
Historische Vertelsels
Sinds Covid maak ik, Gids53/Jo Van Dessel, historiscus en pro-gids, deze podcast op mijn zolderkamertje. Ik schrijf en vertel de verhalen, mix ze af met muziek en SFX-jes en doe alle productie en interviews. Per reeks, probeer ik onze 'Belgische' geschiedenis tot leven te brengen doorheen de bril van de mensen, de historische personages (soms bekend, soms helemaal anoniem) die ze ook echt beleefd hebben! Vanuit hun persoonlijke levensverhaal, hun exploten, de kleine dingen van hun bestaan zoek ik de link met de 'grote' geschiedenis, met het tijdvak waarin ze leefden. De podcast is ook steeds gelinkt met mijn gidswerk in de "Historische Vertelsels-tours" en met mijn lezingen in de "Historische Lezingen". Veel luisterplezier en zeker subscriben. Gids53
Historische Vertelsels
9.4. Abraham Ortelius - E4: Cartografie en de Theatrum Orbis Terrarum - part 2 (1570-1598)
Deze 4e episode in de 9e reeks over het leven van Abraham Ortelius is het vervolgverhaal over de Theatrum Orbis Terrarum! In 1570 komt de eerste atlas op de markt, een Latijnse versie, gedrukt bij Gillis Coppens van Diest. Er volgen nog meer dan 20 edities van het werk, tot ver na de dood van Ortelius zelf. De Orbis is een schot in de roos, de standaard voor een kwaliltatieve atlas is gezet; het wordt een bestseller, ondanks het hoge prijskaartje dat er aan hangt. Ortelius wordt er rijk mee. Hij zou kunnen gaan rentenieren, maar dat doet hij niet! Hij blijft boeken uitgeven en kaarten maken. Bij Plantin - en later bij zijn opvolger Jan Moretus - worden er zelfs atlassen in pocketformaat gedrukt en uitgegeven in meerdere talen. De atlas verovert de wereld. En die van Ortelius was dé maatstaf en de inspiratie voor velen. Welkom opnieuw in de leefwereld van Ortelius, heel veel luisterplezier. Ik dank graag Nicolas Brondfort en buurman Ronny Vermeersch voor hun zeer gesmaakte vocale bijdrage.
"Steeds benieuwd naar jullie feedback" Jo
Volg de podcast en krijg automatische updates!
@luisteraars op Spotify en Apple Podcast: niet vergeten te raten aub.
Hallo beste luisteraar, welkom in het vervolgverhaal over Ortelius als cartograaf. In de vorige episode heb ik verteld hoe Gillis Hooftman, de rijke Antwerpse Tycoon, Ortelius de kans geeft een soort kaartenboek op maat te maken. Vanuit die bundel met aangepaste kaarten, ontstaat bij Ortelius het idee om een boek op de markt te brengen met herschaalde kaarten, mooi ingekleurd door hemzelf en zijn zussen en waarachter een echt rendabel business-model zat. De eerste atlas in de moderne zin van het woord zag zo het levenslicht. En hier volgt nu het verhaal van het boekwerk zelf, van het Theater van de Wereld.
Het eerste Theatrum Orbis Terrarum kwam uit in mei 1570 en was opgesteld in het Latijn. Hij telde 53 bladen met 67 kaarten en was op meerdere manieren innovatief.
