
Historische Vertelsels
Sinds Covid maak ik, Gids53/Jo Van Dessel, historiscus en pro-gids, deze podcast op mijn zolderkamertje. Ik schrijf en vertel de verhalen, mix ze af met muziek en SFX-jes en doe alle productie en interviews. Per reeks, probeer ik onze 'Belgische' geschiedenis tot leven te brengen doorheen de bril van de mensen, de historische personages (soms bekend, soms helemaal anoniem) die ze ook echt beleefd hebben! Vanuit hun persoonlijke levensverhaal, hun exploten, de kleine dingen van hun bestaan zoek ik de link met de 'grote' geschiedenis, met het tijdvak waarin ze leefden. De podcast is ook steeds gelinkt met mijn gidswerk in de "Historische Vertelsels-tours" en met mijn lezingen in de "Historische Lezingen". Veel luisterplezier en zeker subscriben. Gids53
Historische Vertelsels
7.2. Martial van Schelle - E2: den "Ti" als sport- en businessman in het Interbellum (1918 - 1940)
Deze 7e reeks vertelt het levensverhaal van Martial Van Schelle, een vergeten "Bekende Belg" uit Merksplas. Martial was is zijn tijd een echt fenomeen, gekend in binnen- én buitenland. Na WOI keert den "Ti" niet terug naar Amerika. Hij komt weer in Merksplas wonen bij zijn vader, maar al snel verhuizen beide definitief terug naar het Brusselse. Daar smijt Martial zich op de sport en in het ondernemerschap, én hoe! Luister alvast en ontdek de "wonderbaarlijke wereld" van Martial Van Schelle tussen de 2 wereldoorlogen. Veel luisterplezier. Volg de podcast hierboven en krijg automatische updates!
"Steeds benieuwd naar jullie feedback" Jo
Volg de podcast en krijg automatische updates!
@luisteraars op Spotify en Apple Podcast: niet vergeten te raten aub.
“Martial Van Schelle, een vergeten Bekende Belg uit Merksplas”
In de vorige episode vertelde ik dat Martial Van Schelle na het einde van de 1e WO niet inscheepte naar de States, maar dat hij terugkeerde naar Merksplas. Daar wordt hij herenigd met zijn oude vader Albert en met zijn vrienden van weleer. Hij had al deze mensen in jaren niet meer gezien. En plots stond hij daar in zijn Amerikaans legeruniform. Tzal weer verschieten geweest zijn voor de mensen opt ‘Diept’, al waren de meeste wel content en vooral fier denk ik dat hij terug was. Ik leid dat af van de foto’s van den ‘Ti’ in zijn legerkostuum samen met wat oude vrienden en kennissen… de Amerikanen hadden de oorlog toch mee doen winnen, en daar had de lokale held aan meegeholpen.
Maar, den ‘Ti’ was zijn apenstreken nog niet verleerd, ondanks dat hij nu 20 jaar was en toch al heel wat had meegemaakt, zoals nen oorlog en zo... Zijn ezel en zijn varkenskarretje uit de 1e aflevering hadden nu plaats geruimd voor het wat struiser materiaal: een zware Amerikaanse brommer en een afgedankte legerauto! De “Plot”, zoals men Martial na de oorlog in de buurt noemde, wordt de schrik van de Noorderkempen. In het zeer leuke en interessante boekje “het wonderbare leven van Martial van Schelle vertelt auteur en tijdgenoot Armand Huet honderduit over de stunts van den “Ti” na de oorlog. Ik deel er hier graag enkele met jullie, beste luisteraars.
