Historische Vertelsels

10.1 Maria Pijpelinckx - E1: haar jeugd en hoe ze Jan Rubens trouwde (1538-1562)

Gids53 Season 10 Episode 1

Ja!!! Reeks 10 in de Historische Vertelsels. Gids53 duikt in het leven van Maria Pijpelinckx, bekend als de moeder van Peter Paul Rubens. Maar ze was zoveel meer. Haar leven leest als een boek vol met voorspoed en minstens evenveel tegenspoed en problemen. Ze leefde in zeer turbulente tijden van vervolgingen en oorlog. Maria was een sterke vrouw - ik noem haar bewust geen straffe madam - ze deed wat ze moest doen om haar gezin bijeen en zichzelf staande te houden en ze deed dat vol overgave, terwijl de wereld rondom haar steeds ruwer en zotter werd. Over haar jeugd is niet zo veel geweten. Haar familie komt naar Antwerpen tegen het midden van de 16e eeuw. Ze ontmoet Jan Rubens als prille twintiger, ze trouwen en er volgen 4 kinderen. Manlief wordt schepene van de stad, het leven lacht haar en haar familie toe. Maar achter de hoek loeren er gevaren. Spannend, dat zeker wel! Welkom in Antwerpen in de 16e eeuw. Heel veel luisterplezier.
De avatar is waarschijnlijk NIET Maria Pijpelinckx, wel een portret van een oude vrouw door haar zoon PP Rubens. Music credits: intro: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:John_Dowland_(1563-1626)_M._George_Whitehead_His_Almand,_Lachrimae,_No.21_for_Treble,_Tenor_%26_Bass_Viols_with_Great_Bass_Violone_in_G_1604.ogg. Phillipwserna, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons. just Lute by Kaazoom Music by <a href="https://pixabay.com/users/kaazoom-448850/?utm_source=link-attribution&utm_medium=referral&utm_campaign=music&utm_content=363314">Paul Winter</a> from <a href="https://pixabay.com//?utm_source=link-attribution&utm_medium=referral&utm_campaign=music&utm_content=363314">Pixabay</a

"Steeds benieuwd naar jullie feedback" Jo

Volg de podcast en krijg automatische updates!
@luisteraars op Spotify en Apple Podcast: niet vergeten te raten aub.

Dag luisteraar, ik moest me daarnet even in de wang knijpen. Ik begin de 10e reeks in deze podcast, de 10e…! We naderen zelfs de 50e episode… ik moet eerlijk toegeven dat ik dit ten tijde van Covid nooit had gedacht, dat ik het zo leuk zou vinden, om 10 reeksen te maken over mensen die onze geschiedenis mee gekleurd hebben, elk op hun manier. De ene groots, de ander in stilte, bijna vergeten…. 
Wat me ook is opgevallen is dat de 9 vorige reeksen steeds een man hadden als hoofdpersonage. En dat kon ik natuurlijk niet blijven volhouden. Er zijn dames genoeg die ons een geweldig verhaal kunnen vertellen over hun leven, hun petite histoire, maar die evengoed een rol hebben gespeeld in het grotere geheel, in de ‘grote’ geschiedenis van de tijd waarin zij leefden! Dus deze reeks is de eerste - en zeker niet de laatste - waarin een vrouw haar historisch vertelsel zal ontvouwen aan uw zeer benieuwde oren, mijn beste luisteraar.

Ik heb een hele tijd liggen denken en broeden op een dame die hier het woord kon nemen… ik heb gewikt en gewogen en ben uiteindelijk weer in Antwerpen beland, jaja, ik weet het, weer de Koekestad. Maar ja, ik ben er gids, en het verhaal moet steeds gelinkt zijn aan een van mijn gidslocaties, weet u nog? Dus veel kan ik er niet aan doen hé. 
Maar… deze madam haar leven speelt zich niet enkel af in de stad aan de Stroom én het verhaal heeft zelfs een wereldwijde dimensie, u zal het sebiet wel begrijpen.