Zo was hij gedrukt op folioformaat en hadden alle kaarten zowat dezelfde, herschaalde afmetingen; hij introduceerde een eenvormig, schuin geplaatst Italiaans lettertype, dat de leesbaarheid enorm ten goede kwam. Het was een echt boek met een vaste oplage, in een bepaalde druk waren de kaarten dus dezelfde. Vernieuwend was ook dat er een logische volgorde in de kaarten zat: eerst de wereld - de Typus Orbis Terrarum, net zoals vandaag elke atlas nog altijd begint met een kaart van de wereld, dan de continenten, dan de landen om te eindigen met bepaalde streken; de volgorde haalde Ortelius bij het werk van Ptolemaeus! Ortelius voegde ook verklarende teksten toe, een soort contextuele schets die bij elke uitgave langer werd, omdat er steeds meer info kwam over bepaalde gebieden of landen. En tot slot, elke kaart bestond al, maar was helemaal herwerkt, hertekend en soms zelfs gecorrigeerd! Hij gaf in zijn voorwoord ook aan welke geografen en cartografen hij op een of andere manier schatplichtig was voor de samenstelling van zijn Atlas. Zo kennen we vandaag 10-tallen cartografen uit het 16e eeuwse Europa! Elke herschaalde kaart werd gedrukt op nieuwe koperplaten, dus Ortelius betrok ook derden bij zijn werk! Volgens zijn inleiding waren het Frans Hogenberg en zijn atelier geweest die bijna alle nieuwe platen hadden gesneden, net voor hij de wijk nam naar Keulen in 1570; Hogenberg, oud reisgezel van Ortelius in de 2e episode, was een protestant. De kaarten in de Theatrum zijn van een zeer hoge kwaliteit, op de perfectie af! Van de Hogenberg gravures werden 4 staten gemaakt!
Als je een lijst wil zien van alle platen uit de 1e druk, dan verwijs ik graag naar mijn blog op mijn website www.gidsnummer53.com/Blog. Wil je ze eens in het echt zien, in het Museum Plantin Moretus zijn er enkele latere edities te bewonderen in de Ortelius kamer, bij het schilderij van de Jans uit aflevering 1.
Ortelius heeft de atlas niet enkel zelf ontworpen, hij heeft het hele project financieel zelf ook gedragen. Zowel het maken van de koperplaten, het drukken als het uitgeven heeft hij zelf gefinancierd. Ook het papier, 47 riemen in totaal, heeft hij betaald, zo blijkt uit een factuur van Christophe Plantin uit 1569! Voor 23500 vellen papier, 1 riem telt ca 500 vellen, betaalde Abraham meer dan 220 gulden aan Plantin.
Vreemd genoeg werd de 1e atlas ter wereld niet uitgegeven door de Officina Plantiniana. Ortelius koos ervoor om met Gillis (Aegidius) Coppens van Diest (ca. 1496-1572) in zee te gaan. Over de man is er maar weinig geweten. Hij werd geboren in Diest in 1496 en werd in 1533 in Antwerpen als “meester-boeckdrukkere” toegelaten tot de Sint Lucasgilde. Hij was een behoorlijk productief drukker en was gespecialiseerd in werken over wiskunde, boekhouden, kosmografie en astrologie. Hij stierf in Antwerpen in 1572. De reden waarom Ortelius voor Coppens van Diest koos was mss net omdat deze ervaring had met heel gespecialiseerde afbeeldingen van de kosmos en de sterrenstelsels. En natuurlijk ook het feit dat hij de Antverpia, de kaart van de stad Antwerpen uit 1565 had gedrukt op 20 vellen papier. Deze Bononiensiskaart kan je vandaag nog steeds bewonderen in het Plantin-Moretus Museum of een digitale versie op mijn blog.
De Theatrum was een schot in de roos; de vraag was zo groot dat alleen nog maar in 1570 drie extra oplagen werden gedrukt. Daarna kwamen er nieuwe uitgaven met extra kaarten die als een soort losse addenda werden uitgegeven. Later werden ze ook geïntegreerd in de atlassen zelf. Ortelius vraagt in zijn voorwoord trouwens om hem zo veel mogelijk kaarten toe te sturen, zeker van de landen en regio’s; zijn lezers gaan dus zijn werk deels voor hem doen. En deze slimme zet zal echt wel werken! Hij krijgt heel wat kaarten toegestuurd, nieuwe en soms ook betere versies van bestaande, waardoor de Theatrum steeds kon worden uitgebreid.