Op een dag was Martial met wat vrienden op de Heilige Bloedfoor van Hoogstraten, de kermis die al eeuwen wordt gehouden naar aanleiding van de H. Bloedprocessie met Pinksteren. Hij had veel beziens, nu ja, vooral zijnen Amerikaansen brommer; en blijkbaar werkte dat op zijn ‘zenuwen’… dus was het weer tijd voor een stunt: hij wedde met zijn makkers, “wie durft met den brommer het snoepkraam aan de overkant van de straat ondersteboven rijden… ?” U kan het al raden…? Niemand (nam de weddenschap aan)… dus deed onzen “Ti” het maar zelf; hij draaide de gashendel open en schoot met gierende banden vooruit… hij reed in het zeildoek, waardoor het kraampje in elkaar klapte, de snoepjes in het rond vlogen en het snoepdametje op het zeil werd meegesleurd… hilariteit alom op de foor… hoewel, vooral Martial was trots op zijn prestatie. Hij vroeg na zijn ‘raid’ doodgemoedereerd om de rekening en betaalde het snoepmoedertje royaal zijn schulden… En daar bleef het niet bij: zo reed hij ooit een meisje dat onderweg was met de hondenkar en enkele melkkitten van de baan… ze vloog met hond en al de gracht in, Martial kon er om lachen, Mina, zo heette het meisje, net iets minder. Of er was het verhaal van de straatwerker die het fietspad aan het repareren was op de weg naar Hoogstraten… Martial scheurde vlak langs hem, en trapte de spade uit zijn handen van op zijn bromfiets… diene mens maar vloeken terwijl den “Ti” gierend van het lachen wegscheurde op zijn brommer! Kan u zich stilaan een beeld vormen van de fratsen van de jongste Van Schelle, beste luisteraar? Wel, de mensen in de “stille” Kempen, door de “Ti” zijn grollen waren die plots niet meer zo stil, verwensten hem blijkbaar, ze wilden rust, peis en vree, na 4 jaar Duitse bezetting… en zeker geen halve gare op een brommer die de buurt terroriseerde. En Martial, wel die moet dat op een of andere manier toch ook aangevoeld hebben. Dat hij niet meer thuis hoorde in Merksplas. Die wereld was veel te klein en te conservatief voor hem, hij had ruimte nodig, hij moest zich kunnen uitleven. En toen bleek dat ook vader Albert terug wilde naar zijn roots, was de beslissing snel genomen… de Van Schelle’s verhuisden terug naar Brussel, Schaarbeek om juist te zijn, en deze keer definitief. Einde 1919 wordt Diepte dan ook verkocht, om vrij snel daarna in meerdere kavels uiteen te vallen. Vandaag is er hier en daar nog iets van over… maar daar kom ik later nog op terug!
Was Martial op zijn 20e een lokale held en notoir rustverstoorder in Merksplas en omstreken, nu was het aan de rest van België om hem te leren kennen….
In het Fort van Breendonk, waar ik gids ben, dat weet u ondertussen, hangt er een foto in het museum van Martial… in een zwemkostuum! Ik heb me lang afgevraagd waarom hij daar op die foto aan de rand van een zwembad staat… Wel, ik weet het ondertussen al een tijdje, maar u zal het nu ook te weten komen, beste luisteraars.
Eens in Brussel, stort onzen “Ti” zich namelijk op de sport! En hoe! Als halve Amerikaan, die een groot deel van zijn jeugd over de grote plas had doorgebracht, zat de liefde voor sport hem in het bloed. En hij was een winner, en een doorzetter en een durver… de perfecte combo om een groot sportkampioen te worden. En je zou zeggen, ja, goed, maar zo zijn er velen geweest… inderdaad, maar niet zoals Martial. Bij hem is het altijd meer en straffer dan bij ‘normale’ stervelingen.