En mijn oog is dus gevallen op Maria Pijpelinckx, dat heeft u ondertussen al wel begrepen. En dit is haar verhaal. 

Ik sta hier in het hartje van Antwerpen. Op de hoek van de straat. Ik kijk rechts de Wapper in… iets voor halfweg zie ik nog net de statige gevels van het Rubenshuis, ongeveer in het midden van de 2 gebouwen een statige houten poort… de ingang naar de woonst en het atelier van Antwerps own… PP Rubens. Recht voor mij, Hopland en wat verder in de straat, de nieuwe entree van het museum Rubenshuis… Ik draai me om, op de gevel van het huis voor me… een straatnaambordje. Stad Antwerpen lees ik… en dan, Maria Pijpelinckx…. Ik weet natuurlijk wie ze was, ze speelt de hoofdrol in deze podcast… Spijtig dat het niet op het bordje hier in Antwerpen staat… Een hele poos geleden was ik in Hasselt, daar is er ook een mooie straat naar haar genoemd. En daar staat het wel op! Maria Pijpelinckx, 1538-1608, Moeder van Peter Paul Rubens. Dàt is dus de link met het Rubenshuis daarjuist en de reden dat ik net hier op dit kruispunt sta. Ik ben ondertussen de Wapper opgewandeld… ik stop voor die grote poort van daarjuist… Maria Pijpelinckx is hier vaak gepasseerd, ze heeft jaren om de hoek gewoond, haar ouders hadden om diezelfde hoek gewoond. Ze heeft wel nooit geweten dat haar wereldberoemde zoon hier zijn Italiaans Palazzo heeft gebouwd… ze was al overleden toen zoonlief nog in Italië was, of volgens de overlevering, onderweg was naar huis… Ze hebben elkaar nooit meer in levende lijve gezien. 

Ik loop wat verder… de volgende hoek om. Tis kalm vandaag op de Meir… ok, tis ook nog wat vroeg voor de sjoppers. Ik loop de straat over en kijk rechts van mij naar de overkant… voor mij een statige 19e eeuwse witte gevel met grote vensters en versierd met wat wel gouden guirlandes lijken… Hoe breedt is dat hier eigenlijk, 1, 2, 3, 4 (afstappen), 20m, wow, da’s breedt ze…. boven de ramen, we, we, we… op z’n engels hé… niet op z’n Frans… de WE Fashion dus,.. nee, ik maak geen sluikreclame voor deze modeketen, en nee, Maria kwam hier ook niet sjoppen denk ik… t’is trouwens ne winkel voor ventenkleren…. 
Het huis is niet alleen breed, ook hoog… ooit al eens naar boven gekeken? Helemaal van boven, op het dak eigenlijk, zit en een mannen- en een vrouwenfiguur, tussen hen in een buste… je herkent direct het karakteristieke hoofd met baardje van PP Rubens. Eronder staat een tekst… fkes mijn bril opzetten, ik kan het zo niet lezen… t’is een tekst int Latijn, er staat“1567. Has aedes ILLUSTRISSIMI RUBENI Joannes & Maria Pypelincx inhabitaverunt parentes reaed: 1854”. Oei, zo goed is mijn Latijn precies ook niet meer… doen dak op internet zit…

Volgens AI staat er: "In 1567 hebben Jan en Maria Pypelinckx, de ouders van de beroemde Rubens, in dit huis gewoond. Die REAED is zo iets als reaedificatum of zoiets, okéééé… het huis werd dus herbouwd in 1854."

