Historische Vertelsels - Geschiedenis van de Lage Landen
Historische Vertelsels – Geschiedenis van de Lage Landen is een geschiedenis podcast met historische verhalen over België en de Lage Landen, verteld door Gids53 / Jo Van Dessel (historicus en professioneel gids). De focus ligt op WOII (Tweede Wereldoorlog), de middeleeuwen en de vroeg moderne periode (16e eeuw). De verhalen spelen zich vooral af in (groot) Antwerpen, in het Fort van Breendonk en in Vlaanderen tout court.
Sinds Covid maak ik deze podcast vanuit mijn zolderkamer: ik schrijf en vertel de afleveringen, doe interviews, en mix alles af met muziek en subtiele sound effects. Per reeks breng ik onze ‘Belgische’ geschiedenis tot leven doorheen de bril van de mensen die ze beleefden: historische personages — soms bekend, soms helemaal anoniem. Vanuit hun persoonlijke levensverhaal, hun keuzes, werk en dagelijkse leven leg ik de link met de grote geschiedenis en het tijdvak waarin ze leefden.
De podcast is gelinkt met mijn gidswerk in de Historische Vertelsels-tours en met mijn Historische Lezingen.
Veel luisterplezier — en volg/subscribe zodat je geen nieuwe aflevering mist.
Gids53 (Jo Van Dessel)
Historische Vertelsels - Geschiedenis van de Lage Landen
10.2 Maria Pijpelinckx - E2: Oproer in Antwerpen (1562-1566)
Gids53 duikt in het leven van Maria Pijpelinckx, bekend als de moeder van Peter Paul Rubens. Maar ze was zoveel meer. Maria is ondertussen getrouwd met advocaat Jan Rubens. Hij wordt schepen van de stad. Maar in Antwerpen lopen de politieke en religieuze spanningen zeer hoog op. De Inquisitie viert hoogtij. Een burgeroorlog is nabij. Willem van Oranje moet proberen de gemoederen tot bedaren te brengen. Hij faalt. De Beeldenstorm doet de zaak ontploffen, ook in Antwerpen. Maria en haar gezin zitten midden in deze zeer troebele tijden en moeten zich staande houden. En dat is echt niet zo eenvoudig. Welkom opnieuw in Antwerpen in de 16e eeuw. Heel veel luisterplezier. Music credits: intro: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:John_Dowland_(1563-1626)_M._George_Whitehead_His_Almand,_Lachrimae,_No.21_for_Treble,_Tenor_%26_Bass_Viols_with_Great_Bass_Violone_in_G_1604.ogg. Phillipwserna, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons. just Lute by Kaazoom Music by <a href="https://pixabay.com/users/kaazoom-448850/?utm_source=link-attribution&utm_medium=referral&utm_campaign=music&utm_content=363314">Paul Winter</a> from <a href="https://pixabay.com//?utm_source=link-attribution&utm_medium=referral&utm_campaign=music&utm_content=363314">Pixabay</a
"Steeds benieuwd naar jullie feedback" Jo
Volg de podcast en krijg automatische updates!
@luisteraars op Spotify en Apple Podcast: niet vergeten te raten aub.
“Te Antwerpen is ontstaan een groote beroerte, gelijk van een onverwachtse furie opgeblazen. Het volck viel in de Kercke van Onze Lieve Vrouwe, en brak aldaar de altaren, beelden, schilderijen ende alderhande geheiligde dingen sonder eenich onderscheyt. Het scheen of de menichte bezield was van een stormachtigen geest. Men en vondt geene reliquie ofte gewijde saeck die niet vernielt oft onteert en ware. De orghelen en claveeren wierden te niet ghedaen, de glaesvensters verbrijzelt. Het gheschiet duerde den gantschen nacht, bij het licht van vele duysent fackels, also dat de stadt scheen te branden. Den dagh daernae liepen zij tot de andere kercken ende cloosteren, ende handelden aldaer op gelijcke maniere. De Magistraet en dorfde niet intreden, vermits de groote hoop volcx die daer te saem quam.”
U hoorde de zeer treffende beschrijving van de Beeldenstorm in Antwerpen uit de kroniek van Pieter Bor, Oorsprongk, Begin en Vervolgh der Nederlandsche Oorlogen. Bor was zelf geen ooggetuige, maar baseerde zich op stadsverslagen, brieven, getuigen en officiële rapporten over de stormerij. Ik heb deze gekozen, omdat de auteur neutraal probeert te zijn en blijven, en niet direct vervalt in afkeer of applaus - al naargelang de getuigenis - voor de Beeldenstorm. Welkom in de 2e episode over het leven van Maria Pijpelinckx.