In 1571 en 1572 bracht Ortelius ook een Nederlandse, een Franse en Duitse versie op de markt. Het feit dat hij ze uitgeeft in de volkstaal, toont ook aan dat Ortelius het project veel groter zag dan slechts een Latijnse versie voor een handvol humanisten in Europa. Als een volleerd marketeer mikte hij duidelijk op potentiële kopers in de vele beroepstakken die kaarten veel gebruikten in hun dagelijkse bezigheden. Ortelius zou veel geld verdienen met zijn atlas! Het werk werd verkocht door boekenwinkels in Antwerpen en ver daarbuiten; bij Plantin alleen al gingen er per jaar honderden copijen over de toonbank. En dat was enkel bij Plantin… De Theatrum was ook een duur boek, en het zou altijd duurder blijven dan om het even welke andere atlas, was het nu die van de Jode, die van Mercator of zelfs de Stedenatlas van Georg Braun en Frans Hogenberg, waarvan sprake in episode 2. Ongebonden en niet ingekleurd zat de prijs van de eerste editie tussen de 6 en 10 gulden, da’s ongeveer 1 maand loon voor een ambachtsman. De ingekleurde versie kostte 16 gulden. Latere versie met meer kaarten zaten rond de 12 gulden voor de basisversies, en 20+ gulden voor de kleurenversie. De guldens kwamen vlot binnen, laten we zeggen. En dat Ortelius een gewiekst zakenman was, blijkt ook uit het feit dat hij bijv concurrent Gerard de Jode 7 jaar lang heeft kunnen dwarsbomen zodat deze geen keizerlijk drukprivilege kon krijgen om een soortgelijke atlas op de markt te brengen; Tegen de tijd dat zijn Spiegel van de Wereld op de markt kwam in 1577, was de Theatrum al lang een vaste waarde en was Ortelius zijn atlas een regelrechte bestseller. De Jode’s Speculum zou ook nooit zo goed verkopen als zijn tegenhanger, ondanks het prijsverschil.
De Theatrum werd door tijdgenoten bijna unaniem op applaus ontvangen. Mercator schreef aan Ortelius vanuit Duisburg in november 1570: “ik heb uw copij van de Theatrum goed ontvangen en ik stuur u mijn complimenten voor de zorg en elegantie waarmee u de kaarten van anderen hebt gemaakt en soms verbeterd. De geografische waarheid komt duidelijk op de eerste plaats, wat bij veel kaartmakers, vaak de Italianen, niet altijd het geval is! Alle eer komt u toe hoe u ook de beste kaarten van de regio’s hebt verkregen en bewerkt en in een klein boek hebt verzameld, zodat men ze overal en altijd kan gebruiken.” Al had hij ook een puntje van verbetering voor zijn vriend in Antwerpen: “Zorg wel steeds voor nieuwe kaarten en kaarten van oost en noord europa”! En misschien was dit wel terecht, het was een beetje het zwakke punt van de eerste edities. Maar dat zou Ortelius wel snel oplossen in zijn latere edities. Ik zou de loftrompet nog langer kunnen spelen, maar u snapt het plaatje wel. Als er al kritiek kwam, dan was dat omdat er foutjes in bepaalde kaarten zaten.
En dan was er het wat vreemde verhaal van kardinaal Diego Espinosa; hij was Inquisiteur van Spanje en naaste raadgever van Filips II. Toen er een mooi exemplaar van de Theatrum naar het hof van de koning werd gestuurd als presentje, werd het onderzocht door Espinosa. Veel interesse in het boek had hij duidelijk niet, enkel, en hoe flauw was dat, dat hij in de kaart van Spanje de naam van zijn geboortedorp ging zoeken… en het dus niet vond, want het stond er niet op.