Ik kan u trouwens al verklappen dat het enorme verbouwde huis waar ik voor sta de Cleyne Arnoldus heette en dat het eigenlijk had toebehoord aan de ouders van Maria Pijpelinckx, ze hadden er een grote sjieke tapijtenboetiek… zie, twas ook in de 16e eeuw al een sjieke winkel… 

Dus Maria Pijpelinckx zou hier gewoond hebben, en ze was dus getrouwd met een zekere Jan, dat moet dan Rubens geweest zijn… de pa van de schilder… Maar er staat 1567… was PP rubens niet van 1577… en die was toch een halve duitser, allez volgens de overlevering toch… zou dat niet juist zijn dan? Maar ik zit al direct teveel bij Rubens, de podcast moet over Maria Pijpelinckx gaan mijn beste Gids53… ge zijt al bezig zoals zovelen, rubens, rubens, rubens.… Maar misschien kan Maria Pijpelinckx het ons toch vertellen hoe het nu zat… mss weet zij waarom er 1567 staat… zij gaat ons meenemen in het verhaal… allez, haar verhaal, zonder te veel over haar zoon te spreken, alleen als het relevant is… 

Even terug naar mijn wandeling van daarnet… Hebt u zich niet afgevraagd waarom er in Hasselt een Maria Pijpelinckx straat is? Daar moet toch een reden voor zijn… en uiteraard is die er. Luister maar even mee. In Kuringen, vandaag een deelgemeente van Hasselt, vond in 1538 het sjieke huwelijk plaats van Hendrik Pijpelinckx alias de ‘Pijp’ en Clara Tovion, alias Colijn in het kerkje op het marktplein. Het was waarschijnlijk een trouw met alles erop en eraan, want beide geliefden waren van hele goeie komaf. 

Uit dit huwelijk werd Maria Pijpelinckx, ook wel “ons Maaiken” genoemd, op 20 maart 1538 geboren (baby bleiter). Maria haar oudere - vermoedelijk halfbroer Jan, stierf op vrij jonge leeftijd, maar er zou nog een jonger zusje Suzanna geboren worden, met wie Maaiken het blijkbaar heel goed kon vinden. 

De familie Pijpelinckx was naar Antwerpen getrokken wanneer Maria een jaar of 6 was. De Pijp werd op 8 augustus 1544 als poorter van Antwerpen ingeschreven als tapissier of tapijthandelaar, een business die hij van zijn ouders had overgenomen. Hij vervaardigde en verkocht dus wandtapijten, één van dé luxe-nijverheden die Antwerpen rijk was. Maar waarom kwam hij naar tStad? Simpel, hij kwam dichter bij zijn cliënteel wonen, in dat licht moet men de verhuizing zien. En het zou hem geen windeieren leggen.  

Het koppel koopt zich dat statig huisje de Clijnen Arnoldus genaamd aan de Meir waar de tapijtenzaak wordt gevestigd. Dit is nu de WE hé, mocht u het vergeten zijn. Maar de naam Clijnen Arnoldus is wel wat misleidend denk ik, want als die klein is, hoe groot moet de Grote dan wel niet geweest zijn? Vandaag is de Meir hot, toen was ze nog wel niet dé winkelstraat van Antwerpen. Een leuk weetje, de naam Meir komt eigenlijk van houtmeer, de plaats waar in de middeleeuwen schepen aanmeerden die hout leverden voor industrieën die veel hout gebruikten zoals brouwerijen en kuiperijen. De Meir lag eigenlijk aan een industrieterrein even buiten de stad! In de 16e eeuw was het een propere straat binnen de wallen geworden, maar dé winkelstraat zou ze pas worden toen ze het Centraal Station met de Grote Markt ging verbinden; ze werd dé centrale as en vala, de boetieks kwamen ook.  

Den Arnoldus zou later aan Maria toebehoren en tot 1601 in de familie blijven. Dat huis zal nog een rol spelen in ons verhaal. Maar das voor binnenkort. 

