt dat mensen uit om te vragen wat is dat dan. En dan heb je weer een verhaal. De haaientanden zelfs ook. Ja, die hebben we inderdaad. En de haaie-eieren. Ja, en rogge-eieren en skeletjes van egels. En ja, eentje die we de laatste tijd veel tegenkomen, ook in de Grevelingen, de Bondmantel. Ja, klopt. Ja, dus echt zo'n schelp die we ook jarenlang niet gezien hebben of weinig gezien hebben, die nu echt vrij massaal en heel mooi is. Ja, absoluut. Heel fotogeniek. Ja, daar zijn we dol op. Absoluut, inderdaad. Hier aan de Bergse Diepsluis heb ik ook altijd het gevoel, als je hier toe komt, dat het op een of andere manier ook elke keer anders is. Snap je wat ik bedoel? We hebben hier wel de... Je weet wel wat je ongeveer kan gaan verwachten, maar het blijft toch altijd een soort zoektocht dat je organiseert. Het leeft, elke week is het anders. Maar toch weten jullie perfect waar dat dingen te vinden zijn. Heb je zo wat tips voor mensen die zeggen van kijk, dat of dat is makkelijk, als je daar rekening mee houdt dan heb je kans tot dat. Of is dat moeilijk om dat zo specifiek te zeggen? Eigenlijk wij geven vaak de cursus meer zien dat kan. En dat is eigenlijk wat je nu vraagt. En daarin onderkennen wij eigenlijk drie dingen die elkaar continu aan het versterken zijn als het goed is. En dat is het kijken, het kennen en de kunde. Dus kijken, kennis, kunde, dat is voor ons een kringloopje. Je kijkt en goed kijken is een kunst. Dat laten we ook in zo'n biologie-dag echt mensen beleven. Dat kijken, voor veel mensen is kijken heel natuurlijk. We kijken ons hele leven lang, wij denken alles te zien. Maar als je echt gaat kijken, wat je werkelijk ziet, is dat bar en bar weinig. En dat maakt dat als je daarvan bewust wordt, dat je op een andere manier gaat kijken. En dat geldt voor de Berchtse Diepslui ook. Als je daar op een andere manier gaat kijken, 90 procent van het anders kijken is rustiger en beter kijken, dan zie jij dingen. Als jij daar niks mee doet, dan zal je daar nooit een stap in maken. Maar als jij daar wel iets mee gaat doen, als jij jouw kennis rond wat jij gezien hebt gaat verrijken, als jij daar literatuur gaat kijken of vragen gaat stellen aan iemand, ja als jij daar kennis aan gaat koppelen aan wat je gezien hebt, uiteindelijk de naam van een dier vindt, waardoor je veel meer informatie over dat ene dier zou kunnen opzoeken, dan ga jij dat dier begrijpen. En als je dan vaker zo'n dier gaat zoeken, ga je zo'n dier een beetje analyseren en kom jij tot de conclusie van hé, nu deze omgeving, hé, maar dit is de omgeving waarin een sepiola zich heel erg prettig zou maken. Dus mijn zoekbeeld gaat dan al van let op, hier zou een sepiola kunnen zijn. Simpelweg omdat ik het fijne zand zie. Voor bij de trap weet ik uit ervaring, kunde, weet ik dat daar een ideale plek is voor sepiola's. Wil ik sepiola's zien ga ik hier niet verder dan 30 meter van de trap vandaan. Omdat ik weet dat ze er zitten. Als ik ze niet zie, ligt het aan mij. GELACH. Ze kunnen zich goed verstoppen. Dat is fijn, absoluut. En als je dan het gedrag ook kent, hoe ze zich verstoppen, et cetera, et cetera, wordt het alleen maar mooier om ze te volgen. Een van mijn frustraties nog steeds is dat ik nog steeds geen eieren heb zien afzetten. Ze zitten er allemaal, ik heb ze nog nooit een eier zien afzetten. Het zijn er maar weinig die dat genoegen hebben gehad. En ja, één van de redenen waarom ik mijn duikspullen nog steeds niet mag verkopen. En dan is die zo gefocust op de bodem, dan zie je niet wat er daar boven een bloemkoolkool voorbij komt. Dat zijn ook de consequenties dan. Dat zijn ook de vaak gehoorde dingen dat je mee aan het macro aan het fotograferen was en daar passeerde de Walvis High en die had je niet gezien. Had je ook niet kunnen fotograferen met de macro lens, dus eigenlijk niks gemist. Maar daar zijn wij dan met onze apparatuur zorgen we ervoor dat we alles kunnen fotograferen. Alles met natte lensen. Dat is leuk om daar eens over te praten, want inderdaad jullie fotograferen ook en jullie hebben daar ook duidelijk over nagedacht wat voor soort van materiaal jullie willen en gaan gebruiken om zo flexibel mogelijk te zijn. Dus ja, vertel eens Mirjam. Ja, dan zorgen we ervoor dat we onder water alle opties hebben. Dus de armen van de flitsers zijn lang genoeg voor groothoek, maar ze zijn ook lang genoeg voor een macro. Er zit een macro lens op de camera, die kan er af geflipt worden met de flip adapter. Dan kan je met de gewone lens fotograferen, dan kan je voorop de voort nog een natte groothoek lens draaien. Dus dan kan je groothoek, je kan gewoon en macro en dat allemaal met één set. Dus je hoeft nooit te kiezen. Dus jullie hebben geen spiegelreflexcamera als ik het dan zo goed begrijp. Jullie fotograferen met welk toestel? Ik fotografeer met de Olympus