Ortelius kreeg daarop een heel secce brief uit Brussel, waarin stond: “Kardinaal Espinosa schrijft me uit Spanje dat hij het jammer vindt dat zijn geboortedorp Martimuñoz ontbreekt in uw Theatrum en hij vraagt me hem een gekleurde versie te sturen waarin de naam wel is opgenomen. Verwijder als het kan de naam Palacuelos en vervang die met Martimuñoz. Wanneer dit klaar is, laat dan nog enkele nieuwe kaarten van Spanje bijdrukken om de kardinaal ter wille te zijn. Dus, wanneer de volgende vloot naar Spanje zeilt, stuur dan 2 gekleurde, aangepaste copijen van de Theatrum mee; deze 2 boeken dienen verguld te zijn en met leder ingebonden. Arias Montanus betaalt voor de eventuele kosten.”
Ter info, Montanus was op dat moment in Antwerpen aan het werken aan de Polyglotte Bijbel van Plantin. We komen hem later nog tegen.
De schrik moet Ortelius om het hart geslagen zijn, want hij liet bij Coppens Van Diest de aanpassingen direct uitvoeren. Maar de gevraagde nieuwe luxe-uitvoering zou pas in 1574 in Spanje toekomen, voorafgegaan door een brief vol excuses vanwege Ortelius; maar tegen dan was Espinosa trouwens al dood. Je kan vandaag trouwens nog steeds zien dat zijn dorpje in een ander lettertype geschreven staat in die eerste Theatrum. En dat iedereen schrik had van de grillen van Filips II blijkt ook nog maar eens, hoewel Ortelius uit Spanje een brief krijgt om hem uitdrukkelijk te bedanken met de woorden dat de koning hem heel hoog inschat en veel respect voor hem heeft! In 1575 zal Filips II Ortelius zelfs tot “Geographus Regius”, Koninklijk Geograaf benoemen; dit als erkenning voor zijn werk, niet in het minst zijn atlas! De aanbeveling kwam van Arias Montanus, die instond voor Ortelius' orthodoxie; zus Anna zou deze titel ook op haar broer zijn graf laten zetten! Qua aanzien kon zo'n titel tellen, en als geograaf had je een streepje voor op de anderen, zoals in het vb van de Jode al aangehaald. Je kon er dus ook financieel gewin uithalen. Wanneer Plantin in 1588 de Spaanse versie van de Theatrum op de markt brengt, maakte hij ook een luxueuze versie met alles erop en eraan voor Filips II, kostprijs: 90 gulden! Daar moesten heel veel mensen heel lang voor gaan werken! Met deze editie wilde Plantin zich na de Val van Antwerpen en zijn escapade in Leiden verzoenen met Filips II! En zo zijn we bij Plantin en zijn opvolger Jan Moretus aangekomen. Plantin en Ortelius kenden elkaar al heel lang. Ortelius koopt zijn eerste boek bij de Officina in 1558! En hoewel Plantin de eerste Theatrums niet zou drukken, zijn netwerk van boekverkopers, zou wel heel sterk bijdragen tot het succes van de atlas. Na de dood van Coppens van Diest zou Ortelius zijn Theatrum nog een tijdje in eigen beheer uitbrengen. In 1579 drukt Plantin een herziene Latijnse editie, de uitgever is nog steeds Ortelius zelf; deze versie telde al 93 kaarten. In 1588 is de Officina Plantiniana voor de eerste keer de uitgever van de Theatrum - de genoemde 1e Spaanse editie. Tijdens Ortelius zijn leven verschijnen er 24 edities. Na zijn dood volgen er nog eens 10, de laatste door Jan Baptiste Vrients, Antwerps graveur van kaarten en uitgever, die de rechten en de platen van de Theatrum kocht in 1602. De laatste editie dateert van 1612, het jaar dat Vrients komt te overlijden, en telt in totaal 167 kaarten! Van de Theatrum zijn er uiteindelijk 16 Latijnse edities uitgegeven, 5 in het Frans, 4 in het Duits en in het Spaans, 2 in het Nederlands en het Italiaans en 1 in het Engels.