Zoals gezegd in de vorige aflevering ging het leven behoorlijk succesvol zijn gang voor Maria en Jan. Hij is een zeer succesvol advocaat, zowel in Antwerpen als aan de Raad van Brabant in Brussel en sinds mei 1562 schepen van de stad. Maria stond in voor de kinderen en stak vermoedelijk een hand toe in de tapijtenzaak van de familie. Het gezin woonde in bij haar ouders in de Kleine Arnoldus, weet u nog?
Maar schijn bedriegt. En natuurlijk wisten Maria en Jan dat, net zoals zovelen in Antwerpen. De glorietijden waren tegen een razend tempo aan het veranderen, en niet echt in de positieve zin. De politieke en godsdienstige spanningen waren op weg naar een culminatiepunt, en Antwerpen - als broeihaard van politiek verzet en libertijns denken, ook wat de godsdienst betreft - zou in het midden van de storm komen te staan. En dus ook vele van haar inwoners, Maria en Jan incluis.
Helaas is er over het doen en laten van Maria, en zelfs van Jan als stadsschepen, weinig echt geweten tijdens de jaren na hun huwelijk. Toch zouden deze jaren cruciaal zijn voor haar, hun verdere leven. Er is dus minder te vertellen over de petite histoire van de familie, hoewel er wel enkele echo’s zijn, maar ik ga hen wel betrekken bij de grote gebeurtenissen die overal rondom hen plaatsvinden… en die zijn super interessant én vooral ook fundamenteel in ons verhaal…. Luister maar.
Podcast Filips: Stem Filips: “6 jaar lang, vanaf mijn terugkeer uit Genève tot het begin van de onlusten, heb ik me verborgen gehouden onder het kruis van de vervolgingen, die op dat moment zeer hevig waren”! Dit is wat Filips van Marnix van Sint Aldegonde jaren later schreef toen hij terugkeerde uit Genève naar Antwerpen in 1562. Het citaat zegt eigenlijk genoeg hoe de toestand in de stad was. (achtergondmuziek > beetje onheilspellend)
Antwerpen blijft door zijn ‘open mindness’ Calvinisten, en andere protestantse geloofsbelijders aantrekken; de stad was vanaf het midden van de 16e eeuw het grootste protestantse bolwerk van de Nederlanden. Meer en meer Calvinistische predikanten zouden naar de stad komen en die zouden dan op een bepaald moment openlijk het Katholicisme en de steenrijke en verdorven Kerk van Rome gaan aanvallen in hun hagenpreken. Ze trekken meer en meer toehoorders, rijk en arm, gewone lieden en buitenlandse kooplieden zijn op het appel, en op den duur de lokale commerçanten en zelfs edellieden die zich openlijk durven uiten voor het ketterse geloof. Maar omdat de preken verboden zijn, worden ze buiten de stad gehouden… De stad zelf probeert te schipperen, ze laat voor een deel begaan, die kooplui, die ambachtslieden, die zijn nodig voor de handel, de commerce,...
Maar er zijn natuurlijk ook de ketterplakkaten vanuit Madrid, die men in Brussel moet uitvoeren. Minister Granvelle, de vertrouwensman van Filips II, en de Inquisitie voeren de druk op de stad alsmaar op om keihard op te treden tegen ketters. Landvoogdes Margaretha van Parma probeert letterlijk de kerk nog in het midden te houden als het op repressie aankomt. Iedereen staat een beetje in spagaat en kijkt naar hoe ver koning Filips wil gaan. Maar het wordt steeds gevaarlijker om openlijk je geloof te belijden, dat is, als het niet dat van Rome is.
Tegelijkertijd probeert men in de Nederlanden, en de hoge adel en Antwerpen op kop, de politieke inmenging uit Madrid zoveel mogelijk tegen te gaan. Via de Staten Generaal in Brussel willen zij hun landen zelf besturen en hun belangen dienen, zo was het altijd al geweest! Antoon van Stralen, commissaris van de Staten Generaal, was een belangrijke figuur in de oppositie tegen Madrid. Onthou die naam beste luisteraar. Maar weer via Granvelle en andere hoge raadslieden worden de opposanten meer en meer buitenspel gezet, en uiteindelijk zal hun verzet beginnen samengaan met de eis voor godsdienstvrijheid… en hop, de situatie zou vanaf begin de jaren 1560 stilaan onmogelijk en meer en meer explosief worden.