Pen 7 met een pancake lens erop. Dus die kan van 14 tot 42 millimeter. En dan daarvoor met natte lenzen. En Bas die heeft een iets hogere, iets duurder modelletje. Met exact dezelfde lenzen. Exact dezelfde lens, ja. Dus alleen omdat ik een iets hogere camera heb, kan ik als ik thuis ben iets verder in mijn kop en mijn werking dan Miriam. Maar ik heb jarenlang de set van Miriam gehad, de Pen 7. En eigenlijk ben ik pas twee, drie jaar, tweeëneenhalf jaar geleden ben ik overgegaan naar een OM-D5 III. Maar ook weer naar een OM-D5 in plaats van de I, omdat die wel net iets compacter is. Het is een enorm bakbeest geworden intussen, omdat je ook die lenzen bij hebt, et cetera. En omdat je altijd twee flitsers hebt, dat is wel een nadeel van het niet kiezen, is dat je eigenlijk altijd alles bij je hebt. Maar aan de andere kant is dat wel hetgeen waar ik voor kies om rustig onder water te zijn. Want anders ben ik als de dood dat ik op het moment dat ik macro heb uiteindelijk die roch tegenkom. Dus Je levert iets in aan kwaliteit van foto's, dat is zonde meer. Het gemak ook, want in het buitenland wil ik wel eens een 60mm erop draaien. Heel af en toe hier in Nederland ook. Als zicht heel goed is en dan merk je dat je bepaalde dieren met de 60mm veel fijner kunt fotograferen, omdat je de afstand iets groter kunt houden. Want met die pancake lens, met de Mako, dan zit je er echt wel bovenop. Dan moet je echt wel even goede wiskunde hebben, wil je je flitsers alsnog op de goede positie krijgen om een mooie berichting te krijgen. Maar ja, het is wel een keuze die wij heel bewust maken. Ik wou net zeggen, het is een keuze die je gemaakt in functie van het maken van de soort delen dat jullie... Want jullie doen, dacht ik, niet mee met wedstrijden. Het is gewoon puur om te documenteren eigenlijk, dat jullie veel maken. We gebruiken het ook in onze cursussen, dus beeldmateriaal. We gaan ook onder water met het idee van, oh, we moeten nog een goede foto hebben van dit en dit, want we geven die en die cursus en daar moet nog een mooie foto in van een sepia, ik noem maar wat, bijvoorbeeld van boven of zijn oog moet erin of wat dan ook. Zo ben je ook al het cursumateriaal maken we zelf, alle powerpoints, alle lezingen, dat doen we echt samen inderdaad. We gebruiken ons eigen foto- en filmmateriaal daarin. Ja. Mooi. Leuk. Dus dat is echt iets wat we samen doen, hè. Dan ontwikkelen we dat helemaal samen, die PowerPoints en lesmaterialen. Ja. Ja, Helemaal tof dat je als koppel ook echt die passie kan doen uiteindelijk. Als je gelukt. Ja, dat is ook zo. Ik denk dat daar best veel mensen jaloers op zouden kunnen zijn. Op die situatie. Maar als ik nu naar buiten kijk, al die openstaande auto's, koffers, dan is het redelijk druk. Dat had ik niet verwacht. Dan komt echt een vijfde lichting aan. Dit is gewoon de vijfde lichting duikers die erin gaat vandaag. Het is absurd met dit weer, deze weersverwachting. En ook nog een race van Verstappen die aan het rijden is en dan toch staat de Bergste Diepsluis helemaal vol. Het zullen allemaal Belgen zijn waarschijnlijk die daar niks mee hebben. De klep staat open, ik kan het niet zien. Nee, inderdaad. Ik dacht ook nog een duikje te doen na de opnames. Dat ga ik sowieso wel doen, maar ik denk dat ik dat in mijn hoofd niet te succesvol ga vooropstellen. Misschien dat het wel eens gaat tegenvallen. Dus qua zichtbaarheid dan denk ik... Het is afgaand water. En Dat is altijd gunstig. Voor de pers diepsluis afgaand water is op zich gunstig. En ja, ik heb altijd zoiets van, als ik deze parkeerplaats zie en ik ga onder water, ik weet niet wat ik doe of hoe ik het doe, maar ik kom zelden iemand tegen. Tegen de tijd dat ik ergens fanatiek aan het fotograferen ben, komt er nog wel eens iemand kijken. Dus dan weet ik van, oh, nu heb ik inderdaad zoveel achter elkaar gefotografeerd dat iemand op mijn flits is afgekomen. Maar, nee, ook bij de brug ook. Ik kan me daar niet zo aan storen. Ik vind het eigenlijk vooral gezellig en ik vind het ook wel een geruststellende gedachte dat er meer mensen zijn. Ik heb vaker hier gestaan voor een nachtduik bijvoorbeeld en dan sta je hier alleen. Dat voelt ook niet lekker. Nee, nee, dat snap ik. Want hier brandt niets van straatverlichting hier op de parking. Het is hier echt... Aarde donker. Ja, dat klopt. Maar nachtduikjes zijn ook erg leuk hier. Ja, dat ook. We hebben zelfs een keer een heel nachtduik weekend gegeven. Ah cool. Daar is die t-shirt voor ontworpen. Kijk eens aan, heel mooi. Ah de sepia's. De sepiola's in het licht. Ja. Ja, dat was een heel leuk weekend waarbij we zowel morgens vroeg het water in gingen, dus voordat het licht werd, en dan s'avonds. Dat hadden we aan het einde van het jaar gedaan in november dus. En gaan jullie dat terug doen? Plannen jullie terug zoiets? Het