De Pijpelinckxen werkten zich op in het stedelijk patriciaat! Ze werden rijk, heel rijk, de lijst van vastgoed alleen al in Antwerpen is behoorlijk impressionant; komt daar nog bij dat ze heel wat gronden hadden in Oosterweel, in Loenhout, in Kontich, Baasrode, Turnhout… en… dan waren daar nog de roots én adellijke banden in het huidige Limburg, toen deel van het Prinsbisdom Luik! Het zat zo…  

Hendrik Pijp, de pa dus he, die had nog een broer, Dionijs, die ook in Antwerpen woonde! Ze waren zonen van een zekere Jan Pijp, en die woonde dan weer in Hasselt! Die Jan zijn vader, ook… euh Jan genoemd, wel, die had ooit het grootste huis van de hele stad nog verkocht! Ook die zat er dus al warmpjes in blijkbaar. Nu hadden die 2 Jannen zich ingetrouwd in de zeer voorname familie Typoets, die verwant was aan enkele adellijke Limburgse en Luikse families. Als je de stambomen bekijkt, dan vliegen de Heren, de baronnen en de hertogen u rond de oren. De neef van vader Hendrik Pijp, een Typoets uiteraard, was trouwens drossaard van het Land van Grevenbroek en kastelein op het kasteel van de Prinsbisschop van Luik in Kuringen. En een van de prins bisschoppen gaat nog meespelen in ons verhaal later. Dus, mijn beste luisteraar, als u zich nog afvraagt of Maria Pijpelinckx van goeie afkomst was, dan denk ik dat u het antwoord nu wel kent. En het is dan ook niet verwonderlijk dat haar straatnaambordje in Hasselt aan de gevel prijkt. Ze is ook één van hen hé… en ik zeg dat expres, want het is niet het enige ‘van ons of van hen’ verhaal in deze podcast, wacht maar. (Later > maria verblijft bij familie op kastelen (schoonbeek) in Limburg)

1559… de 20-jarige Maaike Pijpelinckx geniet met enkele vriendinnen van een mooie Antwerpse nazomerdag. Ze kuieren door de stad en plots krijgt ze een knappe jonge man in het oog. Hij is duidelijk wat ouder haar, een vlotte 20-ger. Gebekt haar, een beetje golvend, een fijn mooi onderhouden baardje… zijn modieuze kleren verraden zijn welstand. Ze kijkt geboeid naar die mooie verschijning… “spreekt die nu Italiaans met zijn wandelgezel”, denkt ze bij zichzelf? “Jazeker (ja ze), waaw, wie is die knapperd, ik heb die jongen nog nooit gezien in Antwerpen”. Hun blikken kruisen… en even is er contact… genoeg voor de vonk. Maria bloost even. De jongeman kijkt naar de vogels… bij wijze van spreken hé. 

Terwijl de jongedames verder lopen, vraagt ze: “Wie was die jongeman? Kent iemand hem?” Gegiechel… oh, ben je verliefd Maaiken” Ik zag u precies rood worden..”? “Ach, doe niet zo  onnozel”, zegt ze… “ik vraag toch maar gewoon wie dat hij is?” 
“Iets zegt mij dat hij één van de zonen van de drogisterij van Janne de Landmeter is (waar?). Ik ken zijn naam niet, maar volgens mij is hij in het buitenland gaan studeren… daarom dat we hem niet kennen. En hij sprak Italiaans, dus hij zal daar wel een tijdje geweest zijn”. Is deze scène echt gebeurd, geen idee… maar het zou zomaar kunnen hé! Zo menselijk… In elk geval, wie was nu deze mysterieuze jonge kerel waar Maria zo van moest blozen?  De vriendin had in elk gelijk: Hij was idd een van de zonen van de drogisterij van de Landmeter… en hij was idd in Italië geweest. En ik denk dat hij idd een schoon ventje was… afgegaan op zijn succes bij nog andere vrouwen. Maria’s  knapperd luisterde naar de naam Jan Rubens! 