En ik zal eens een mooi voorbeeld geven hoe de stad met alle middelen probeert om té grote inmenging van buitenaf zoniet te beperken, dan toch zeker te vertragen.
We zijn 1559. Met goedkeuring van Paus Paulus IV, voert Filips II een kerkelijke hervorming door in de Nederlanden. U mag niet vergeten dat tot dan hele stukken van zijn ‘landen van Herwaarts over’ onder de oude, heel vaak buitenlandse bisdommen ressorteerden: Trier, Reims, Keulen, de Prinsbisdommen Luik en Utrecht. Dat maakte dat het voor de koning moeilijk te besturen én te controleren gebieden waren, zeker als je weet dat hij de Rooms Katholieke Kerk als een van de steunpilaren van zijn macht zag!
Dus, samen met zijn vriend de Paus, deelde hij de Nederlanden op in 14 bisdommen, waaronder dus ook Antwerpen, dat zou ressorteren onder het aartsbisdom Mechelen… voor alle zekerheid maakte Filips II zijn waakhond Granvelle tot aartsbisschop, ten einde zeker te zijn dat hij de touwtjes strak in handen kreeg. Want daar was het de koning om te doen: controle! Door de bisschoppen kon hij invloed uitoefenen op zowel het kerkelijke als het politieke leven van zijn onderdanen! De bisschoppen zouden dichter bij hun pastoors en gelovigen staan… de pastoors zouden beter opgeleid worden in de juiste leer, en zijn schapen zouden dit voorbeeld dan ook makkelijker volgen… dat was het idee althans. En, zeker in de Nederlanden, net door die proximiteit kon de bisschoppelijke Inquisitie de ketterijen van het protestantisme veel makkelijker opsporen en bestrijden!!! En ineens had hij 14 van bisschoppen die dat voor hem wel zouden regelen!
En die van Antwerpen is belangrijk in ons verhaal. Franciscus Sonnius (Van de Velde eigenlijk, maar hij was van Son bij Eindhoven) werd de eerste bisschop van de stad. Om te beginnen zou hij pas 2 jaar na de oprichting van zijn bisdom - in 1561 - zijn katheder in de OLV kerk (toen nog gewoon een uit hele grote kluiten gewassen parochiekerk) bestijgen… maar dat liep dus niet van een leien dakje.
Want de weerstand tegen de bisschop was groot onder de Sinjoren (elders ook hoor, maar ‘t Stad spande wel de kroon). Al direct begon de adel moeilijk te doen, want ze verloren én gronden en inkomsten die destijds aan hen toe kwamen aan de bisschop én de lucratieve kerkelijke postjes die ze vroeger hadden, die nu werden ingevuld door geestelijken. De rijke burgerij en het stadsbestuur moesten ook al niet weten van de brave man uit Son… zij vreesden dat hij de zo gekoesterde vrijheden en privileges van de stad zou aantasten door zijn banden met Madrid en Brussel (en Rome). Dus ook zij deden niet liever dan stokken in de wielen van de bisschop te steken.
En natuurlijk, als klap op de vuurpijl, het protestantse deel van de Antwerpse bevolking, dat steeds maar groter werd en dus resoluut tegen de komst van een katholieke Spaanse waakhond was… Sonnius wilde de richtlijnen van het Concilie van Trente behoorlijk rigoureus uitvoeren, dus ja, hij trad streng op tegen de Calvinistische predikers en hun steeds meer populair wordende hagepreken… Al moet gezegd dat de bisschop ook waarschuwde tegen al te overhaaste vervolgingen, hij wilde de gelovigen vooral onderwijzen en overtuigen, niet alleen maar straffen! Maar ondanks alles, was de strenge Sonnius super ongeliefd bij de Antwerpenaren, die zich echt hard tegen hem verzetten! En die weerstand was zelfs van dien aard, dat hij zich bijna niet in de stad of in zijn kerk durfde te tonen! Vaak verbleef hij in het ‘veilige’ Mechelen of elders… maar zeker niet in de Koekestad. Door die tegenstand tegen zijn persoon, werd de Sonnius tegen dat het 1569 was, overgeplaatst naar het bisdom ‘s Hertogenbosch, waar hij duidelijk meer op zijn gemak was en rustiger kon werken. Na zijn vertrek, bleef de stoel van de Antwerpse bisschop jarenlang vacant, net vanwege de Opstand. Antwerpen was en bleef een brandpunt van religieuze en politieke strijd. Pas na de val van de stad, in 1585 nota bene!!!, kwam er een nieuwe bisschop, wat mooi aangeeft hoe moeilijk en explosief de situatie in Antwerpen wel was. Met Luikenaar Laevinus Torrentius (Lieven van den Beke) kwam een meer gematigde bisschop naar Antwerpen. Hij was humanist (vriend van oa Ortelius, Plantin, ea). In opdracht van Filips II moest hij het katholicisme herstellen in Antwerpen, wat hij ook zou doen. Met vrij rustige maar doortastende hand zette Torrentius de contrareformatie in de stad aan de Schelde in gang… een belangrijk feit, ook in ons verhaal over Maria Pijpelinckx, maar dat is voor binnen 25 jaar oftewel enkele afleveringen verder.