was wel heel leuk maar toen hebben we wel gezegd van dat doen we niet elk jaar want het was ook heel zwaar. Ja. Want we hebben vijf nachtduiken in één weekend gestopt. Dus dan is het vrijdagavond, zaterdagochtend, zaterdagavond, zondagochtend, zondagavond. Ja. Dat was wel heel heftig. Dat is pittig. Ja, dat is pittig. En tussendoor heb je toch een hele dag, dus dan zo ook daar maar een duikje doen. We zijn hier nu toch. Ja, ja, ja. Wat wel heel mooi was, was dat het is een van de weekenden waarbij het minste bier is gevloeid. Ah ja, ja, tuurlijk. Moesten we vroeg op. Ja, ja. Een jaar terug vroeg op. Het lijkt me wel... Mochten jullie het toch doen dit jaar? Laat mij zeker iets weten. Ja, daar ga je mee. Ja, het lijkt me wel tof om te doen. En dan regelen we dat we in Stavenisse kunnen blijven logeren. En dan lijkt me dat wel leuk. Want het is effectief zo, ik denk qua fauna en flora, dat je overdag tegenover snachts... Daar is best wel wat verschil, denk ik. Een wereld van verschil. En je ziet echt, er zijn echt soorten die je s'nachts wel waarneemt en overdags minder of niet. Zoals? Een van de soorten die veel mensen niet verwachten, die mij is opgevallen, zijn de vrattige tipjes. Die overdag best moeilijk te vinden zijn, maar die s'avonds vrij actief zijn. Ik heb op een gegeven moment bij de Zeelandbrug een steen gevonden met wel zeven vrattige tipjes erop tijdens een nachtduik. Die gewoon lekker aan het eten zijn. Heb ik overdag nooit gezien. Dus dat is een leuke soort. Andere soorten als de inktvissen, de perlingtvissen, die kun je s'nachts beter zien. Of wij ze dan er meer zijn, weet ik eigenlijk niet, omdat de dieren zijn ontzettend goed gecamoufleerd in het groene water wat wij hebben. Dus als er overdag jij in het groene water kijkt en ze zijn op 3, 4 meter afstand, dan zie jij ze al niet meer. Het ontscheidend vermogen van onze ogen is niet genoeg om die dan waar te nemen. Terwijl bij een nachtduik gaat jouw lamp erbovenop en dan zie je dat wel. Dus, maar goed, heel veel vissen hebben s'nachts toch een ander gedrag. En dat maakt het dan weer interessant om die dieren te volgen. Voskwabben, ja, wanneer zie je ze overdag rondzwemmen? En s'avonds, als je bij de nossen gaat zwemmen langs de wand, de kans dat je een voskwab ziet bij een nachtduik bij de nossen, ja, bijna vaste prik. Sepiola's, naast ons ondergang. Ja, eigenlijk een uur naast ons ondergang. Dan worden ze echt actief. Dan gaan ze jagen. Ja, dan gaan ze echt jagen. Ja, anders worden ze zelf bejaagd. Ah ja, natuurlijk. Ze zijn een lekker prooi voor heel veel dieren. Ze zijn ook klein, hè. Ja, precies. Een mooi brokje. Ik had vorig weekend een kleine sepia gezien, ik dacht dat het een sepiola was, maar bleek een kleine sepia te zijn. Aan wat kan je nu exact het verschil zien? Gewoon puur aan de grootte, sepiola? Of formaat? Kijk, alle sepias beginnen superklein. Sepiolas beginnen nog kleiner. Maar sepia begint gewoon klein. Ik zeg altijd let op de mantel. Een CPO'la heeft twee vleugeltjes aan de achterzijde en een CPA'tje heeft een manteltje wat rond loopt over het hele achterlijf. Heeft wel een klein indeukje aan de kontzijde, daar zit wel echt een naadje. Maar voor de rest is de hele zijkant, heeft die vleugeltjes. Dus dat is hetgeen wat ik altijd zeg van let op dat en dan zit je eigenlijk altijd wel goed. Ja, dan was het zeker een sepiaatje dat ik gezien heb. Ja, sowieso. Ja, die zijn er nu, die jonge sepiaatjes. In verschillende maten al. Ze blijven ook wel langer op dit moment, de sepias. Ja, de sepias is een verhaal apart eigenlijk. Heel sepia-toestand momenteel. Toen wij begonnen met duiken, 20 jaar geleden, was het echt in mei moet je gaan voor de sepias. Dan ging je naar bepaalde plekken toe en dan zag je hele groepen sepias, echt grote sepias, 30 cm plus, zag je zwemmen en concurreren en eieren afzetten en dan echt groepen van 20, 30 sepias bij elkaar. Dat waren grote dieren. Dat waren dieren die twee jaar oud waren. Die zijn geboren, zijn naar de Noordzee getrokken, waren dus nog niet geslachtsrijp het eerste jaar. Pas het voorjaar erna werden ze geslachtsrijp en trekken ze den naar boven. Dan zijn ze dus groter gegroeid. Al die weekdieren hebben de neiging om alsmaar groter te groeien. Hoe langer ze leven, hoe groter ze groeien. Nu, is het zo dat door omstandigheden blijkbaar de sepias eerder geslachtsrijp worden? En... Dat is dan iets dat de natuur zichzelf heeft laten aan? Dit wordt voor een groot deel door de meesten wel bestempeld als een gevolg van de temperatuurstijging. Omdat de sepia's die we hier kennen zitten in de Midde-Ierlandse zee ook en daar worden ze ook maar kleiner, dan doen ze het ook in een jaar tijd. Dus in een jaar tijd van een klein sepiatje, het jaar daarna zijn ze geslachtsrijp. Maar dan komt er dus een kleiner sepiatje terug