In 1577 komt de Theatrum uit in pocketvorm. De Spieghel der Werelt was een initiatief van graveur Filips Galle, vriend en medewerker van Ortelius; de NL teksten op rijm werden gemaakt door Pieter Heyns, de schoolmeester dichter, die ook de NL teksten gemaakt had voor de 1e NL grote atlas. We gaan Heyns later nog tegenkomen. Plantin voorzag de drukpersen voor het werk. Volgens de overlevering zou Ortelius niet op de hoogte zijn geweest van het project, vooral omdat de kaarten nogal slordig waren gemaakt. Hij was op dat moment ook onderweg in Italië met Joris Hoefnagel, weet u nog in de 2e aflevering? Dat hij helemaal niks wist lijkt me zo goed als onmogelijk. Met zijn persoonlijkheid kan het bijna niet dat Galle, Plantin en Heyns het zo maar gedaan hadden zonder zijn medeweten. Wat wel kan natuurlijk, is dat het idee om de atlas in het klein uit te geven, al was opgevat voor de Spaanse Furie van 1576, met medeweten van Ortelius of nog plausibeler, bedacht door Abraham zelf, maar dat hij het project niet rigoureus heeft kunnen opvolgen, waardoor de kwaliteit minder was dan wat de markt van hem gewoon was! Wat er ook van zij, er zouden nog 29 edities volgen van de Spiegel, in 7 talen! Deze mini-atlassen waren qua prijs ook haalbaar voor de lagere middenklasse in Europa; het toont nog maar eens aan hoe Ortelius eigenlijk vooral een ondernemer en marketeer was, die de markt door en door kende en bespeelde.
Ik zou nog een hele tijd kunnen doorgaan over Ortelius zijn Opus Magnus, maar dat ga ik dus niet doen. Kijk maar eens bij bibliografie als je er nog meer over wil weten. Al wil ik wel nog iets zeggen over de culturele impact van deze eerste atlas. Daarstraks sprak Radermacher over de wereldkaart waaraan Ortelius werkte in 1569. Wel, die wereldkaart (door Ortelius de Typus orbis Terrarum genoemd), is ook meteen zijn bekendste kaart. Ze zou steeds de 1e kaart zijn in elke editie van de Theatrum, en dat is vandaag ook nog altijd zo. Deze ovale weergave van de toenmalig bekende wereld, bracht alle kennis samen over hoe de wereld eruit zag, welke vorm de continenten hadden, enz… Ze was deels gebaseerd op werk van Mercator en oudere Italiaanse wereldkaarten. Hier stond plots getekend, visueel zichtbaar wat de ontdekkingsreizigers sinds de 13e eeuw hadden meegebracht naar West Europa: Marco Polo uit Azië, de portugezen die de kusten van Afrika en Indië beschreven, de Spanjaarden die Amerika en de Stille Oceaan exploreerden… Toch bleven er nog grote delen ‘terra Incognita', onbekende landen. Zo is de Zuidpool - het Terra Australis Nondum Cognita - een enorm gebied met landmassa, maar da’s logisch, pas in de 18e eeuw en wat de Zuidpool betreft, pas in de 20e eeuw, zouden de laatste uithoeken van onze planeet ook echt ontdekt worden en in kaart gebracht worden… Wat Ortelius zo interessant maakt, is dat hij tijdens zijn leven, zijn wereldkaart (en anderen) ook aanpast aan de beschikbare informatie! Zo schrijft hij dat Nieuw Guinea pas is ontdekt (door de Portugezen). Alleen weet men dan nog niet dat het een eiland is, op de kaart hangt het nog vast aan het onbekende Zuidland.
De delen die onbekend waren, werden, net zoals in de Oudheid, opgevuld met Zeemonsters en fabeldieren. Een beetje superstitie? Vermoedelijk wel, al verkochten kaarten die versierd waren met de fantasiedieren een pak beter dan kaarten zonder vreemde wezens. En Ortelius was wel een zakenman hé!
En wat gold voor de wereldkaart, gold natuurlijk ook voor alle andere kaarten.