Van Schelle wordt lid van de Royal Brussels Swimming Club en begint competitie te zwemmen, eerst in België en later ook in Engeland. Als kind had hij op Diepte in de Mark leren zwemmen, de Mark was dat riviertje dat doorheen het domein stroomde weet u nog? Hij was een echte waterrat geworden. In de States had hij later een nieuwe ‘slag’ aangeleerd, de crawl. En hij kon dat als den beste. Vandaag zwemt iedereen crawl in de vrije slag competities, na WOI was dat behoorlijk uitzonderlijk in Europa. Het gevolg was dat Martial overal waar hij meedeed in de prijzen zwom, zeker in het begin Ik ben eens door wat sportpagina’s in de kranten uit de jaren ‘20 gelopen en ja hoor… bij de zwemuitslagen kom je steevast Van Schelle tegen. Hij wint wedstrijden in België, Engeland, Frankrijk en Nederland. Uiteindelijk zal hij tussen 1920 en 1928 8 keer Belgisch kampioen worden op de 100m vrije slag en 2x op de 200m vrij. En hij presteert dat ook nog eens 3x in Engeland. Als zwemmer vertegenwoordigt hij 3x ons land op de Olympische Spelen: in Antwerpen in 1920, in Parijs in 1924 en in Amsterdam in 1928. Hij zwemt er telkens de finale van de vrije slag. Hij pakt brons in Parijs op de 200m relay, wordt 4e in Antwerpen en 2x vijfde in Amsterdam. Dat zijn propere resultaten zou ik zo zeggen… maar, uiteraard, maar… In het boekje van Armand Huet lees ik het volgende: “Eénmaal is zijn roekeloze overmoed hem bijna fataal geworden toen hij op Kerstdag 1920 in Parijs de overtocht van de Seine betwistte met de Franse zwemkampioen. Hij diende verkleumd uit het ijskoude water opgehaald omdat hij nog niet doorwinterd en getraind was lijk zijn Franse collega! Eén van zijn zeldzame misrekeningen.“ Typisch Martial, hij durfde echt alles en zocht steeds de limieten op. En zo nu en dan pakte dat niet goed uit.
Zijn zwemclub had ook een waterpolo team. en ja hoor, den “Ti” speelde er in het 1e team en won 2x het Belgisch Kampioenschap. Hij verdedigde ook onze nationale kleuren tijdens internationale waterpolo kampioenschappen. In 1932 ging hij met zwempensioen met een palmares om u tegen te zeggen. Je zou dan denken dat hij wel tevreden zou zijn… maar nee hoor, niks is minder waar.
In Amerika had Martial leren basketten! In Europa stond de sport nog in zijn kinderschoenen. Maar in Brussel was er wel een club en ook daar schreef Martial zich in. Binnen de kortste keren speelde hij in het eerste elftal. En nog was het niet genoeg…
Toen hij bij zijn familie in Chicago verbleef, had Martial tijdens de ijskoude winters ginder, verschillende ijs- en wintersporten leren kennen. Hij was een meer dan begenadigd skiër en hij kon schaatsen als de beste. Ook tegen een partijtje ijshockey, toen amper bekend in België, zei hij geen nee. Hij richtte zelf een ijshockeyteam op, “De Ster van het Noorden”, schone naam hé.
1936. U hoorde net Hitler de Olympische Zomerspelen van Berlijn openen. Hitler en zijn nazi’s krijgen dat jaar zowel de winter- als de zomerspelen toegekend vanwege het IOC. Een dictatuur vol racisme sinds 1933 moeten ze wel beloven dat er geen rassenonderscheid mag zijn. Hitler komt zijn belofte na… voor efkens dan toch. Anti-Joodse wetten worden tijdelijk opgeschort, zwarte atleten mogen meedoen,... allez, in de buitenlandse delegaties hé. Het Duitse team bestaat uit volbloed ariërs, die de superioriteit van het Germaanse ras aan de wereld moeten tonen! Tijdens de openingsceremonie van de Winterspelen in het Beierse Garmisch Partenkirchen op 6 februari 1936, brengen vele atleten, waaronder ook de Engelsen, de Olympische groet aan Hitler op zijn eretribune… nu die lijkt zo hard op de nazigroet met gestrekte arm, dat de stadionspeaker roept: “De Britten groeten onze Führer met de Germaanse groet”. Overal wapperde het hakenkruis naast de Olympische ringen… het was één grote politiek propagandistische show van Goebbels en co om Duitsland in een goed daglicht te zetten op/via een wereldevenement. Uiteindelijk was er weinig boycot tegen deze charade van de bovenste plank. Wat er dit jaar in Qatar op het programma staat is dus niks nieuws hé.