om eieren af te zetten. En wat we nu zien is dat we heel veel kleinere sepiaatjes het hele jaar... Maar er zit dus een soort schifting tussen de oude versie die twee jaar oud is geworden, dat zijn de grote jongens die we in mei nog vaak zien, en degene die klein zijn die dus eigenlijk anderhalf jaar oud zijn. En de hele kleintjes die maar een jaar oud zijn. Want zo gauw de eieren van de vrouwtjes rijp zijn, en ze gaan ovuleren, zeg maar, Dan wil ze bevrucht worden, dan komt ze terug naar de Oosterschelde in en gaat ze eieren afzetten. We gaan ze weer zien dit jaar, tot in eind september, oktober. Tot begin oktober zelfs hebben we vorig jaar cps-eieren zien afzetten. Ik geloof niet dat die jonge eieren iets gaan beginnen, want die hebben 4-5 weken nodig om uit te komen. Dan wordt het koud. En dan wordt het koud en dan is het mooi voedsel voor andere dieren. Dus die lichting zal het niet gaan doen. Maar je ziet echt een verschuiving tussen de 2- en 1-jarige sepia's. Hoeveel van die vrouwtjessepia's kunnen afzetten? Want je ziet ook, in het begin zijn het mooie gekleurde eitjes. Naargelang het traject duurt, worden ze bijna wit. Dat witte is een uitzondering. Dat kan zijn omdat de inkt op is bij het vrouwtje, dat ze zoveel eieren heeft gelegd tot 300 struks. Maar op het moment dat dan de inktzak leeg is dan houdt het op. Maar je ziet ook echt hele ritsen met eieren waarbij geen inkt erin zit. Dan is dat een frauwtje waarbij de inktzak misschien wel gewoon niet functioneert. Dus Ook daarvan is wel bekend dat na een tijdje ze minder inkt er tussen spuiten. Dan zie je inderdaad van die bruinige eitjes tot een beetje inkt erin. Maar die helemaal witte, dat is vaak een hele rits. Dan zijn het niet de laatste. Dan hangen er gewoon 50, 60 eieren. Daar is dan duidelijk iets mis met de eetzaak geweest. Daar heb ik eigenlijk niet bij stilgestaan. Bij mij was het eigenlijk zoiets van de inkt is op, zoals ze zeggen. Ja, maar dat verhaal is ook bekend. Maar als je door gaat denken van de inkt is op, dan is dat wel heel snel. Want er staan hier stokken waar gewoon 100 witte eieren aan zitten. En die zijn kraakhelder. En zo'n ei is opgebouwd uit zeven, zo'n zevental vliezen die over elkaar heen zitten. En daar spuit ze de inkt tussen. Dus het eitje zelf is kraakhelder en dan heeft ze een aantal vliezen en daar spuit ze de inktomaal tussen waardoor het zwart wordt en dat bindt ze rond het stokje. En ja, ik vind het fascinerend om Af en toe als zo'n eitje is afgevallen en op de bodem ligt, dan heb ik wel eens zo'n eitje meegenomen en uitgepeld. En dan zie je inderdaad het jong wat dan al dood is, omdat op de bodem krijgt zo'n eitje te weinig zuurstof, beweegt niet meer en dan houdt het op voor zo'n embryo. Maar het is fascinerend om te volgen. Het is fascinerend om te zien. En als je die kraakheldere eitjes hebt, is het inderdaad prachtig om te zien dat ze het dooierzakje er nog aan hebben hangen. En zolang dat dooierzakje er aan zit, weet je van dit jong heeft nog tijd nodig. Pas als het dode zakje loslaat, dan pas is het sepiaatje rijp genoeg om uit het ei te komen. En dan moet ze dus door die zeven vliezen heen bijten, voordat ze eruit kan. Ja, en die witte eitjes die maken het voor ons als duiker ook wel, of als fotograaf of videograaf, ook heel interessant. Omdat we dan echt kunnen zien wat er in het eitje aan het gebeuren is. In Frankrijk hebben we vaker van die trossen eieren gevonden. Tegenwoordig vinden ze zich regelmatig ook op het Noordzeestrand. En dan gingen we kijken of de eieren nog levensvatbaar waren met de kinderen. En dan pelden we die eieren af. Zo'n zwart ei en als je dat af gaat pellen dan zie je dus inderdaad dat het steeds lichter wordt. Maar als je dan het laatste velletje er af trekt, dan wordt het glashelder. En dan zie je dus echt glashelder dat embryo erin zit. Daar heb ik foto's van gemaakt en die heb ik ooit eens ingestuurd voor een fotowedstrijd bij iemand. En die zei, dit kan niet, dit is trucage. Dit is geen echte foto. Prachtig. Inderdaad. Hoe voelt dat aan, zo'n eitje? Hoe voelt dat aan, zo'n eitje? Als een druif? Ja, toch zoiets. Ja, beetje wel. Ziet er heel fragiel uit, toch? Maar eigenlijk best stevig. Toch wel stevig hoor. Er zit waterdruk op, zolang het uiteinde nog dicht is, zit er echt wel waterdruk op. Is het een plastic zakje waar water in zit? Dat kan, doordat er druk op staat, best stevig zijn. Oké, right. Een dier dat natuurlijk ook vaak heel hoog op de to-do of de wishlist, zal ik het zo zeggen, van veel duikers zijn, zijn de snotolven. Jullie hadden er ook een heel mooie foto van doorgestuurd. Vertel iets dat, denk ik, ook heel hoog op de wishlist staat. Hier aan de Bergse ook vaak te zien. Meestal aan de mossel, de hangculturen. Maar heb je daar tips voor mensen die op zoek willen gaan naar de