De familie van Jan Rubens woonde al in Antwerpen sinds de 14e eeuw. Het was een zeer respectabele familie die al goed geboerd had in die 200 jaar. Betovergrootvader Adriaen Rubens was aan het einde van de 14e eeuw poorter van de stad geworden. Hij was handelaar in leer, woonde bijgevolg in de Huidevettersstraat en had enkele leerlooiers in dienst. Die Adriaan zijn kleinzoon, Pieter Rubens had het leerlooien voor bekeken gehouden en zich op de overzeese handel in kruiden, geneeskrachtige planten en specerijen geworpen, die net op dat moment in volle bloei kwam door de ontdekkingstochten. Hij opende een drogisterij in de Oude Sterre in de Appelstraat, vlakbij de Grote Markt. Zijn zoon Bartholomeus zag het levenslicht in 1501, als de oudste van het gezin. Hij ging mee in de zaak van zijn ouders maar, eens hij zelf aan het roer kwam te staan, ging hij zich heel slim toeleggen op medicijnen en geneeskrachtige kruiden… hij werd apotheker! Én, hij huwde een meisje - Barbara Arents genaamd - die uit een rijk adellijk nest kwam. De familie Rubens werkte zich gestaag op in het rijke Antwerpse patriciaat. En dat moest je toch laten zien, niet? Tuurlijk wel, en dus liet het koppel zich portretteren naar aanleiding van hun huwelijk. Vermoedelijk iets voor 1530, stonden - of zaten ze eerder denk ik - model voor de Hollands-Antwerpse schilder Jacob Claesz van Utrecht. 

De 2 ongesigneerde portretjes behoren vandaag tot de collectie van Rubenshuis. Door de 2 familiewapens weten we dat het Bartholomeus en Barbara zijn. Zeer interessant zijn de attributen die de apotheker vasthoudt: in zijn linkerhand houdt Bartholomeus trots twee stukjes Arabische gom vast. Het is een verwijzing naar zijn beroep, zijn welstand en de schilderkunst. Dit hars van de acaciaboom was namelijk een duur product dat geneeskrachtige eigenschappen zou bezitten. Maar het diende ook als bindmiddel voor gouacheverf van de schilders, die het goedje bij apothekers kwamen inkopen. Met zijn rechterhand houdt Bartholomeus de bonten revers van zijn mantel vast, de zo typische - strike a pose - van het humanistische portret uit de 16e eeuw. Onze apotheker wist dat hij een belangrijk man was, en iedereen mocht, nee, moest dat zien. Aan zijn wijsvinger zien we de zegelring van de familie Rubens. Op het andere paneeltje zien we een jonge Barbara, mooi gekleed met een hoog voorhoofd en een fijne witte kap. In haar rechterhand houdt ze 2 viooltjes, teken van nederigheid. Links houdt ze een rozenkrans van rood bloedkoraal vast, een zeer exclusief en duur product dat - hoe toevallig - ook door apothekers werd verkocht. Verder heeft ze nog enkele gouden ringen aan haar vingers ingelegd met edelstenen. Om haar middel een gouden ketting waaraan de geur pomander werd gedragen… om maar te zeggen, ze waren zich heel bewust van hun stand, de ouders van Jan Rubens!!! 

Voor de volledigheid moet ik er wel bij zeggen dat de toeschrijving van beide portretjes aan Van Utrecht omstreden is. Maar dat moet u zelf maar opzoeken als u daar meer over wil weten. 

Niet zo lang na het huwelijk van Barthel en Babs, wordt hun enige zoon Jan geboren op 13 maart 1530… Net zoals Maria Pijpelinckx heeft de kleine Jan een vrij zorgeloze tijd als kleuter en jong manneke denk ik dan zo. Het gaat de familie Rubens namelijk voor de wind, het gaat Antwerpen voor de wind. Het leven is er goed… Maar plots sterft Bartholomeus Rubens in 1538, hij is amper 37 jaar. Barbara Arents trouwt kort daarop met Jan de Landmeter, ook specerij handelaar en drogist. In 1539. De Landmeter genoot hoog aanzien in Antwerpen, heel wat van zijn familieleden bekleden belangrijke posten en ambten in de stad. Hij was rijk. Moeder Barbara trouwde dus binnen rang en stand. 