Ook België vaardigt 27 atleten af in 5 disciplines: het alpineskiën, het kunst- en snelschaatsen, het ijshockey en… het bobsleeën. En u mag eens raden wie er één van de rijders is… inderdaad, Martial Van Schelle. Hij komt uit in de 4-mansbob, die 5e wordt in de finale én in de 2-mansbob, waarin hij 9e wordt. Geen medaille, helaas, maar dit was ondertussen wel zijn 4e Olympiade, en hij was op dat moment al 37 jaar, he. Vandaag zouden we zeggen dat hij fysiek in orde was! Ik vind dit verhaal over de Olympiade van 36 trouwens echt ironisch, triest zelfs… Martial op de Spelen van de Hitler, bij de nazi’s die hem 7 jaar later zouden vermoorden!
17 augustus 1933. De SS Champlain meert aan in New York. Hij was vertrokken in Plymouth, Engeland. Volgens het manifest der Aliens van de US Immigration service, u kent die documenten ondertussen wel, zijn er 2 diplomaten aan boord. Een zekere Philippe Quersin, journalist en Martial Van Schelle, manufacturer… Mijn nieuwsgierigheid was direct gewekt, sinds wanneer was den “Ti” diplomaat geworden? Zijn visum was uitgegeven in Brussel, maar daar staat niks op van diplomaat… hadden ze de douane-beambte voor de zot gehouden? Geen idee voorlopig. Maar wat kwamen beide heren dan doen in Amerika? Een beetje verder in het document lees ik “Gordon Bennet Cup, Chicago, Illinois. Ze geven aan 1 maand in Amerika te blijven.!
Maar wat was die Gordon Bennet Cup dan wel? Awel, dat was een internationale ballonvaart wedstrijd die sinds 1906 jaarlijks werd georganiseerd. Het doel: met een luchtballon zo ver mogelijk te vliegen… en hij die het verst geraakt, die wint! In ‘33 startte de race in Chicago op 2 september naar aanleiding van de “Centenaire du progres”, een expo dus over 100 jaar Vooruitgang. En een ballonvaartwedstrijd paste natuurlijk perfect in dat plaatje. Philippe Quersin was een goeie vriend van Martial, en hij had de race al eens gewonnen aan de zijde van Alexander Veenstra in 1925; met de Prince Leopold, de naam van hun ballon, vlogen ze toen 1325 km ver! Of het voor Martial de eerste keer was, is me niet helemaal duidelijk. In elk geval, zo’n race was écht weer iets voor hem. Zo ver mogelijk vliegen mee nen ballon! Da’s één groot avontuur, niet zonder risico, heel technisch,… allez ja, op zijn sportieve lijf geschreven. Maar ja, hij was ongehuwd, hij had zo nu en dan wel wat liefjes, maar hij was zo vrij als een vogel! Letterlijk. Uiteindelijk zal de Belgische ballon met startnummer 5 landen na 362 mijl of 592 km. De winnaars, een Pools duo met een onuitspreekbare naam, ik zal hem u besparen, landen na meer dan 1300km… de Polen waren 38u onderweg geweest voor dat exploot!
Ook in 1934 is de tandem Quersin-Van Schelle weer van de partij, ditmaal vertrekken ze in Polen. Ze vliegen meer dan 700 km in 19u… ze landen ergens in de steppe van Rusland. In 1936, jaja, het jaar van de Winterspelen, komen ze nog wat verder, nl 801 km. In 1937 kent het team echter een dipje, ze vliegen amper 766 km ver vanuit Brussel (grapje hé, ze hadden wind tegen denk ik, want ze deden er bijna 25u over). Een ander Belgisch team wint die editie trouwens (net als het jaar ervoor). De beste race die Van Schelle ooit vaart is die van 1938. Vanuit Luik ronden ze de kaap van de 1000 km in 30 uur. De Polen die dat jaar winnen geraken 1700 km ver. Volgens 1 bron werd Martial 3e dat jaar. Het vertrek van de editie van 1939 staat gepland in Lvov, Polen… maar u weet wat er op 1 september van dat jaar gebeurt… Hitler valt Polen binnen, WOII is begonnen. Martial zou nooit meer vliegen met zijn ballon.