snotholf en wanneer dat de beste periode dan daarvoor is. Ja, de snotolven zijn wat later gegaan. Twintig jaar geleden moest je echt midden in de winter, januari, februari zijn. Tegenwoordig zie je ze wat later, vaak op maart, april komen ze wat meer voor. Ik weet niet of ze daar... Ze zijn er al eerder, Je ziet al waarnemingen in december. Maar het zijn echte vroege jongens die er gaan liggen. En er zijn vaste plekken. Dieren worden oud, ze proberen op dezelfde plek terug te komen. Mannetjes maken een plek klaar en gaan daar signalen afgeven via geluid, maar ook geur. Geluid nogal? Ja, geluid vooral. Knorhaan wordt die ook genoemd. Was dat trouwens snotolof? Nee, dat was niet de snotolof. De zeedonderpad heet de knorhaan. Maar ze maken wel een soort brom. Dus de zeedonderpad maakt ook geluid? Ja. Dan gaan we het zelf eens overvellen. Eerst de snotdolf dan. Maar die wachten, die proberen zo een vrouwtje te lokken. Trillingen, brom, een beetje gebrom. Is dat hoorbaar voor ons? Of is het alvast voelbaar? Als je in de buurt van een snotrolf bent en hij begint, hij is op zijn gemak dan eerst, dus dan moet jij je gedrag wel even aangepast. Dan moet je niet als een dolle aankomen zwemmen en dan verwachten dat je iets weer waarneemt. Dan heb je echt even tijd nodig. Maar dan zie je het bier ook schudden. En je voelt dan ook de trilling. Wij hebben een keer een mannetje gehad wat ons aanzag als een vrouwtje. En die kwam ook tegen onze hand aan trillen. Dus die kwam echt tegen je aan zitten en dan begon je te trillen. Ik heb het ook gezien met een paring van de snotdolven, dat het mannetje echt tegen die dame aan begon te trillen om de eieren af te laten zetten. Maar diezelfde trilling, dat schijnt een geluid af te geven, waardoor de vrouwen de mannen kunnen vinden. Die man heeft dan een mooi plekje, maar schoongemaakt, dat is het eerste wat je gaat zoeken in het voorjaar. Een plekje tussen de oesters wat helemaal kraakhelder schoon is, of op een ton in de hangcultuur wat helemaal schoon is, dat duidt op de aanwezigheid van een mannelijke snotolf. Die gaat echt heel de boel kracht met maken. Er mag geen zeepokje, niks, mag er maar zitten. Als er een steen helemaal schoon is op een plekje, dat zijn de plaatsen, het liefst een plekje waar toch nog wat stroming voorbij kan komen, want blijkbaar heb ik het snotolver maar al te goed door hoe meer stroming er is hoe minder ze hoeven te doen. Vandaar dat de hangcultuur waarschijnlijk ook zo interessant is. En dan als het helemaal schoon is en het vrouwtje, dan zet dat vrouwtje de eieren af. En dan gaat het mannetje het nest verzorgen. Maar die vrouw die zet niet in één keer al haar eieren af. Die zet een deel van haar eieren af en wacht dan een tijdje en dan wordt de volgende batch van haar ook rijp en dan gaat ze nog een keer eieren afzetten. En afhankelijk van hoe de man presteert, gaat ze terug naar diezelfde man. En dan zie je een man met twee nesten, want dan zet het vrouwtje meestal op een andere plek de eieren af. Dat kan zelfs tot drie keer toe is aangetoond. Dat zo'n vrouw in drie keer de eieren afzet... En dan moet het mannetje van de ene nest naar de andere om het schoon te maken. Ja, want zo gauw zijn nest verlaten wordt, binnen twee, drie dagen komen de algen erop en wordt zo'n nest door de krabben helemaal leeg gegeten en is het weg. Dus het gaat heel rap. Dat mannetje moet dat nest echt en beschermen en schoonmaken. Hij heeft zijn handen vol daarmee, denk ik. Zes weken lang. Toch heeft dat zeepaardje dat wel slim gedaan met die bui. Ja inderdaad, klopt. Tips om ze te vinden, dat is gewoon echt zoeken. Maar als je ze eenmaal gevonden hebt, en dat is dus het voordeel van een snothof, als je weet waar het nest zit, kun je erop terug. Als je weet wat voor plekken ze verkiezen, kun je een beetje gerichter kijken. Nou ja, de hangcultuur is wel een mooi verhaal op zich, want ik heb hier met coronatijd hebben we hier toch gedoken, omdat wij hier konden, binnen de regels. En er waren toen weinig duikers in België, het zat dicht. De grenzen waren dicht. We hebben hier vaak alleen gestaan. En ik vond geen een snotolof. Op een gegeven moment vond ik er eentje in een rekje. En die was al half op apengraaf. Ik denk, dit wordt een heel slecht snotolofjaar. En hetzelfde seizoen zag ik bizar veel jonge snotolofen. Mirjam en ik wisten niet waar we moesten kijken. In één wakke meestenoer zagen we zo'n 10, 12 jonge snotolofjes zitten. Ja, ja. En we dachten, waar komen die vandaan? En toen ben ik echt gaan denken, die moeten ergens vandaan komen waar ik niet gezocht heb. En toen Wisten we het al, had ik al vaker snotolof in de hangcultuur gezien. Toen ben ik heel bewust naar die hangcultuur gaan zwemmen het jaar daarna. Ook nog in die coronatijd. Tweede jaar corona. Continu die hangcultuur in, continu