En Jan de Landmeter zou de kleine Jan opvoeden als zijn eigen zoon! In zijn testament zou hij Jan Rubens gelijk behandelen met zijn eigen kinderen. 
In het rijke huishouden waar Jan groot wordt, heerst een - ik zou bijna zeggen - typisch liberaal en verdraagzaam klimaat, ze zijn handelaars, en dus libertijns en dat zou voor Jan Rubens heel belangrijk blijken. Wanneer Jan Rubens 17 jaar is kan hij zich - als zoon van een rijk patriciër - inschrijven aan de Universiteit van Leuven. Hij studeert er aan de Faculteit der Kunsten (Artis) voordat hij overstapt naar de rechten. In de 16e eeuw was dit de typische en vooral prestigieuze route voor zonen uit welgestelde burgerfamilies om dan een carrière te maken als  jurist, advocaat of ambtenaar in een bestuursfunctie. Denk maar aan het parcours van de jonge Filips van Marnix van Sint Aldegonde uit de 8e reeks, die deed dat ook.  

Na zijn licentiaatstitel in de rechten in Leuven trekt Rubens naar Italië op zijn “peregrinatio academica”. Deze reis was gebruikelijk en zeer belangrijk voor juristen. In Italië, de bakermat van het Romeinse Recht en de Renaissance, kon hij zijn juridische, politieke en culturele - lees humanistische - vorming vervolledigen. Is hij in Padua geweest om zich daar te vervolmaken in de rechten? Zou best kunnen, want voor juristen was dat echt wel de place to be. We weten enkel met zekerheid dat hij in Rome heeft verbleven en dat hij daar misschien nog gestudeerd heeft aan de befaamde Università Sapienza. In elk geval behaalt hij in 1554 zijn doctoraat in het burgerlijk en canoniek recht daar in de Eeuwige Stad. Na een verblijf van 7 jaar in de laars, is Rubens terug in Antwerpen waar hij zich vestigt als advocaat. Op een mooie dag in de vroege herfst, is hij met een Italiaanse studievriend op wandel in de stad… ze botsen op een groepje jonge burgerdames… en toen had hij haar gezien, zijn toekomstige bruid, Maaike Pijpelinckx. 

29 november 1561. St.-Jacobskerk. De kerk zit afgeladen vol. Heel wat Sinjoren staan zich te verdringen op de straat buiten om een glimp op te vangen van Maria en Jan die in het huwelijk treden. 2 belangrijke Antwerpse families - de Pijpelincksen en de Rubensen - worden zometeen door de echt met elkaar verbonden. Jan staat op zijn Paasbest te wachten aan het altaar. Zijn 8 jaar jongere bruid wordt haar trotse vader - de Pijp, weet u nog - naar het altaar gewandeld. Jan Rubens denkt bij zichzelf “wat ziet ze er oogverblindend uit”!

Een goed uur later komt het pasgetrouwde koppel de kerk buiten onder luid applaus, gezang en een regen van duizenden bloemetjes. 

Daarna kon het enorme feest beginnen! Eerst ten huize Pijpelinckx, dan nog wat nafeesten bij de ouders van de bruidegom. Het zal vast en zeker een festijn geweest zijn met alles erop en eraan, volgens de stand van beide families! Het pasgetrouwde koppel trekt volgens sommige bronnen in bij de ouders van Maria in de Kleine Arnoldus op de Meir. Ik heb geen enkele indicatie gevonden van een andere woonplaats, dus houd ik het bij de Meir, maar echt weten doen we het dus niet voorlopig. Wie weet vinden we het ooit nog. 

Het prille huwelijksgeluk wordt in de loop van het daaropvolgende jaar, 1562, gezegend met een eerste zoon, Jan Baptiste genaamd, al snel gevolgd door 2 dochtertjes, Blandina (in 1564) en Clara, geboren in 1565. In 1567 wordt er nog een 2 zoon geboren, Hendrik. Sorry voor al die babyherrie beste luisteraar, amai mijn oren.   Bij de Keulse episode zetten, Clara en Hendrik sterven op 15 en 16jarige leeftijd). 