De Gordon Bennet race wordt vandaag nog steeds gevaren en de record afstand staat op naam van het Belgische duo Bob Berben en Benoît Siméons. In 2005 legden ze in 65 uur op de kop 3400 km af met hun ballon. Zo weet u dat ook weeral.
De sportman Van Schelle is zelfs zo bekend, dat hij in 1924 een tijdje de physical coach wordt van de jonge Leopold III. Zelfs aan het hof kende men den “Ti”. En dat brengt me naadloos bij het straffe verhaal van Martial Van Schelle als ondernemer, want hij zou enkele jaren later een privé zwembad bouwen in het Koninklijk Paleis, hoe maf is dat! Koning Albert schonk hem bij die gelegenheid trouwens een gouden horloge, een kleinood dat Martial voor de rest van zijn leven zou koesteren…
Den “Ti” was een zakenman “pur sang”. Hij had natuurlijk zijn rijke thuis mee, maar hij had een echte neus voor zaken, hij was niet vies van een risicootje en hij kon ongelofelijk “out of the box” denken. Luister maar even mee.
Ik kom terug op dat zwembad van de koning. Toen hij het liet bouwen was hij natuurlijk niet aan zijn proefstuk. In 1924 had hij de “Bains de Saint Gilles”, de zwembaden van Sint Gillis gekocht. Die lagen vlak naast de ijsfabrieken van Brussel. Hij liet het ganse complex ombouwen tot luxueuze zwembaden met solarium en alles erop en eraan en herdoopte het “Les Bains Van Schelle”. Maar Martial ging een stap verder: door een buizensysteem op de bodem dat in verbinding stond met koelinstallatie van de ijsfabriek, werd het zwembad een ijspiste in de winter. Ge moet er maar opkomen!
Overal in het land laat hij kunstijsbanen aanleggen gebaseerd op hetzelfde principe met de buizen en een koelinstallatie! Wanneer in 1933 het Sportpaleis van Antwerpen zijn deuren opent, ziet Van Schelle er direct graten in: een ijspiste op het binnenplein van de wielerbaan. In aanwezigheid van 6000 personen werd het Merksemse paleis tijdens Allerheiligen 1938 ingeschaatst. Tienduizenden enthousiastelingen genoten van de wedstrijden met beroemde kunstschaatsters. Op 29 januari 1939 speelde het Antwerpse ijshockeyteam van Brabo voor 21000 toeschouwers tegen de Canadese Wereldkampioenen. Den “Ti” had dat natuurlijk geregeld via zijn connecties over de plas! De Canadezen zouden regelmatig op tournee gaan door België.
Het ijshockey en kunstschaatsen kent een enorme revival door den “Ti” zijn investeringen.
Naast de ijspistes laat hij ook nieuwe zwembaden bouwen en verbouwen. Zijn meest prestigieuze project, naast dat van het Koninklijk Paleis ontwikkelt hij in 1935 samen met een business partner. In Westende laat hij een openluchtzwembad bouwen in Art Deco stijl, gevuld met zeewater. Dat was makkelijk, want het lag pal naast de dijk en de zee.! Aan de andere kant lagen de Westendse tennisvelden. Er waren ook solaria en nog enkele kleinere sportvelden. Het complex kreeg de ronkende naam ‘Lac aux Dames’ mee en het vernieuwende eraan was dat het sjieke restaurant en de bar onder het zwembad lagen, een zwembad dat een glazen vloer had, waardoor je als het ware tussen de zwemmers zat te tafelen. Een risicootje? Tuurlijk, maar Martial deed dat gewoon! Ik vraag me trouwens af of hij dat zelf bedacht heeft…. of enkel de centen heeft geleverd. In elk geval, op de boog boven de ingang prijkte wel ZIJN naam, “creation Van Schelle” stond er te lezen. Dat zegt veel over zijn bekendheid in België. En het volk stroomde toe… de jetset wel te verstaan.
Het complex werd beschadigd tijdens de tweede wereldoorlog en helaas - helemaal verkommert - gesloopt in 1986. In 1953 werden er gelijknamige appartementen tegen het zwembad aangebouwd, en dat is alles wat er nu nog verwijst naar het mondaine “Lac aux Dames”.