die hangcultuur in. En wel eens een snotolof voorbij zien komen, maar nooit geen echte activiteit. Ik denk van nou ik geef het op, ik hou er mee op. Komen we hier, nog een keer aan het duikvinger, zouden we die dag twee keer duiken en ik zeg nou ik ga gewoon lekker hier een sepiaatje kijken of de sepias er al zijn, etcetera. Het is goed, ik heb de snotolver, ik geloof het wel, het is niet gelukt. Toen zegt Mirjam, als je nou de eerste duik nog kijkt of er snotolofen zijn, wil ik misschien wel mee de tweede duik doen, anders haak ik vandaag helemaal af. Ja, Ja, plan omgooien. Dus ik ben mijn plan omgegooid, ik ben naar de hangkultuur gelopen, ik ben daarheen gegaan. En werkelijk waar, ik zwem op die hangkultuur en baf, bovenop een slotolf! Een mannetje, knalrood, helemaal enthousiast. Nou, ik dacht, dat is leuk. Mooie nestplek gemaakt. Ik dacht, nou, dit gaat toch nog gebeuren. Eén van de redenen, vroeger heel vroeg. Maar het was wat later. Nou, hartstikke mooi foto's gemaakt. Ik denk, nou, dan kan ik nog even doorduiken, het eerste duikje afmaken. Ik zwem nog geen 10 meter verder en BAM! Snotolof met nest! Nou, hoe kan dit nou? Geweldig, geweldig! Dus de duik erna met haar erin en twee snotolofen aan kunnen wijzen. Mooi he? Heel mooi! En nu wouden we het nog geheim dat het in de hangkultuur zit, dacht ik. Oei! Voor het druk daar anders! Ja, twee weken later. De dag erna wil mijn dochter heel graag ook snotollen zien. En die wist nou, ja pa en ma weten ze te zitten, dus ik ga lekker mee. Ik ben met mijn dochter, zij denkt van ik heb ze gezien, het is goed. Dus de dag daarna ga ik naar de snottenhangkultuur met mijn dochter. En ik zwem naar de hangkultuur en we zwemmen op het mannetje wat geen nest had. En boven op de ton lag de vrouw. En het mannetje zijn best doen en de vrouw erbovenop. Prachtig gezicht. Geweldig. Hoe mooi dat dat samenspel was. Daar heb ik prachtige foto's kunnen maken. Ja, dat zal wel. Dat was echt bizar. En ik was boven gebleven. Ja, en de duikspullen niet meegenomen. Dat is nog veel erger. Dat is nog veel erger inderdaad. Dus, Mirris en ik hebben heel erg genoten van het tafereel. En de dag daarna zegt ze ja, dan gaan we maar naar de Arnest kijken. Dus ik voor de derde dag achterheen vanuit Breda naar de Bergse Diepsluis en wij daarheen. En wij denken, ja, normaal gesproken, literatuur, snothollen, vrouwtje, komt, legt eieren en is weg. Ja. Dus wij gaan ervanuit twee nesten te gaan zien. Zat ze er nog? Ik heb ze ook nog gezien. En ze waren toen veel actiever nog en het mannetje was heel actief... Het vrouwtje aan het stimuleren om de eieren af te zetten. We hebben ze ook wel met rust gelaten. Mijn dochter en ik hebben met Mirjam echt foto's gemaakt. Dat zal 5 minuten geduurd hebben, maar daarna zijn we ook al weggegaan. Want we hebben verhalen genoeg gehoord van duikers die inderdaad koppels zagen... En dat het vouwtje wegzwom en nooit geen eieren meer gekomen zijn. Dus die verhalen kenden we, die wetenschap hebben we, dus we hebben ook afstand gehouden om daar niet te veel bij te blijven, omdat we weten dat ze verstoorbaar zijn. En dat is dat beetje het gezonde verstand en weten waar we mee bezig zijn. Dat is de balans. En dat is voor iedereen ook weer anders. Iedereen heeft daar zijn eigen grenzen in. En dat is prima. En dat is goed. En sommige mensen vinden dat je dan over grenzen heen gaat. En anderen weer zeggen van, nou je had er best langer bij. Prima, ik doe naar de kennis die ik heb, probeer ik verantwoord om te gaan met wat ik zie. Want ik weet ook dat die ene foto bij heel veel mensen heel veel dingen los gaat maken. En misschien weer net dat stukje bewondering om de volgende keer niet die rotzooi weg te gooien omdat ze weten dat het in de zee terecht komt. Die boodschap zit er natuurlijk wel achter. Als wij onderwaterbiologie bedrijven is het om respect voor die onderwaterbewondering, verwondering te creëren. En ik ben ervan overtuigd dat mensen niks beschermen wat ze niet kennen. Dat klopt. Dus ik wil ze heel graag kennis laten maken. Ik wil heel graag, En dat daarvoor soms een grens een beetje opgetild moet worden en opgerekt moet worden in de zin van, ja, ik maak nu deze foto wetende dat dit dier dit niet leuk vindt. Ja, dat zit er dan soms tegen het randje aan. Ja, tuurlijk. Uiteindelijk, wij zelf onder water is al iets dat niet echt daar hoort. Dus we zijn daar te gast en laat ons ook dat in het achterhoofd houden. Iedereen die in een auto stapt, is een moordenaar. Ja, ja. Ja, ja. Punt. Ja, ik kan het heel moeilijk maken, ik kan het heel makkelijk maken. Tuurlijk, gestond verstand en bewust ermee bezig zijn, vind ik veel belangrijker dan dat iemand precies alle... Ja, ik ben geen Boeddha, ik veeg mijn stoepje niet schoon, Of insecten voor mijn voeten weg te halen. Ik doe het niet. Dus