Ondertussen wordt het in Antwerpen echt gevaarlijk. 1562-1564 zijn de topjaren van de Inquisitie, zowel de were ldlijke als de bisschoppelijke, denk maar aan Sonnius daarnet.
De avond van 1 maart 1562 komt Jan Rubens thuis van zijn werk. Maria, vermoedelijk zwanger van haar eerste zoon, zit aan de keukentafel een brief te schrijven aan een van de leveranciers van de tapijtzaak.
Maria en Jan zijn zo ver we weten niet direct (rechtstreeks) in de problemen gekomen, maar beroepsmatig zal Jan Rubens - advocaat zijnde - in contact zijn gekomen met strafzaken tegen een steeds groter wordende groep andersdenkenden en “ketters”. Wanneer hij even later ook schepen wordt van de stad, is het koppel natuurlijk zeer goed op de hoogte van alles wat er gebeurt. Vrienden en kennissen gaan over tot het calvinisme of een andere protestantse stroming en komen wel degelijk in de problemen als ze hun nieuw geloof publiekelijk belijden.
En ja, zoals in het gesprek te horen is, komt Christophe Plantin, de befaamde uitgever-drukker in 1562 echt in moeilijkheden. Wat hem en zijn familie overkomt, kan men bijna als symptomatisch beschouwen voor de sfeer en toestanden in Antwerpen op dat moment. Maar wat is er dan feitelijk gebeurt met hem? Luister even mee… daunting music
Plantin is in het voorjaar van 1562 voor zaken in Parijs, zoals zo vaak, hij had er jaren gewoond, en zijn netwerk daar was enorm. Zoals ik verteld heb in de 9e reeks over Ortelius, werd Plantin sinds enkele jaren in verband gebracht met het Huis der Liefde, een ‘ketterse’ sekte. Hendrik Niclaes, de spirituele leider van de groep, zou hem financieren in ruil voor een pers voor zijn pamfletten en geschriften. Plantin zou ook letters en een drukpers geleverd hebben aan Niclaes. Er hing dus een ketters aura rond de drukker. Maar alles ging voorlopig goed, uitstekend zelfs, de business bovenal. Tot op 1 maart 1562. SFX: Open de deur in de naam der wet, dit is Jan van Immerseel, markgraaf van Antwerpen… voetstappen, piepende deur… goeiedag mevrouw, ik heb hier een bevel tot huiszoeking, gaat u even aan de kant zodat ik en mijn agenten ons werk kunnen doen….
Er was een anonieme tip binnengelopen in Brussel bij de Landvoogdes, Margaretha van Parma, waarin werd gezegd dat er verboden drukwerk zou te vinden zijn in de Officina Plantiniana, de Plantijnse gebouwen aan de Kammenstraat.