Als sportman en zakenman opent hij in 1924 zijn eerste sportwinkel. Hij noemt hem Van Schelle Sports. Het is een voor die tijd grote winkel aan de Loksumstraat in hartje Brussel.
Zijn businessmodel is even slim als winstgevend: hij creëert namelijk én een grote vraag door zijn promotie van vele sporten en zijn investeringen in ijspsistes en zwembaden en diens meer. Hij organiseert ook ski-lessen voor de rijken op de eerste synthetische skipiste van België… en hij regelt hun skireizen naar de Alpen… enz, enz… én tegelijk voorziet hij ook het aanbod voor al die sporten in zijn winkels… want het blijft niet bij 1 winkel, nee, nee, er komen er meerdere in het Brusselse, een grote op de Dekeyserlei in Antwerpen, eentje in Luik… Hij verkoopt er niet enkel sportmateriaal, hij voorziet ze zelfs van alle mogelijke diensten: slijpen van schaatsen, klaarmaken van ski’s, besnaren van tennisrackets, reparatie van vanalles en nog wat. Hij laat zelfs vanuit Amerika een machine overkomen om (sport)schoenen allerhande ‘a la minute’ te herstellen. Ik las ergens: een Mister Minit avant la lettre, en ja, dat was het ook. Eigenlijk creëert Martial de eerste keten van sportwinkels in België. Wat zou er van geworden zijn moest den “Ti” niet zo jong gestorven zijn…? Ik werk zelf al jaren bij een multinationale Franse sportwinkelketen… wie weet waar ik dan gewerkt had… hmmm! De laatste winkel van Van Schelle - wat ook de eerste was destijds - blijft bestaan tot in 2010! In de prachtige 19e eeuwse ruimten van de Koningsgalerij is het vandaag het Museum van Letteren en Manuscripten!
Hij is zo bezeten door de sport én de business die je er kan mee doen, dat hij zelfs bezig is met design en ontwerpen van eigen sportmateriaal; hij is een innovator! Zo heb ik een patent gevonden uit 1935, waar Martial en een zekere James Allen het ontwerp van een nieuw tennisracket deponeren. Als je de vorm van een modern tennisracket bekijkt, wel, dan ben je niet ver af van het ontwerp dat beide ‘inventors - zo staat het op het patent - hadden bedacht.
Wat vindt u beste luisteraar trouwens van de muziekkeuze bij deze podcast? Die is niet toevallig hé, of wat had u gedacht. Martial was meer dan een halve Amerikaan… hij reed rond in de grootste Amerikaans sleeën en hij was zot van Jazz en die typische big band music uit het interbellum. Fons “Fud” Candrix, befaamd Belgisch jazzmuzikant en orkestleider uit de jaren ‘30, werd door Martial ingehuurd om met zijn band L’orchestre Blanc, op de opening te spelen van een nieuwe danszaal in Westende… Het witte orkest werd zo genoemd omdat muzikanten waren uitgedost in witte tuxedo’s - smokings dus, die waren betaald door den “Ti”. En waar speelden die dan in Westende, juist ja, in “le Lac aux Dames”… het zwembad. En dat was ook weer typisch voor Martial. Hij opent dat mondaine zwembad voor de beau monde, maar hij denkt ook verder… na de zwemuurtjes, hebben de rijke bezoekers nood aan én tijd om te dineren en dan zeker ook om te dansen tot in de late uurtjes. En ja hoor, het is weer een schot in de roos, tis vollen bak die avond en de vele avonden die nog zouden volgen. Moneytime! Ook voor Candrix en zijn band. Hij heeft nog vele ‘soirées de dance” van Van Schelle opgeluisterd met zijn jazzmuziek en ik heb mijn muziekkeuze daarop dus afgestemd!