ja, waar ligt jouw grens? Ja, dat is voor iedereen anders. Inderdaad, dat klopt. En dan is het hopen dat we allemaal een beetje op een of andere manier het gezonde verstand laten werken. En daar dan toch ergens landen waar het voor iedereen goed is. En dat gezonde verstand moet gevoed worden. Want wat niet weet... Dinideert. Het is wat ik daarnet zei. En dat is jullie missie uiteindelijk ook, een stukje om mensen bewust te maken van wat voor pracht dat hier te vinden is in Zeeland. En vooral dat we dat in stand moeten kunnen houden. Om even terug te komen op het andere diertje dat geluid maakt, ik heb de naam even kwijt, was het de zeedonderpad? De zeedonderpad, ja. Daar heb je ook twee varianten van. De bruine en de groene. De gewone. De gewone en de groene. Wat voor geluid maken die? Hoe gaat dat dan in zijn werk? Het is een knorhaan. Een knorhaan? Fantastisch. Ik heb het nooit gehoord. Ik wel. Je leert ook nog iets bij vandaag. Dat komt vooral uit het visserslatein. Omdat die dieren als ze op de lopende band zitten, boven komen bij de letten en zo bij de vangst en je pakt ze vast dan maken ze een knorrend geluid. Oké. En dan kunnen ze een knorrend geluid maken. Dat doen ze niet altijd. Maar ik heb het gehoord. Ik ga ieder jaar zo'n beetje met de mosselvisser mee. Voor educatieve lessen nemen we dan allerlei dieren tussen de mosselen, zeesterren, krabbetjes en zo, mee naar het lescentrum, waar dan lessen worden gegeven voor het basonderwijs. En dan sta je aan zo'n lopende band. Ik heb er wel inderdaad in m'n hand gehad en dan hoorde ik ze knopen en dan dacht ik ja. Dat is hetzelfde als de Japanse zakpijp die voor de meeste een hele saaie dier is eigenlijk. Maar als die op zo'n lopende band zo'n tros van die dieren aankomen dan is het een grote fontein die aan het spuiten is. En daarom noemen de vissers ze vaak zeikers. Want het straalt, het lijkt wel of ze pissen, maar ze blazen... Ze knijpen zich leeg. Ze knijpen zichzelf leeg en dan spuit het alle kanten op. Dat vind ik prachtig, omdat dat soort dingen, dat soort verhalen erbij te halen. En daar komt onze educatiehoek weer bij natuurlijk. Ik weet dat ik kan zeggen zeedonderpad of Japanse zakpijp, maar Als ik er geen verhaaltje aan koppel, als ik er geen bijzonderheid aan koppel... Blijft het niet hangen, hè? Nee, precies. Is de kans dat het blijft hangen erg klein. Ja, klopt. Zo vertel je altijd een mooi verhaal over de zeesterren aan de kinderen. Ja, ja, ja. En de mossel. En de mossel, ja. De relatie tussen de zeesterre en de mossel, die is uniek, vind ik altijd. De relatie tussen de mossel en de zeesterre. Heb je een idee wat voor relatie er is? Nee, ik zou het niet kunnen zeggen. Nee? Nee, nee, nee. Is je wel eens opgevallen dat als je bij de mosselen bent, dat je zeesterren ziet? Nee, eigenlijk niet. Krijg je vanaf, nu gaat je dat opvallen. Want zeesterren zijn dol op mosselen. Vangen heel graag, maken graag mosselen open, doen hun maag in de mossel, verteren hem uitwendig en slurpen ze hun maag in hout. En alles zoog in één keer naar binnen. Maar eigenlijk is het de wraak van de zeester. De wraak van de zester? Het ziet er een boeiende thriller uit! Ja, ja! Want wat is dan de grootste vijand van de zeester? De minst? De mossel. Als een jonge zeester geboren wordt, dan doen zesterren het lekker lui. De vrouwtjes spuiten hun eieren omhoog, de mannen hun sperma, en dat moet ergens een larfje vormen in het glijvende zee. Maar een mossel filtert enorm veel water en filtert heel veel larven van de zeester. Dus het is prachtig om aan kinderen uit te leggen dat het ene dier het andere dier eet, maar tegelijkertijd het andere dier het ene dier eet. Dat maakt duidelijk hoe complex situaties zijn. Dat het niet alleen op dit moment is wat wie waar eet, maar ook in de tijd dat er dingen veranderen. In de cyclus van het leven of ze wel of niet de vijand zijn van elkaar. Nou, en dat maakt het gewoon mooi om dat soort verhalen te vertellen en jouw ogen ook weer te zien om te uit te blinken. Ja, het was echt iets weer heel nieuws. Ik heb al vandaag heel veel nieuwe dingen gehoord, dus dat is heel leuk. En zo zie je maar dat jullie heel veel te vertellen hebben, heel veel hebben gezien, meegemaakt en onderzocht hebben. Dus ja, mensen, luisteraars die echt meer van jullie willen weten en horen, kunnen jullie volgen op jullie sociale media, Facebook en Instagram, als ik het goed voorheb. Klopt. En hebben jullie ook een website eigenlijk? Ja, we hebben een website, maar ja, wij doen dit er echt bij als leuke hobby. Dus dat is ook nog een gratis website. Dus www.onderwaterbiologie.jouweb.nl. Oké. Echt Gigantisch moeilijk, maar als je gewoon op Facebook gaat kijken, dan zie je ook al wel linkjes daarnaartoe, etc. En dan is het onderwaterbiologie van rijkje duikbeleving. Ja. Ja, en we hebben wat