Nu had Ortelius na het enorme succes van zijn Theatrum op zijn lauweren kunnen rusten en rustig kunnen rentenieren; maar nee hoor, hij blijft zeer actief als cartograaf (en dat ondanks al zijn reizen en zijn publicaties erover en zijn drukke bezigheden als verzamelaar, zo brengt hij in 1573 de Deorum Dearumque Capita ex Veteribus Numismatibus op de markt, een boek over de afbeeldingen van goden en godinnen op oude munten, één van zijn andere passies).
Reeds in 1572 brengt hij een supplement uit bij de kaarten van de Theatrum, de Additamentum, een reeks nieuwe, herwerkte kaarten die bij de Latijnse atlas horen. Tot in 1595 komen er Additamenta bij, tot de meeste van deze kaarten uiteindelijk in de volgende edities van de Theatrum zelf geïntegreerd worden.
Was de atlas echt bedoeld om een groot en heel breed publiek te bereiken en om geld mee te verdienen, dan was het Parergon, het historisch cartografisch zijproject van Ortelius, zijn grote humanistische passie, bestemd voor een handvol geleerden! “Parergon” is oud Grieks voor een aanhangsel bij een bestaand werk. Dus ook hier weer een supplement bij de Theatrum. Het zijn historische kaarten, allemaal gemaakt en getekend door Ortelius zelf die vanaf 1579 beginnen te verschijnen in de Additamenta: zo is er een kaart van het Romeinse Rijk, van het oude Germanië, Egypte, het Midden Oosten, Engeland en zelfs van het oude Troje en de reisweg van Aeneas. Er zitten ook tekeningen bij van het oude Tempe, Daphne… In 1595 zal het als een aparte atlas van de Oudheid worden gepubliceerd door Jan Moretus; de kaarten werden gegraveerd door de befaamde Jan Wierix, prachtig ingekleurd en zijn kwalitatief mss wel de beste historische kaarten uit de hele 16e eeuw. Op de atlas prijkt ook een befaamd portret van Ortelius, gegraveerd door zijn vriend en buurman, Filips Galle. Rond diezelfde tijd brengt Ortelius een kaart van Utopia uit, gebaseerd op de beschrijving van Thomas Moore.
Het laatste jaar van zijn leven is Ortelius blijkbaar steeds minder bezig met zijn kaarten; de nieuwe edities die verschijnen bij Moretus worden niet meer gesuperviseerd door de oude cartograaf… al zouden er na zijn dood dus nog wel heel wat edities worden uitgegeven.
Waarom had Ortelius zo’n groot succes als cartograaf? Puur wetenschappelijk, puur als geograaf, was iemand als Mercator en mss zelf De Jode beter dan hem. Maar Abraham had de gave om een project als de Theatrum te organiseren en te superviseren: hij verzamelde de beste kaarten van de beste geografen, hij had een enorme historische bagage, hij had zelf de technische bekwaamheid om kaarten te tekenen, omringde zich met de strafste graveurs, was met zijn zus Anna een van de strafste “afzetters” én hij had een enorme neus voor zaken en was niet vies van een risicootje, al had hij in zijn groot netwerk ook wel voldoende investeerders zitten om zijn Theater van de Wereld te realiseren. Door dit alles zou hij rijk worden met zijn Theatrum! En het zou pas Willem Janszoon Blaeu zijn, die 60 jaar later - in 1631 - in Amsterdam, zijn beroemde atlas uitgaf, die ook wel bekend werd onder de naam Appendix… op de Atlas van … idd, Abraham Ortelius.
Voila beste luisteraar, dit was in het kort, jazeker, in het heel kort zelfs, het verhaal van Ortelius als cartograaf; in de volgende aflevering sla ik het Album Amicorum van Ortelius open… een prachtig boekwerk waarin meer dan 100 humanistische vrienden, wetenschappers, politici en andere belangrijke mensen van zijn tijd hun naam en boodschap hebben achtergelaten voor hun vriend en collega Abraham Ortelius. Een hele reeks bekende namen gaan de revue passeren, maar da’s dus voor binnen enkele weken, tot dan maar weer, ciao!