Het leven lacht het jonge paar toe. Antwerpen beleeft zijn laatste grote economische boost, er komt een nieuw stadhuis, de Hanze Huis verrijst aan de Nieuwstad, er komen grote Engelse pakhuizen bij, … het kan niet op. En Jan Rubens wordt net dan, in mei 1562 verkozen als schepen van de stad. Die posten waren enkel weggelegd voor leden van bekende patriciërsfamilies en mensen met een onberispelijke reputatie. Zo’n topfunctie kreeg je niet zo maar. Hij trad al op als advocaat voor de stad, maar nu behoorde hij echt tot de top van het politieke establishment - zeg gerust de Oligarchie - van Antwerpen! 

En toch - hoewel alles zo schoon leek - waren er grote proble men op komst, zowel voor de stad als voor de familie Pijpelinckx-Rubens.!

Sinds het Edict van Worms in 1521 en de vervolging van de Protestanten in het Habsburgse Rijk van Karel V, namen de religieuze spanningen in de Nederlanden (als elders in Europa) slag om slinger toe.
Antwerpen was al heel vroeg een zogenaamd broeinest van allerlei protestantse stromingen geweest. Als internationale handelsmetropool heerste er een libertijns klimaat, zeker ook ten aanzien van de godsdienst. Veel buitenlandse handelaars in de stad waren al een tijdje aanhangers van een of andere vorm van protestantisme. Antwerpen was bovendien een echte boekenstad, het wemelde er van drukkers en boekenwinkels waardoor de nieuwe geloofs ideeën snel ingang vonden (Coverdalebijbel bij ortelius). Door de rigoureuze toepassing van de ketterse plakkaten door de Inquisitie, trok de stad ook veel religieuze vluchtelingen aan van elders in de Nederlanden. De Marianen, de Anabaptisten probeerden - vaak ondergronds - hun geloof te belijden. Vanaf de jaren 50 kwam daar ook nog het Calvinisme bij, dat bij de lokale burgerij en in ambachtsmiddens een steeds groeiende invloed kreeg.

Het Antwerpse Stadsbestuur had sinds jaren geprobeerd een evenwicht te vinden tussen de economische belangen van de stad, haar traditionele stedelijke autonomie (lees privileges, daar was men heel gevoelig aan)) en de religieuze (en zeker ook steeds meer dwingende politieke) eisen van de centrale Habsburgse overheid. Zo probeerde ze de kapitaalkrachtige buitenlandse protestantse kooplieden niet te verjagen uit de stad, ze waren immers essentieel voor de handel. Dus probeerde men in Antwerpen de Ketterplakkaten van Karel V en Filips II te verzachten en zelfs te vertragen… Maar het werd steeds moeilijker om pragmatisch te blijven, zeker vanaf 1555, wanneer Filips II zijn vader opvolgde in Spanje en de Nederlanden en prompt de kettervervolgingen nog verscherpte. Hij zou koste wat kost de religieuze uniformiteit van zijn landen herstellen. Antwerpen verzette zich steeds meer in een poging haar autonomie te behouden en haar groter wordende protestantse gemeenschap te beschermen…. Ook in de Nederlanden nam het verzet tegen Filips II en zijn centralisatiepolitiek toe. De hoge adel mengde zich… Willem van Oranje, burggraaf van Antwerpen, werd de personificatie van het verzet dat steeds meer een religieus kantje kreeg. Zeg maar, den dikke kant kreeg.

Samen met vele andere Sinjoren leefden Maria Pijpelinckx en Jan Rubens dus in een soort 'gouden kooi': aan de ene kant ging het hen economisch voor de wind en maakten ze deel uit van het Antwerpse politieke establishment, maar het was net de stadsmagistraat die vanaf de jaren 60 bijna constant in conflict lag met Brussel en Madrid over de onhoudbare kwestie van de religieuze repressie. En dat die situatie niet meer te houden viel, zouden ze heel snel aan den lijve gaan ondervinden. Hun leven zou grondig op zijn kop worden gezet…. Maar dat vertel ik u in de volgende episode. Tot hoors en ciao.