dat betreft altijd een beetje ook dat. Je had het er straks over dat we onderling wel eens een beetje lekker kunnen stoeien met elkaar over wat we wel en niet gezien hebben. We hebben ook natuurlijk, We hebben alle twee onze eigen Facebook pagina nog steeds. En we hebben onderwaterbiologie. En we hebben ons aangewend om de plaatjes die we vooral voor de mooi plaatsen, die doen we op onze eigen pagina's van Facebook en Instagram. Maar alle weetjes en alle bijzonderheden, alle kennisgerelateerde dingetjes, die proberen we zoveel mogelijk op onderwaterbiologie te zetten. En zo kun je als je onderwaterbiologie op Facebook en Instagram volgt, dus van tijd tot tijd een verhaaltje verwachten over iets wat actueel is. En een van de redenen waarom ik niet mee doe aan wedstrijden is je wordt verplicht om je beelden van dan te bewaren tot de uitslag. Je mag niks publiceren daarvan. En dat maakt het voor mij onmogelijk, want ik wil actuele informatie geven. Ik wil dat duikers die naar de kant gaan en die informatie onder de waterbiologie hebben gezien, weten van dit is wat er op dit moment speelt. Het is een doelstelling en het fotograferen voor wedstrijden is een totaal andere doelstelling. Klopt. Het is ook een andere kunst. Een andere kunst en allebei even mooi en prachtig om te doen. Zeker en vast. We gaan Zeker alle linkjes van websites, Facebook en dergelijke in onze show notes van onze aflevering, van deze aflevering, plaatsen. Top. En uiteraard ook op onze website komen alle linkjes richting jullie, sociale media en websites. Zijn er nog leuke events in het voorraadschiet dat jullie gepland hebben? Weekendjes, leuke lesjes die mensen kunnen... We hebben nogal wat aanvragen van verenigingen en van clubs en vriendenclubs ook die ons hebben ingehuurd voor van alles en nog wat. En dat vinden wij het prettigste. En dat maakt dat we inderdaad eigenlijk wel vol zitten tot het einde van het jaar. Oké. In feite hebben we geen... Ja, we hebben sinds gisteren hoorden dat we toevallig nog één plekje over hadden in het slakkenweekend. Omdat iemand die gelukkige verwachting is van de kleine en niet mee kan duiken. Dus daardoor is een plekje vrij gevallen. Voilà, bij deze mensen die luisteren, die zin hebben om mee op een zwakke weekend te gaan. Laat maar weten. Er is nog één plekje vrij. En wanneer is dat weekend juist? 15, 16, 17 september. Oké, dat is binnenkort al. Dat is rap. Binnen een goede drie weken. Over drie weken. Dus mensen die zin hebben, kunnen bij jullie terecht om meer informatie in te schrijven. En kunnen dan lekker mee op slakke weekend. Zonder meer. Allright. En verder is het inderdaad gewoon aanvragen van informatie en reserveren voor een tijd een plekje en dan kunnen wij, dan maken we programma's op maat, Want wij hebben één ding gezien en dat is dat een standaardprogramma nooit werkt. Nee, nee. Altijd op maat. Ja, dat snap ik wel ergens. Je voelt het in dit gesprek ook. Waar is het interesse? Waar is de belangstelling? En daar gaan we naartoe. En daar spelen we mee. We zijn daar heel flexibel in. Dat maakt het voor ons ook leuk. Want we krijgen ook regelmatig vragen. En dan denk ik, oh ja, het is lang geleden dat ik daarin gedoken ben. En Dan moet ik mezelf ook weer verrijken. Dan moet ik zelf ook weer achter de kennis. Dat is ook leuk, hè? Iedere instructeur weet het. Als je je skills niet bijhoudt, verlies je ze. Niks anders geldt voor onze kennis. Als ik niet bijhou de kennis, dan verliezen we het. Dat is het leuke dat we het met z'n tweeën doen, want dan ben ik heel enthousiast aan het vertellen over Snotdolfen en dan zegt zij, nee, die knor aan, dat was... Flip gebeurt regelmatig. Ja, maar dat is goed, hè? Dat is een echt team, hè? Dat is op elkaar ingespeeld staan, helemaal goed. Helemaal top. Ik wil jullie heel hartelijk danken om me hier met al mijn materiaal in jullie busje te verwelkomen. We hebben eigenlijk maar één uurtje gehad, dus op zich valt het wel goed mee. Ik ga me rustig klaarmaken zo meteen om een keer te gaan kijken in de Bergse Diepsluis wat we vinden. Ik wens jullie nog heel veel succes met alles wat jullie doen in de toekomst. Dank. Ik stel voor dat we elkaar geregeld nog eens terugzien hier aan de zijkant van het water en een babbeltje slaan dan. En wie weet kunnen we een keer een popcast over een diergroep doen of wat dan ook. Absoluut. Zeker en vast. Heel interessant. Absoluut. Laat maar gerust iets weten. Dan gaan we contacten en dan spreken we iets af. Super. Heel graag gedaan. Ook heel erg bedankt voor de uitnodiging. Dat is heel graag gedaan. Dat was voor ons ook een hele nieuwe ervaring met allemaal microfoons in de bus en een iPad en koptelefoons op. Dus leuk om een keer te doen. Heel leuk. Heel graag gedaan. Tot de volgende keer. Oké, dank je wel. AFSLUITENDE MUZIEK

People on this episode