De markgraaf - eigenlijk de schout van de hertog, dus van de landvoogdes in dit geval - haalt de drukkerij ondersteboven en vindt er 1500 copijen van een soort Calvinistisch pamflet, genaamd “briefve instruction pour prier” dat door 3 gezellen gedrukt werd op 1 van Plantin zijn persen! Onze Christophe zit in dikke problemen, want, hoewel hij blijkbaar die pamfletten zelf niet gedrukt had, stond er in de wet dat hij als eigenaar van de drukkerij VU is (zoals vandaag). Hij beseft maar al te goed, dat wanneer het zou bewezen worden tijdens een strafzaak, dat de verboden geschriften van een van zijn persen kwam, hij alles kan verliezen, misschien zelfs zijn leven! Plantin, gewiekst als altijd, probeert zijn vel te redden. Hij laat 2 rijke vrienden/investeerders een publieke verkoop van zijn drukkerij en zijn hele inboedel afdwingen bij de schout. Alles wordt openbaar verkocht op de Vrijdagmarkt (waar nu het MPM is!), inclusief 4 drukpersen. Maar de echte valuables, de matrijzen voor de letters bijv, zijn dan al verdwenen uit de inboedel (hij was 2x ‘s nachts in het geheim naar Antwerpen gekomen om het te regelen en zijn familie te komen halen). De hele verkoop zou 7200 gulden opbrengen, waarvan het merendeel naar de ‘vrienden-investeerders’ zou terugvloeien; na aftrek van alle kosten, blijft er nog 2800€ over. Plantin, die meer dan een jaar ondergedoken in Parijs blijft, krijgt bij zijn terugkeer in 1563 dat geld gewoon uitbetaald vanwege de markgraaf. Met al dat geld en met de hulp van zijn investeerders kan Pantijn een doorstart maken en wordt hij nog succesvoller dan voorheen. Om de zaak te sluiten, moet hij wel nog op het matje komen bij de landvoogdes, die de zaak uiteindelijk seponeert na het zoenoffer van Plantin, het was alsof ze hem en een ‘laks’ stadsbestuur een lesje wilde leren, maar toch niet all the way wilde gaan door hem volledig te ruïneren.
En als u zich afvraagt wat er is geworden van de 3 gezellen die het pamflet zouden gedrukt hebben? Zij werden veroordeeld tot de galeien (in detail opzoeken). Wanneer ik het pamflet zelf laat zien tijdens mijn rondleiding in MPM, toon ik een zwart scherm aan de bezoekers… enig idee waarom ik het niet kan laten zien? Idd, alle 1500 copijen werden verbrand in 1562, zoals de strenge wetgeving al jaren voorschreef! Er is dus geen enkel exemplaar meer dat ik kan tonen of beschrijven!
Nu Plantin kwam er heel goed van af, door zijn connecties, en vooral ook door zijn sluwheid! Voor heel wat andere mensen liep het minder goed af. Zij zagen hun goederen verbeurd verklaard, verloren letterlijk alles, en soms dus ook hun leven! Maar het voorval toont wel aan hoe ver de overheid en de inquisitie gingen in hun strijd tegen het protestantisme. En verklikking kwam regelmatig voor, werd z elfs aangemoedigd vanwege de overheden! Plantin overkwam het in het zeer libertijnse Antwerpen, net omdat Margaretha van Parma zelf de opdracht had gegeven aan haar rechterlijke vertegenwoordiger in de stad, de markgraaf. Of de stadsmagistraat ermee instemde, dat betwijfel ik, maar veel konden ze niet doen, omdat de opdracht van een hogere overheid kwam.
Er was dus niemand meer veilig voor de strenge arm van de religieuze wet; wie kon je nog vertrouwen? Niemand… en dat was voor een handelsstad als Antwerpen heel nefast!
En de toestand zou heel snel nog verslechteren, voor heel veel mensen.
Het verzet tegen Filips II wordt alsmaar groter. Meer en meer edelen en rijke burgers zijn openlijk protestants, de situatie escaleert tegen dat we in 1565 zijn. De Nederlanden, en dus zeker Antwerpen, komen letterlijk in een rollercoaster terecht.
Onder druk van de hoge adel, Willem van Oranje op kop, had Filips II Granvelle met vakantie naar zijn moeder gestuurd. Dit vooral in een poging de gemoederen te bedaren…, maar ondertussen is het verbond der Edelen ontstaan. Onder het mom van godsdienstvrijheid (lees dus vooral ook om politieke motieven) bieden zij op 5 april 1566 Margaretha van Parma het zo genoemde Smeekschrift aan… Daarin vragen ze met klem dat de Inquisitie zou ophouden met hun religieuze terreur. Ze legt het voor aan de Koning, haar broer… die treuzelt en treuzelt… - bewust, want die speelt op tijdswinst. Margaretha twijfelt, en geeft deels toe onder druk van de explosieve situatie. Er komt een versoepeling van de ketterplakkaten, de vervolgingen worden wat minder zwaar. In Antwerpen vond deze beslissing direct weerklank. Pamfletten - propaganda dus - deden de ronde met de mededeling dat “chacun pourroit vivre à sa mode et avecq toute liberté”. Protestantse ballingen, gevlucht voor de prosecuties, kwamen weer huiswaarts naar Antwerpen. Meer en meer mensen kwamen nu openlijk uit voor hun geloof. En net omdat Parma de ketterplakkaten had getemperd, kregen Calvinistische predikers meer en meer moed om grote hagenpreken te houden buiten de stadsmuren. Ze trekken massa’s volk, duizenden mensen komen luisteren naar hun opruiende preken over de corrupte katholieke kerk en clerus. Ze eisten ook veel meer macht voor de consistories, de kerkelijke raden die in de visie van Calvijn alle macht, ook de bestuurlijke, naar zich moesten toetrekken! Ze waren agressief en ze provoceerden de stadsmagistraat, de landvoogdes en zelfs Filips II..