Nu, Martial doet net hetzelfde met zijn schaatspistes: van alles maakt hij een evenement, en het mag wa kosten en het mag wa glitter en glamour hebben. Hij laat vanuit de Canada de beste ijshockeyteams overkomen om voor bomvolle zalen en sportarena’s het publiek te komen entertainen. Die avond in het sportpaleis daarnet was geen one shot. De Noorse schaatskampioene, Sonia Henie, een superster destijds, komt ook regelmatig feeërieke ijsshows geven in België! Precies Assepoester! Martial regelt het allemaal! Een echte Disney on Ice avant la lettre zei mijn vrouw overlaatst toen ik een foto van zo’n show liet zien. Boenk erop!
Bij al deze superlatieven, maak ik wel graag 1 bedenking. Ja Martial was uiterst succesvol in bijna alles wat hij deed en hij deed dat met een flair, een ease die weinigen gegeven is. Ja, hij ging van de ene sportieve uitdaging naar de volgende succesvolle business deal. Hij reisde de wereld rond, vloog met luchtballonnen, leefde en gedijde in de hoogste politieke en industriële kringen van het land… maar dat kon hij ook alleen maar omdat hij geld had in een tijd waar heel veel mensen in dikke miserie leefden. Ja hij maakte zijn eigen succes, maar hij had wel een voorsprong op de meeste andere mensen. Maar dat gezegd zijnde, toen in 1929 de beurs van Wall Street crashte en de grote economische recessie zich inzette, wel, misschien dat velen andere ondernemers toch even wat gas terug zouden nemen… maar nee, niet onzen “Ti”, die deed voort alsof zijn leven ervan hing, en met groot succes ook nog! Leen Huet noemt hem ergens een flierefluiter in haar blog, awel, ondanks zijn successen en rijkdom, bleef hij ergens toch die kwajongen uit Diept in Merksplas… zo stond hij nu eenmaal in het leven. Hij zou zijn roots trouwens niet vergeten hé, hij kwam nog geregeld op bezoek in Wortel en bij zijn oude vrienden. In café Papenvoort vertelde hij dan over al zijn exploten en Armand Huet schrijft zelfs dat de bazin van de kroeg na een passage van den “Ti” een week de toog niet afkuiste omdat Martial er zijn “koninklijk” uurwerk had opgelegd! En de voetbalploeg van Wortel, wel die kreeg regelmatig ook een nieuwe uitrusting, sponsored by Van Schelle Sports, natuurlijk!
En ook zijn familie in Amerika bleef hij bezoeken. In december 1928 vaart hij vanuit Antwerpen naar New York met de SS Belgenland. Het douanedocument zegt dat hij op bezoek gaat bij zijn oom in de EP Russelstreet in Chicago; hij zal er waarschijnlijk Kerstmis hebben gevierd. En hij neemt zijnen tijd, want hij blijft 2 maanden in de States. In 1934 vaart hij nog eens over de plas. Deze keer gaat de trip vanuit Le Havre naar Quebec in Canada. De kans is groot dat hij daar was om zaken te doen. Hij reist echter door met de boot naar Detroit om de familie te bezoeken in Chicago. Via New York keert hij dan terug naar België. Het viel me op dat hij op de SS Champlain, zijn steamer, in 2e klas reisde. Geen sjiekste kajuiten voor Martial, hij was duidelijk genen “echten” James Bond.
En nu we het over de Engelse superheld annex spion hebben, met ons verhaal gaan we stilaan richting Tweede Wereldoorlog. Nazi Duitsland valt België binnen… de bezetting begint… Martial, geen fan van de Duitsers sinds de Lusitania zoals u weet, schiet al heel snel in actie: hij gaat spioneren voor het verzet… Maar hoe dat afloopt beste luisteraar, dat vertel ik u in episode 3 van deze reeks. Tot dan maar weer!
Ik dank hier toch al graag Leen Huet, inderdaad, ze is naast gevierd kunsthistorica en schrijfster, ook de kleindochter van Armand Huet, de man van het boekje over Martial. Leen heeft een heel leuke en super interessante blog met heel veel info over Martial, met wie ze dus een speciale band heeft. Kijk maar eens op leenhuet.be.
Moest u op Spotify luisteren, vanaf nu kan je podcast ook raten, punten geven dus, via je app. Je zou er mij met wat eerlijke sterretjes een schoon kadoke mee doen. Alvast bedankt.