De toestand wordt chaotisch in en rond Antwerpen. De Landvoogdes en het stadsbestuur proberen met alle middelen de orde te herstellen, maar zonder veel succes. Tegen juli 1566 zijn er preken waar er tot 20.000 toehoorders op af komen. Ter bescherming zijn er ook gewapende burgers bij… Er ontbreekt enkel nog een vonk om de boel te doen ontsporen. De buitenlandse kooplui dreigen ermee om de stad te verlaten als er geen stabiliteit komt…
Ik vraag me af of Maria Pijpelinckx en Jan Rubens niet veel zin hadden om ook eens te gaan luisteren naar zo’n hagepreek, al was het maar uit nieuwsgierigheid… Nu ja, dat kon natuurlijk niet, eigenlijk was het verboden, maar door Jan zijn functie als schepen moesten ze in het openbaar ver weg blijven van elke vorm van protestantisme, het zou Jan anders sowieso zijn baan kosten, en misschien nog veel meer… Elke vorm van sympathie met de Calvinisten moest binnenskamers blijven, als ze dat nu wilden of niet.
Burgemeester van Stralen vraagt tenslotte om hulp in Brussel; Willem van Oranje, in zijn functie als burggraaf van Antwerpen, wordt naar de stad gestuurd om orde op zaken te stellen en de rust te doen terugkeren. Op 13 juli komt hij aan… “Vive les Gueux” hoort hij regelmatig als hij door de stad rijdt. (sfx paarden). Blij wordt hij er niet van, integendeel zelfs! Oranje probeert iedereen die enig gezag had in Antwerpen tot zinnen te brengen… bij dat overleg moet Jan Rubens zeker aanwezig geweest zijn. Volgens sommige bronnen werd hij verzocht - omwille van zijn ‘sympathie voor de nieuwe leer’ en als advocaat - als een soort tussenpersoon te gaan praten met de meest extreme Calvinisten, die van geen ‘peis en vree’ wilden weten als er geen volledige vrijheid van godsdienst zou komen. En ze worden steeds driester in hun eisen… Oranje doet hen af als oproerkraaiers…
Ondertussen heeft koning Filips geweigerd dat de kettervervolgingen in de Nederlanden zouden milderen… Daarop beslissen de opstandige Calvinistsiche edelen en rijke kooplui (een heel aantal van hen komen uit Antwerpen) over te gaan tot gewapend verzet! Willem van Oranje, nog steeds in Antwerpen, wordt uitgezonden om nog 1 laatste poging te doen een regelrechte burgeroorlog te vermijden. Hij durft de stad amper te verlaten omdat hij bang is dat er een opstand zou komen. De bemiddeling mislukt!
In Antwerpen eisen de Calvinistische leiders nu ook dat ze IN de stad zouden mogen preken, tja, dat dit fout moest lopen, dat stond in de sterren geschreven!
En op 10 augustus is het prijs! Niet in Antwerpen, wel in Steenvoorde in Frans Vlaanderen, toen nog gewoon Vlaanderen. Na een opruiende hagepreek trekt een groep toehoorders naar de lokale Sint Laurentiuskapel en slaan daar alle heiligenbeelden aan diggelen! De Beeldenstorm was begonnen! sfx beeldenstorm
In Antwerpen weet men op dat eigenste moment nog van niks. Maar dat zou weldra veranderen. Maria, Jan en de 3 kinderen gaan getuigen zijn van een explosie van geweld, volkswoede en repressie. Maar hoe zij dat beleven, dat leg ik u volgende keer wel uit. Tot dan, ciao.